Na enige tijd gedacht te hebben over het omvormen van het pensioen in eigen beheer, lijkt het doek nu definitief te vallen voor deze faciliteit.

Staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën merkt in een dinsdag verstuurde brief aan de Tweede Kamer op de voorkeur te geven aan een afschaffing van het pensioen in eigen beheer voor directeur-grootaandeelhouders.

Wiebes merkt nadrukkelijk op deze weg in te willen slaan, indien de Tweede en Eerste Kamer daar hun steun aan geven. Hieruit blijkt duidelijk dat de Kamer aan zet is om richting te bepalen. Dat is logisch aangezien het ook de Kamer is geweest die dit heeft geïnitieerd.

Pensioen eigen beheer

Het afschaffen van het pensioen in eigen beheer zal voor de dga betekenen dat vanaf een bepaald moment geen nieuwe pensioenrechten in eigen beheer meer opgebouwd kunnen worden met toepassing van de fiscale omkeerregel. De fiscale faciliteit zal dus komen te vervallen, wellicht al in januari 2017.

Voor de reeds bestaande pensioenrechten komen er drie opties, aldus de brief:

1. Niets doen en de pensioenrechten handhaven

Mogelijk dat de pensioenrechten nog geïndexeerd mogen worden als dat onderdeel is van de pensioentoezegging.

Voor de dga betekent deze optie  het volgende:

- Jaarlijks moet de pensioenverplichting actuarieel worden berekend.
- Jaarlijks kunnen nog pensioenlasten in de vennootschapsbelasting genomen worden. Indien de pensioenen worden geïndexeerd zijn die kosten hoger.
- De pensioenuitkeringen worden te zijner tijd belast in de inkomstenbelasting. Tot een inkomen van zo’n  33.500 euro is de belastingdruk voor AOW'ers maximaal 22,5 procent.
- De ruimte om dividend uit te keren zal beperkt blijven zolang de rente laag is. Bij het uitkeren van dividend moet immers voor de uitkeringstoets rekening worden gehouden met de commerciële waarde van de pensioenverplichting en die is hoger dan de fiscale pensioenverplichting die voor de vennootschapsbelasting geldt.

2. De bestaande pensioenvoorziening omzetten in een dga FOR
(Oudedagssparen in eigen beheer)

Het systeem waarbij de pensioenaanspraak uitgangspunt is wordt verlaten maar het (fiscale) pensioenkapitaal wordt vast gehouden.

Aan het pensioenkapitaal kan jaarlijks een rente worden toegevoegd, hetgeen een fiscale kostenpost oplevert. Op de pensioendatum moet het kapitaal worden aangewend voor een pensioenuitkering, zoals eerder omschreven in de OSEB (Oudedagssparen in eigen beheer)-variant.

Het inkomen wat aangekocht kan worden op de pensioendatum zal lager zijn dan de opgebouwde pensioenrechten. Echter dit is volledig afhankelijk van de tarieven van verzekeringsmaatschappijen op de pensioendatum. Dan moet immers het kapitaal worden omgezet in een uitkering.

De uitkering kan vanuit de eigen BV worden uitgevoerd.

Het is van groot belang dat de partner van de dga zijn/haar medewerking verleend aan de omzetting. Nu heeft de partner meestal een zelfstandig recht op pensioenverevening bij echtscheiding. Na de omzetting is dat recht vervallen. De aanspraak op een OSEB-saldo zal regulier onder het huwelijksvermogensrecht vallen.

Mogelijk wordt er nog gedacht om het OSEB saldo op een of andere manier onder de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding te brengen. Dat is echter nog onzeker.

3. Afkopen van de pensioenrechten

Voor de dga die definitief af wil van de pensioenvoorziening op de balans zal een tijdelijke afkoopfaciliteit in het leven worden geroepen.

Bij afkoop van het pensioen wordt slechts een deel (70 procent) van de waarde in de belastingheffing betrokken. Het effectieve belastingtarief bedraagt dan 36,4 procent. Dat lijkt een aantrekkelijke tegemoetkoming. Alle sporen van het eigen beheer pensioen worden hiermee effectief uitgewist.

Wel is het van belang dat de partner van de dga haar medewerking verleend aan het afkopen. Nu heeft de partner meestal een zelfstandig recht op pensioenverevening bij echtscheiding. Na de omzetting is dat recht vervallen.

We hebben dit systeem echter al eens gezien bij stamrechten in eigen beheer waarbij over 80 procent werd geheven. Voor zover wij dat na kunnen gaan was dat geen succes.

Voor elk wat wils

Mijn voorlopige conclusie is dat met deze mogelijkheden er voor elk wat wils is en dat de dga mag kiezen welke optie hem het beste past. Dat biedt de mogelijkheid om de (fiscale) inkomensplanning invulling te geven rekening houdend met de specifieke situatie van de dga. Het brengt echter ook met zich mee dat we nog een lange tijd bezig zullen zijn met de nasleep van het pensioen in eigen beheer.

Bas Kortenbach werkzaam als zelfstandig belastingadviseur in de regio Den Haag. Hij heeft zich gespecialiseerd in pensioenen en inkomensvoorzieningen voor ondernemers. Voor Z24 levert hij vooral bijdragen op het gebied van oudedagsvoorzieningen en inkomensvraagstukken.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl