ANALYSE – Italië is in een politieke crisis beland, nu premier Mario Draghi onvoldoende steun heeft gekregen van de grote politieke partijen in het land om een reeks hervormingsmaatregelen door te zetten.

Draghi kondigde afgelopen week zijn aftreden aan, terwijl tegelijkertijd de zorgen over een recessie in Europa toenemen. Hierdoor zingt het woord eurocrisis weer rond.

Voormalig ECB-president Draghi is de afgelopen jaren neergezet als Super Mario, de enige die de verstopte pijpleidingen van de Italiaanse economie zou kunnen repareren. Maar is dat terecht?

Het is opvallend dat voor financiële markten blijkbaar zoveel staat of valt met één persoon. Zeker omdat Draghi als technocratische interim-premier over minder dan een jaar sowieso het veld had moeten ruimen: uiterlijk begin juni 2023 zouden Italianen weer naar de stembus gaan; vervroegde verkiezingen vinden nu eind september plaats.

Met andere woorden, Draghi had nog maar maximaal een maand of tien om hervormingen door te voeren, of in elk geval het pad zodanig te effenen dat ook na zijn vertrek de weg voor hervormingen open lag.

Ambitieuze hervormingsplannen

Waarnemers zijn grotendeels lovend over de plannen die de Italiaanse regering presenteerde voor zo’n vijf dozijn hervormingen en een iets meer dan 130 investeringen om zo de vele tientallen miljarden uit het Europese Herstelfonds zeker te stellen. Italië is, als alles uitgekeerd wordt. verreweg de grootste ontvanger met 69 miljard euro aan subsidies en 123 miljard euro aan goedkope leningen.

De plannen zouden in grote mate moeten bijdragen aan de energie- en klimaattransitie en een digitaler, efficiënter Italië.

Wat betreft de hervorming van de arbeidsmarkt, juridische zaken en het stroomlijnen van de bureaucratie is al substantiële vooruitgang geboekt. Draghi heeft onder meer ingezet op het aanpakken van notoir rigide markten van taxi’s en stranduitbaters. 

Het pakket structurele hervormingen ligt vrij strak vast en zou voor augustus 2026 geïmplementeerd moeten worden. Volgens sommige experts is het daarom niet zo erg dat Draghi opstapt, omdat het hervormingspad geëffend is en er nauwelijks vanaf geweken kan worden.     

Ik kan tot op zekere hoogte meegaan in deze denkrichting, echter:

  • De hervormingen verschaffen de Italiaanse economie een betere uitgangspositie, maar in de praktijk moet nog blijken dat Italianen daar ook gebruik van maken. Draghi mag de pannen, het fornuis en de oven een flinke opknapbeurt hebben gegeven, de chefs moeten nog wel aan de slag om een lekkere pasta op tafel toveren.
  • Er ligt nog een waslijst aan geplande hervormingen en investeringen, waaronder maatregelen op het gebied van onderwijs, technologie en de arbeidsmarkt. Mocht een nieuwe regering lakser worden, dan zou het niet verbazen als Brussel uit angst voor een eurocrisis aarzelt om hard op te treden. Dat wil zeggen: toegezegde miljarden in kas houdt. Een belangrijke stok achter de deur voor hervormingen verdwijnt echter, als het conditionele karakter van de steun wordt losgelaten.
  • Draghi had de wind in de zeilen, omdat de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne een crisissfeer veroorzaakten. Het doordrukken van hervormingen ging daardoor relatief eenvoudig. Bovendien kon Draghi veel geld spenderen en begrotingstekorten laten oplopen om de Italiaanse economie te stimuleren. Als de teugels aangehaald moeten worden, zal een nieuwe premier het zwaarder krijgen.

Italië schuift naar rechts

Over de teugels aanhalen gesproken: de Italiaanse staatsschuld zit weer dicht tegen de 150 procent van het nationaal inkomen aan. Bovendien lijkt Italië de komende jaren met structureel hogere begrotingstekorten te kampen dan in de periode vóór de coronacrisis.

Het bovenstaande betekent dat Draghi niet met een gerust gemoed de deur achter zich dichttrekt. Zeker ook omdat de hervormingsagenda waarschijnlijk in handen komt van een rechtse coalitie onder leiding van de zeer nationalistisch-conservatieve Fratelli d’Italia van Giorgia Meloni, met als partners de Lega van Matteo Salvini en Forza Italia van Silvio Berlusconi.

De opkomst van Fratelli d'Italia baart menigeen zorgen, omdat de partij afstamt van de fascistische partij die supporters van Mussolini oprichtten na de Tweede Wereldoorlog. Bovendien onderhoudt Fratelli een eurosceptisch en anti-immigrantenplatform.

Bij deze zorgen passen nuanceringen. Meloni heeft zich zelden of nooit zo kritisch over de euro uitgelaten als de Lega van Salvini. Ze heeft zich altijd verzet tegen een Italexit. De voorvrouw werd een stuk milder over Europa, toen duidelijk werd hoeveel miljarden de kant van Italië opkwamen door het Herstelfonds voor de coronacrisis.

Meloni zal de Europese steun voor Oekraïne waarschijnlijk niet ondermijnen; ze predikt een harde lijn jegens Rusland. Fratelli zal nooit alleen kunnen regeren en dus hoogstwaarschijnlijk water bij de wijn moeten doen in de meest controversiële dossiers.

Italië en de eurozone: spanning kan snel oplopen

Wat betekent dit alles voor financiële markten en de Italiaanse en Europese economie?

Financiële markten zullen gecharmeerd zijn van Meloni’s beloften om de vastgeroeste Italiaanse bureaucratie aan te pakken en zich minder druk maken om zaken die onder een door Meloni geleide regering waarschijnlijk het meeste stof doen opwaaien: abortus, euthanasie en het homohuwelijk.    

De ECB had pech met de timing van het uit de doeken doen van het zogenaamde Transmissie Protectie Instrument (TPI). Dit wordt een selectief opkoopprogramma voor overheidsschulden, waarmee de centrale bank te grote renteverschillen in de eurozone wil bestrijden, maar zonder dat de ECB gezien wil worden als afkoper van politieke problemen in Zuid-Europa. Ga dat verhaal maar eens verkopen als Rome in brand staat….

Bovendien bestaat er een kans dat financiële markten de ECB gaan uitdagen om te kijken of ze in Frankfurt in staat zijn om een geloofwaardige lijn te trekken tussen stabiliseren obligatiemarkten en het monetair financieren van staatsschulden om de politiek uit de wind te houden.

Als de Italiaanse politiek instabiel blijft, zal de Italiaanse rente op verhoogde niveaus blijven bewegen. Dit maakt uiteindelijk de torenhoge staatsschuld moeilijker houdbaar. Overigens moet daarbij aangetekend worden dat inflatie en economische groei voor Italië een veel grotere impact hebben op de houdbaarheid van de overheidsschuld dan de rentestand, aangezien de gemiddelde looptijd van de uitstaande schulden 7,5 jaar is.

De hoge inflatie verzacht de schuldenlast enigszins en de Italiaanse groei was zeer behoorlijk de afgelopen tijd, waardoor de schuldenlast als percentage van het nationaal inkomen het afgelopen jaar gezakt is. Maar de groei lijkt nu sterk terug te vallen, waardoor die positieve bijdrage verwatert.

Het lijkt waarschijnlijk dat renteverschillen tussen Duitse en Italiaanse staatsleningen wat groter zullen blijven dan de afgelopen jaren. Maar sommige analisten doen iets te veel alsof Italië gedoemd is zonder Draghi. De voormalige ECB-baas is geen superheld en Meloni is minder de duivel dan soms wordt gesuggereerd.

Bovendien zijn financiële markten wel wat gewend als het aankomt op Italiaans drama: Draghi leidde de 67e Italiaanse regering in driekwart eeuw. 

Dit neemt niet weg dat de politieke onzekerheid in Rome weinig bevorderlijk is om de euro een boost te geven. Dat zal dus echt moeten komen van de Europese Centrale Bank, die zich ogenschijnlijk meer een havik toont dan aanvankelijk gedacht.

De vraag is echter of Frankfurt voet bij stuk houdt als de zorgen om Italië verder toenemen. Vanuit politiek oogpunt moet nu in elk geval wel degelijk met meer neerwaartse druk op de euro rekening gehouden worden.

De spanning in de eurozone kan snel oplopen als een minder hervormingsgezinde Italiaanse regering aantreedt, de ECB de hete kastanjes niet voor Rome uit het vuur wil halen en lastige besluiten over de rantsoenering van gas voor de winter moeten worden genomen.

Andy Langenkamp is senior politiek analist bij ICC Consultants, een onafhankelijk adviesbureau en researchhuis gespecialiseerd in valuta-, rente- en financieringsvraagstukken. Op het researchplatform van ICC leest u de analyses van een team van economen, technische analisten en Andy over financiële markten, economie en politiek.