Zzp’ers hebben een grotere rol in de Nederlandse economie dan ooit tevoren. Vorig jaar telde ons land bijna 1,1 miljoen werkenden met een hoofdbaan als zzp’er, waarmee ze 12,1 procent uitmaken van de werkzame beroepsbevolking. In 2003 bedroeg dat aandeel nog maar 8,1 procent.

En alles bij elkaar dragen ze flink bij aan de economie. Zzp’ers verdienden vorig jaar samen 41,7 miljard euro, ofwel 5,7 procent van het nationaal inkomen. Dat melden ABN Amro en Adapt Groep dinsdag in een rapport over de rol van zelfstandigen in de economie.

Het rapport gaat vooral over de zelfstandige professional (zp’er): de hoogopgeleide zzp’er die zijn kennis voornamelijk inzet bij grote bedrijven. Een klein half miljoen Nederlanders draagt het stempel zp’er, waarmee ze dus bijna de helft van de totale groep zzp’ers uitmaken.

Dit zijn drie belangrijke bevindingen over de zp’er uit het rapport:

  • De zp’er verdient goed. Discussies over het loon van zzp’ers gaan vaak over bijvoorbeeld maaltijdbezorgers die tegen een bodemtarief van 16 euro per uur werken, maar de zp’er zit daar ver boven. Hun gemiddelde tarief ligt namelijk op 85 euro per uur.
  • Mannen vragen een iets hoger tarief dan vrouwen. Gemiddeld verdienen vrouwen met een hbo-diploma 3,45 euro per uur minder dan mannen, en vrouwen met een wetenschappelijke opleiding verdienen 2,75 euro minder.
  • De schaarste op de arbeidsmarkt is ook goed terug te zien in de tarieven die de zp’ers vragen. Het lukte 39 procent van de zp’ers om het afgelopen jaar een hoger tarief in rekening te brengen, al was 70 procent dat eigenlijk van plan.

Een flink deel van de zp’ers is het dus niet gelukt om tegen een hoger tarief te werken, al kan dat ook komen doordat 70 procent van de zp’ers in het onderzoek aangaf zijn tarief te willen verlagen bij een interessante opdracht. Misschien vonden de zp’ers die hun tarief niet verhoogd hebben hun werkgeluk dus belangrijker dan hun beloning.

Lees meer over zzp'ers: