Is de aflossingsvrije hypotheek een financiële tijdbom of valt dat allemaal wel mee? Daar lopen de meningen flink over uiteen.

Begin deze maand bleek uit een peiling van de Consumentenbond dat slechts 1 procent van 6.000 ondervraagde consumenten de aflossingsvrije hypotheek als een probleem ziet. Bijna de helft van de respondenten met een aflossingsvrije hypotheek denkt die aan het eind van de looptijd grotendeels te hebben afgelost, of genoeg spaargeld te hebben om de hypotheek te kunnen aflossen.

Die laatste bevinding roept natuurlijk wel vragen op: de andere de helft van de ondervraagden weet kennelijk niet of er aan het eind van de looptijd voldoende eigen geld is om de aflossingsvrije hypotheek af te lossen. Tegelijk leven daar weinig zorgen over, getuige de 1 procent die de aflossingsvrije hypotheek als een probleem ziet.

Toezichthouders De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten maken zich meer zorgen over de aflossingsvrije hypotheek dan de gemiddelde huiseigenaar. Als gevolg hiervan is bankenclub NVB een campagne gestart ‘Word ook Aflossingsblij‘, waarbij geldverstrekkers hun klanten moeten benaderen om te kijken of ze later niet in de problemen komen.

Aflossingsvrije hypotheken brengen meer risico’s met zich mee voor geldverstrekkers, omdat je tijdens de looptijd van de hypotheek niet aflost. Dat betekent dat er aan het eind van de looptijd spaargeld beschikbaar moet zijn om de hypotheek af te lossen, of dat er een nieuwe lening moet worden afgesloten. En onzeker is hoe hoog je inkomen dan zal zijn.

Hypotheekadviseur Van Bruggen Adviesgroep constateert in de nieuwsbrief van deze week dat er veel misverstanden leven over de aflossingsvrije hypotheek.

Van Bruggen adviseert huishoudens die zo'n hypotheek hebben om goed te kijken wat er gebeurt met de hypotheeklasten als je met pensioen gaat. Ook is het verstandig om de gevolgen voor de hypotheekrenteaftrek in kaart te brengen en bijvoorbeeld de consequenties als een partner komt te overlijden.

Dit zijn volgens Van Bruggen de vijf grootste misverstanden over de aflossingsvrije hypotheek:


1. Een aflossingsvrije hypotheek hoef je niet af te lossen

Tijdens de looptijd van de hypotheek betaal je alleen rente en en geen aflossing. Hierdoor zijn de maandlasten van de aflossingsvrije hypotheek relatief laag. Maar aan het einde van de looptijd van een aflossingsvrije hypotheek, meestal dertig jaar, moet je de volledige lening wel aflossen.

2. Je kunt een aflossingsvrije hypotheek aan het eind van de looptijd niet meer verlengen

Na dertig jaar loopt het hypotheekcontract af en moet je de lening aflossen. Maar vaak kun je bij dezelfde geldverstrekker wel een nieuwe lening afsluiten, waarmee je de oude hypotheek aflost.

Aan het 'doorrollen' van een aflossingsvrije hypotheek zitten wel wat haken en ogen. Als je pensioeninkomen bijvoorbeeld lager is dan wat je verdiende toen je de hypotheek afsloot, kan het zijn dat je minder kunt lenen. En dus een stukje van de oude aflossingsvrije hypotheek moet aflossen.

Van Bruggen geeft als tip dat het wellicht handig is om een aflossingsvrije hypotheek tien jaar voordat je met pensioen gaat, open te breken en een nieuwe hypotheek af te sluiten die weer een looptijd van 30 jaar heeft. Dat kan gunstiger zijn, omdat je in de jaren voor je pensioen nog een hoger inkomen hebt.

Let wel op: voor nieuwe hypotheken stellen geldverstrekkers vaak de eis dat je maximaal de helft aflossingsvrij kunt financieren. Dus misschien moet je deels voor een andere hypotheekvorm kiezen waarbij je wel tijdens de looptijd aflost.

3. Je hoeft je geen zorgen te maken over een aflossingsvrije hypotheek als je overwaarde hebt

Overwaarde is het verschil tussen de marktwaarde van je huis en de hoogte van je hypotheek. Ook als de aflossingsvrije hypotheek veel lager is dan de waarde van de woning, kan er een probleem zijn. Waar het immers om draait is dat je de rentelasten kunt dragen én geld op de bank hebt staan waarmee je de hypotheek in principe kan aflossen.

Momenteel zijn hypotheekrentes extreem laag, maar mochten die in de toekomst gaan stijgen, dan kunnen de rentelasten van een aflossingsvrije hypotheek flink aantikken als je een klein pensioeninkomen hebt.

4. Een aflossingsvrije hypotheek is een financiële tijdbom

Volgens Van Bruggen is de aflossingsvrije hypotheek zeker niet altijd probleem, zolang je als huiseigenaar maar zorgt dat de lening nu én in de toekomst betaalbaar is.

Vaak zijn de maandlasten van een aflossingsvrije hypotheek lager,  als je die vergelijkt met de huurlasten van een huurwoning. Het risico van de aflossingsvrije hypotheek zit 'm vooral bij laksheid, als het gaat om het opbouwen van vermogen om de hypotheek uiteindelijk te kunnen aflossen.

5. Een aflossingsvrije hypotheek is de goedkoopste hypotheek

De maandlasten van een aflossingsvrije hypotheek zijn relatief laag, omdat daarbij geen aflossingsdeel is inbegrepen. Maar op de langere termijn is een aflossingsvrije hypotheek toch duurder dan andere hypotheekvormen waarbij je wel tijdens de looptijd aflost, aldus Van Bruggen.

Bij een annuïteitenhypotheek heb je bijvoorbeeld hogere maandlasten, omdat je tijdens de looptijd zowel rente als aflossing betaalt. Maar aan het eind van de looptijd heb je geen schuld meer.

Als je in het geval van een aflossingsvrije hypotheek géén vermogen opbouwt tijdens de looptijd, zit je aan het eind nog steeds met de schuld. Die kan je dan wellicht overhevelen naar een nieuwe lening, maar daar betaal je dan wel weer rente voor. En dat maakt de hypotheek duurder.

Zorg je wel voor het opbouwen van een spaarpotje tijdens de looptijd van een aflossingsvrije hypotheek, dan moet je het spaargeld dat je opzij zet eigenlijk optellen bij de hypotheeklasten. Pas dan kun je de kosten goed vergelijken met andere hypotheekvormen waar je wel meteen aflost.


Lees meer over hypotheken en de huizenmarkt: