De Nederlandse belastingheffing moet eenvoudiger. De wirwar van speciale regelingen en aftrekposten maakt de belastingheffing gevoelig voor fouten en is voor burgers en bedrijven steeds moeilijker te behappen.

“Het is eerder gezegd, maar als we geen rem zetten op verdergaande complexiteit en geen stappen zetten naar een eenvoudiger belastingstelsel, neemt de kans op incidenten rondom belastingen en toeslagen in de toekomst toe”, constateert staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën in zijn ‘Fiscale vereenvoudigingsbrief’. Die werd eerder deze week op Prinsjesdag gepubliceerd.

Bij de brief zat ook een bijlage met een ‘lijst complex uitvoerbare regelingen’. Volgens Wiebes gaat het om een lijst met een “sterke mate van subjectiviteit”. Maar dit zijn dus belastingzaken waar de staatssecretaris zelf hoofdpijn van krijgt – Business Insider selecteerde 13 opvallende voorbeelden.

1) Beslagvrije voet

Het gaat hier om het deel van het inkomen waarop een deurwaarder geen beslag mag leggen, als iemand grote schuldproblemen heeft gekregen.

Wiebes hekelt vooral de afhankelijkheid van de informatieverstrekking door schuldenaren.  Die is problematisch omdat schuldenaren “vaak niet reageren of onvoldoende gegevens verstrekken. Dit kan leiden tot schrijnende situaties. De afhankelijkheid van informatieverstrekking door de burger betekent tevens dat de beslagvrije voet niet geautomatiseerd kan worden vastgesteld.”

Het kabinet is overigens wel bezig om de bepaling van de beslagvrije voet sterk te vereenvoudigen.

2) Bezwaar aantekenen bij aanslag inkomstenbelasting

Wiebes noemt als voorbeeld dat aanvullingen op een belastingaangifte formeel via een bezwaar moet worden doorgegeven. Dat bemoeilijkt de eenvoudige afhandeling.

"Een burger die een aftrekpost is vergeten op te voeren bij zijn aangifte en daar pas achter komt nadat hij een aanslag heeft ontvangen, moet in het huidige systeem bezwaar maken tegen de aanslag. Van de ruim 257.000 bezwaren in 2015 kunnen er 152.000 gekwalificeerd worden als aanvullingen, zonder dat er sprake is van een geschil."

3) BPM bij import

Dit betreft de aanschafbelasting (BPM) op geïmporteerde auto's. Wiebes noemt de problemen rond de discussie over de waarde van geïmporteerde auto's.

"De Belastingdienst kan vaak alleen door arbeidsintensieve en dure hertaxaties handhaven, wat feitelijk neerkomt op symptoombestrijding."

4) Btw-differentiatie

Ofwel: het verschil tussen het btw-tarief van 21 procent en het tarief van 6 procent. Het opheffen van het lage 6 procentstarief is politiek een heet hangijzer.

Maar de huidige situatie levert volgens Wiebes vaak "lastig te begrijpen situaties" op. Bijvoorbeeld: "Wel het verlaagde tarief kunnen toepassen op de levering van ’papieren’ boeken, maar niet op de levering van digitale of elektronische boeken."

5) Eigenwoningregeling (hypotheekrenteaftrek)

Bedoeld wordt hier de wetgeving rond de hypotheekrente-aftrek en het eigenwoningforfait. De hypotheekrenteaftrek wordt weliswaar in stapjes van een half procent per jaar beperkt, maar blijft volgens Wiebes een ingewikkelde regeling.

"Een correcte uitvoering door de banken en de Belastingdienst vergt een relatief grote inspanning en de kans op fouten blijft bovengemiddeld."

6) Fiscale steun voor oudedagsvoorzieningen (lijfrente)

Wiebes heeft het hier vooral over fiscale regelingen voor het zelf opbouwen van aanvullend pensioen, bijvoorbeeld via lijfrenteregelingen. "De beoordeling daarvan door de Belastingdienst vergt veel tijd, mede doordat bij burgers soms stukken moeten worden opgevraagd voor de controle. Bovendien is het niet in alle gevallen mogelijk de gegevens voor in te vullen in de aangifte."

7) Giftenaftrek

Ook weer zo'n regeling die maatwerk vergt bij het aanleveren van gegevens en automatisering bij de Belastingdienst in de weg staat.

"Uit de praktijk blijkt dat de regeling fraudegevoelig is en er een grote kans op vergissingen bij invullen is, zeker door de verschillende vormen van giften."

8) Schuldregelingen bij Toeslagen en Belastingen

De Belastingdienst heeft bij terugvorderingen te maken met twee aparte trajecten bij respectievelijk de Belastingdienst en de dienst Toeslagen.

"Een voorbeeld hiervan is dat bij Belastingen een betalingsregeling wordt gestart indien je hierom hebt gevraagd of als je niet op tijd hebt betaald, terwijl bij Toeslagen automatisch een betalingsregeling wordt aangeboden. Deze trajecten hebben ieder hun eigen voorwaarden en termijnen."

Niet handig, aldus Wiebes.

9) Mini-ondernemers en omzetbelasting

De opkomst van éénpitters, e-commerce en huiseigenaren met zonnepanelen zorgt voor meer rompslomp bij het heffen van de btw.

Wiebes: "Ik onderzoek op dit moment of de btw-regelgeving kan worden vereenvoudigd door de huidige, complexe kleineondernemersregeling in de btw te vervangen door een facultatieve omzetgerelateerde vrijstelling."

10) Scholingsuitgaven

Weer eentje waar de Belastingdienst kiespijn van krijgt. Onder meer vanwege het beoordelingscriterium: "Voor de Belastingdienst is het ook heel lastig om te beoordelen of scholingsuitgaven die in aftrek worden gebracht voldoen aan de voorwaarde dat het uitgaven zijn voor een opleiding of studie die gericht is op een (toekomstig) beroep."

11) Specifieke zorgkosten

Het gaat hier om een verzamelnaam van diverse ziektekosten waar mensen met een zeer laag inkomen, bijvoorbeeld alleen een AOW-uitkering, recht op hebben.

Wiebes noemt de regeling ingewikkeld en administratief tijdrovend, omdat gewerkt moet worden met aangeleverde bonnen en facturen.

"Deze aftrekposten leiden gezien de aard van de kosten tot veel (emotionele) discussies met belastingplichtigen."

12) Uitzonderingen bijtelling leaseauto

Dit betreft het bedrag dat leaserijders bij hun inkomen moeten optellen voor het privé-gebruik van zakelijke auto's.

Wiebes valt vooral over de uitzonderingsregelingen. "Een voorbeeld van één van de uitzonderingen is dat geen bijtelling verschuldigd is ingeval de bestelauto kennelijk ongeschikt is voor privégebruik. Dit vergt een fysieke beoordeling waarbij bovendien sprake is van een open norm die al snel tot discussie leidt."

13) Zzp: ondernemerschap en urencriterium

Wiebes heeft naar eigen zeggen een stap gezet met de opvolger van de VAR-verklaring. Hierbij kunnen zelfstandigen met modelovereenkomsten werken om te bewijzen dat ze ondernemer zijn.

Maar de staatssecretaris erkent dat "dit nog in transitie is". De ideale regeling is dus nog niet gevonden, vindt ook directeur Adrienne van Veen van MKB Belangen. Zij sprak onlangs van "een bloedbad".

Ook het urencriterium - standaard: minimaal 1.125 uren in een jaar besteden aan de onderneming - geeft steeds meer problemen door de opkomst van deeltijd-zzp'ers.

Wiebes waarschuwt: "Oplossingsrichtingen vergen een brede politieke en maatschappelijke discussie, want simpele, weinig ingrijpende oplossingen zijn er niet."