Het luxe Zwitserse merk Montblanc kondigde donderdag aan een wel heel bijzondere vulpen te gaan verkopen. De nieuwe pennen zijn gemaakt van het hout van een boom die in 2011 de tsunami in Japan overleefde. Het natuurgeweld en de daaropvolgende atoomramp verwoestte een bos van 70.000 bomen – behalve deze ene boom.

De pennen moeten per stuk zo’n 4.000 euro kosten. Volgens de burgemeester van de stad waar de boom stond, moeten de pennen de herinnering aan de ramp levend houden. 20 procent van de winst op de pennen gaat naar zijn stad.

Zo’n uitzonderlijk, unieke pen past wel bij het niche-product dat de vulpen is geworden. Toch valt dat ook wel weer mee. De vulpen is nog steeds een gewild cadeau voor werknemers die lang bij de zaak zijn.

En hoewel zo’n ding mooi kan glanzen op een klassiek eikenhouten bureau, zijn er ook mensen die vulpennen echt nog gebruiken. Februari is bijvoorbeeld de maand van de International Correspondence Writing, een initiatief van mensen die niets liever doen dan handgeschreven brieven sturen.

Vraag neemt af, maar aanbod nog sneller

Er is nog een hele grote groep mensen die schrijven met een vulpen heel leuk vindt, weet Mark Rakers. Hij is de derde generatie pennenverkopers in ’t Vulpenhuis in Arnhem. De zaken gaan dan ook zeker niet slecht.

Er zijn wel collega's die de deuren hebben moeten sluiten, maar dat is voor de overblijvers goed nieuws, legt Rakers uit. "We zijn nog met maar zes à zeven serieuze schrijfwarenzaken. Dat is een flinke hefboom. De vraag naar schrijfwaren neemt af, maar de verkooppunten verdwijnen sneller. De overgebleven bedrijven hebben dus nog steeds bestaansrecht."

Naast 't Vulpenhuis zijn er ook De Vulpenwereld in Groningen, De Roos in Heemstede en P.W. Akkerman in Den Haag. Rakers: "We komen een beetje in nichemarkt terecht, maar een leuke bijkomstigheid daarvan is dat mensen er ook meer geld voor over hebben. Ik heb dus niks te klagen. Het zijn niet meer de jaren dat de sky de limit was, maar ik draai leuk."

De tsunami-pen van vierduizend euro zal hij niet gaan verkopen. Dat is meer iets voor de Randstad. "Daar is een veel internationaler publiek dat wat meer te besteden heeft. In mijn omgeving wordt ook wel handel gedreven hoor, er zijn wel wat verzamelaars, maar dit soort bedragen komt bij mij heel zelden voor. Tot aan duizend euro gaat het prima, maar de verkopen daarboven kan ik door de jaren heen tellen."

'Komt dit stuk alleen online, niet op papier?'

Een vulpenspeciaalzaak in de Randstad is P. W. Akkerman. De vulpennen-speciaalzaak zit sinds 1910 in de Haagse Passage. De kroontjespen wordt net als in Arnhem gehanteerd door iemand van de derde generatie: Arthur Akkerman.

“Komt je artikel alleen online te staan?” vraagt hij misprijzend. “Dus niet op papier? Wat erg.” Hij vindt e-mail “verschrikkelijk”. Natuurlijk moet hij zelf ook wel e-mailen – er is een webwinkel – maar hij schrijft nog graag handgeschreven brieven.

Een vulpen is daarbij “puur noodzaak”, aldus Akkerman. “Er gaat niks gaat boven een vulpen. Ik hoor vaak dat mensen na digitaal toch weer zelf gaan schrijven. Waarom? Ze zeggen dat ze met een vulpen beter kunnen denken. Je schrijft er veel prettiger mee dan met een balpen. Je handschrift is er ook veel mooier mee.”

Hofleverancier van het Nationaal Dictee

P.W. Akkerman verkoopt aan diplomaten, levert de vulpennen voor het Nationaal Dictee en is zelfs officieel hofleverancier. Ter gelegenheid van het honderdjarig jubileum in 2010 liet Akkerman een eigen serie inkt maken. Vele duizenden flesjes werden gemaakt: zestig milliliter inkt, beschikbaar in dertig verschillende kleuren, van nassaublauw tot hopjesbruin.

De “gefacetteerde inktflacon” heeft een lange hals waar een glazen knikker in zit. Door het flesje te kantelen vult de hals zich met inkt. De knikker zorgt ervoor dat de inkt erin blijft staan, zodat de schrijver zijn inktpen gemakkelijk kan vullen, zelfs als de inkpot al bijna leeg is.

Arthur Akkerman noemt de eigen inktflacons een wereldwijd succes; denk maar niet dat de winkel er honderd jaar mee blijft zitten. Vorig jaar werd een tweede oplage besteld, van evenzovele duizenden flesjes. Hoeveel precies wil hij liever niet aan de wereld laten weten. Dat zijn zijn winkelgeheimen. En waar hij zijn inkt heeft laten maken, zegt hij ook niet. Nee, niet in Nederland. Vroeger had je nog wel inkt van Talens, maar inmiddels zijn er geen Nederlandse vulpeninkt- en vulpenmakers meer.

'Mijn pensioen haal ik er wel mee'

Mark Rakers' zaak onderscheidt zich juist door niet uitsluitend luxe schrijfwaren aan te bieden. “Bij mij heb je ook al iets voor een tientje, met je naam erin gegraveerd. Omdat de Bijenkorf en de V&D dat ook doen, willen mijn collega's dat niet. Maar bij mij kan iedereen terecht.”

Voorlopig hoeven de vulpenspeciaalzaken nog geen streep te zetten onder hun lange geschiedenis, verwacht hij. “Wij hebben een ontzettend mooi product dat erg gewaardeerd wordt als cadeau voor jubilarissen en het tekenen van contracten. Er is ook nog voldoende mooi materiaal te krijgen. Ik zie de toekomst wel zitten – voorlopig is er nog voldoende handel. Of dat nog generaties doorgaat weet ik niet, maar mijn pensioen haal ik ermee.”