Het kabinet Rutte tast diep in de buidel om de koopkracht van Nederlanders te ondersteunen in de strijd tegen de hoge inflatie. Eén van de maatregelen betreft een verhoging van het bruto minimumloon per 1 januari 2023 en daaraan gekoppelde uitkeringen. Daar valt ook de AOW-uitkering voor de oude dag onder.

Het bruto minimumloon bedraagt vanaf 1 januari 2023 voor werknemers van 21 jaar en ouder 1.934,40 euro. Ten opzichte van het bruto bedrag 1.756,20 euro dat sinds 1 juli 2022 gold, is dat een stijging van 10,14 procent.

Nu zou je misschien denken dat de AOW-uitkering ook met ruim 10 procent stijgt…maar dat is niet zo. Dat heeft verschillende redenen. Ten eerste is de koppeling van de AOW aan het minimumloon niet gebaseerd op het bruto minimumloon, maar op het netto minimumloon.

Daarnaast heeft het kabinet de zogenoemde ‘inkomenstondersteuning AOW’, een extra bedrag dat bovenop de bruto AOW-uitkering komt met ruim 20 euro per maand verlaagd per 1 januari 2023.

Hoe pakt dat precies uit als je van een bruto AOW-uitkering naar een netto bedrag wilt komen? Sinds vrijdag staan de exacte bedragen op de site van de Sociale Verzekeringsbank.

Dit is in de eerste plaats relevant voor gepensioneerden, maar toch ook voor werknemers die naast de AOW aanvullend pensioen opbouwen. Als je weet hoe hoog de netto uitkering van het staatspensioen is, kun je vervolgens een schatting maken van je totale pensioen op basis van de verdere opbouw via een werkgever, of met een eigen pensioenpot.

Lees ook: Uitkering voor pensioen: lijfrente bij verzekeraar is tot duizenden euro’s voordeliger dan banksparen in 2022

AOW in 2023: dit blijft er netto over

De AOW kent twee varianten: een uitkering voor alleenstaanden en een uitkering voor iemand die getrouwd is of samenwoont. De uitkering voor een alleenstaande is hoger dan de uitkering voor één van beide partners.

In de tabel hieronder geven we eerst de opbouw van de uitkering voor de alleenstaande en vervolgens wat iemand ontvangt die samenwoont of gehuwd is. Het gaat om de bedragen die respectievelijk per 1 juli 2022 en 1 januari 2023 gelden.

Hier vallen een paar dingen op:

  • De stijging bij de hierboven getoonde bruto uitkering per maand in 2023 is niet ruim 10 procent, maar slechts 7,1 procent voor alleenstaanden en 6,5 procent voor de AOW van een gehuwde of samenwonende partner.
  • Dit heeft onder meer te maken met de zogenoemde extra bijdrage voor de inkomensondersteuning van ouderen. Die is zit in het bruto maandbedrag verwerkt en wordt verlaagd: van 26,38 euro per maand in juli 2022 naar 5 euro per maand in januari 2023.
  • De bovenstaande uitkeringen zijn zonder het vakantiegeld. Dat komt in 2023 voor een alleenstaande AOW-er te liggen op 71,77 bruto per maand en voor een samenwonende/gehuwde op 51,25 euro per maand.
  • Op de derde plaats is er in de bovenstaande tabellen een verschil tussen de netto AOW inclusief en exclusief de loonheffingskorting. Dat is een bedrag dat in mindering gebracht mag worden op de te betalen loonbelasting. Wie alleen een AOW-uitkering heeft, kan de heffingskorting daarop toepassen en dan valt het loonheffingsbedrag weg, waardoor de netto uitkering fors stijgt.
  • Ouderen die naast de AOW een aanvullend pensioen van de werkgever krijgen, moeten kiezen op welke uitkering ze de loonheffingskorting toepassen. Deze belastingkorting wordt doorgaans met één uitkering verrekend: dat kan de AOW-uitkering zijn, of een aanvullende pensioenuitkering.

Kijk je naar de netto bedragen dan ontvangt een alleenstaande AOW-er exclusief de loonheffingskorting vanaf volgend jaar 1.082 euro per maand. Dat is een plus van 7,5 procent ten opzichte van juli 2022 en betekent netto 75,50 euro per maand erbij.

Iemand die samenwoont of gehuwd is, krijgt in 2023 een netto uitkering van 736 euro per maand exclusief de loonheffingskorting. Dat is een plus van 6,9 procent vergeleken met juli 2022 en komt neer op ruim 47 euro per maand netto erbij.

Zoals te zien is in de tabellen, kom je inclusief de loonheffingskorting voor een alleenstaande AOW-er ruim 271 euro per maand hoger uit en voor een gehuwde/samenwonende bijna 185 euro per maand hoger.

LEES OOK: AOW-leeftijd gaat vanaf 2028 waarschijnlijk verder omhoog: dit kun je verwachten