Het aandeel KPN dook afgelopen week onder de 1,40 euro, de laagste stand sinds het bijna-failliet van 2001. Ook de andere nakomelingen van het ooit zo trotse staatsbedrijf PTT komen slecht door de crisis. Wat ging er fout? 

“Een volksaandeel”. Zo noemt premier Wim Kok Koninklijke PTT Nederland (kortweg KPN), als het staatsbedrijf in 1994 een notering krijgt op de beurs van Amsterdam. Maar liefst 187.000 Nederlandse particuliere beleggers zijn het met de minister-president eens, en stappen enthousiast in.

KPN-topman Wim Dik heeft grootste plannen met de Nederlandse monopolist. Vooral met het telecom-deel, dus brengt hij vlak voor de eeuwwisseling de postdivisie onder in een apart bedrijf: de TNT Post Groep (TPG). Het postbedrijf krijgt een met een eigen beursnotering.  In 2006 wordt TPG omgedoopt tot TNT.

PTT uiteengevallen

Pas vijf jaar later gaat de bijl in TNT. De internationale pakketbezorger wordt afgesplitst en komt als TNT Express naar de beurs. De binnenlandse brievenbezorger gaat voor onder de naam Post NL. Het oude PTT Nederland is dan uiteengevallen in drie verschillende beursfondsen.

Of beter nog: in vier. Want acht jaar voor de beursgang van PTT, waren de bankactiviteiten al afgesplitst. De Postbank  (vroeger Postgiro en Rijkspostspaarbank) gaat in 1986 los van het telefoon- en postbedrijf verder.

Drie jaar later fuseert de Postbank met NMB. Weer twee jaar later gaat de NMB Postbank Groep samen met verzekeraar Nationale Nederlanden, en ontstaat de ING Groep.

Opgeblazen en lek geprikt

Tot zover de geschiedenisles. Van het staatsbedrijf PTT, bank en monopolist op gebied van post en telefoon, werd in pakweg een kwart eeuw tijd in stukken gehakt, samengevoegd, uiteen getrokken, opgeblazen, lek geprikt en veelvuldig van nieuwe naam, logo, hoofdkantoor en ambitieuze topman voorzien.

Net zo lang tot er vier afzonderlijke bedrijven waren ontstaan. Vier kwakkelende bedrijven. Want geen van de voormalige PTT-onderdelen bracht wat aandeelhouders bij de beursgang hadden gehoopt.

Het telefoonbedrijf, de bank en de postbedrijven, ze hebben allemaal hun momenten van optimisme gehad. Momenten waarop werd gedroomd over het bestormen en domineren van de wereldmarkt. KPN moest door een agressieve overnamestrategie een grote speler worden, TNT zou over de hele wereld pakjes gaan bezorgen, en ING wilde meedraaien in Londen en New York.

De belegger ging enthousiast mee in deze dromen, maar stond even later weer met beide benen op de grond. Een flink stuk armer.

Treurigste geval

Sinds de kredietcrisis van 2008 hebben de PTT-bedrijven het dromen definitief ingeruild voor overleven. De koersen van de fondsen zijn navenant gedaald. De vier PTT-spin-offs blijven de afgelopen vijf jaar beduidend achter bij de AEX-index. Met KPN als treurigste geval.

Afgelopen week daalde de koers zelfs even onder de 1,40 euro. Die stand was niet meer voorgekomen sinds 2001, toen het bedrijf na het knappen van de dotcom-zeepbel met staatssteun van faillissement moest worden gered. Het aandeel KPN staat nu ongeveer 80% lager dan begin 2008. De AEX daalde in dezelfde periode zo’n 20%.

Ook Post NL verloor sinds 2008 zo'n  80% van de beurswaarde. Door de opkomst van elektronische post wordt erodeert het business model van Post NL snel. Het is een krimpbedrijf dat vooral bezig is met het saneren van personeel en verwijderen van brievenbussen.

TNT Express zou wel kunnen profiteren van de digitale revolutie, omdat op internet gekochte artikelen bezorgd moeten worden. Maar de pakjesbezorger is te klein voor de wereldmarkt. De gedroomde overname door UPS ging niet door, waardoor het fonds sinds de beursintroductie in 2011 al 36% in waarde daalde. De AEX ging in dezelfde periode licht omhoog.

En dan ING, dat de Postbank opslokte. Alleen dankzij staatsteun kon de bank de kredietcrisis overleven. Ambities zijn in de ijskast gezet en de bank-verzekeraar zal in stukken uiteen vallen. De koers van ING daalde sinds 2008 met 64%.

Het valt niet te zeggen hoe PTT het als staatsconglomeraat in deze tijd had gedaan. Ook dan waren er minder brieven om te posten en had de kredietcrisis het bankonderdeel getroffen. Maar PTT had zich ongetwijfeld geen buitenlandse overnameavonturen en onhaalbare ambities kunnen veroorloven. De aandeelhouder was heel wat ellende bespaard gebleven.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl