Tanks krijgen veel aandacht in de oorlog die woedt in Oekraïne. Met aan de ene kant het uitgebreide Russische arsenaal van modernere tanks en oudere modellen uit de Sovjettijd, en anderzijds de hypermoderne tanks die Oekraïne geleverd krijgt vanuit het westen. Denk daarbij aan de Duitse Leopard-tanks en de Amerikaanse Abrams.

Maar er is ook een andere, lichtere categorie pantservoertuigen die een grote rol speelt in de oorlog. Daarvoor wordt middenkalibermunitie gebruikt. De infanteriegevechtsvoertuigen en luchtverdedigingsvoertuigen die dergelijke munitie gebruiken, kunnen erg effectief zijn.

In Oekraïne maken beide partijen gebruik van 2A42 30-mm kanonnen uit het Sovjettijdperk die zijn gemonteerd op de door Rusland ontworpen voertuigen.

Daaronder vallen de BMP-2, BMP-3 en BMD-4M troepentransportvoertuigen, evenals Oekraïense versies van de BTR-3 en BTR-4, zo schreef militair expert Sam Cranny-Evans eerder dit jaar in het vakblad European Security and Defence.

Foto: Vladimir Pesnya/Host Photo Agency via Getty Images

De pantservoertuigen met middelgrote kanonnen worden veel ingezet door zowel de Russische als Oekraïense strijdkrachten, schreef Cranny-Evans. Ze kunnen een verwoestende uitwerking hebben.

Cranny-Evans haalde een Oekraïense soldaat aan die vorig jaar klaagde dat Russische pantserwagens "erger zijn" dan tanks. "De wonden die ze veroorzaken zijn verschrikkelijk. Je kunt zo een been kwijtraken. Een schot in het lichaam doet iemand bijna ontploffen."

De soldaat merkte op dat lichtere Russische pantservoertuigen op afstand makkelijker te vernietigen zijn, maar veel problemen geven in directe gevechten.

Kanonnen met middenkalibermunitie kunnen infanterietroepen van een afstand bestoken of zelfs een tank beschadigen. "Het is duidelijk dat infanterieformaties het slecht doen tegen kanonnen als ze niet worden ondersteund," schreef Cranny-Evans.

Foto: REUTERS/Sergei Karpukhin

Zware tank niet altijd effectiefst in de oorlog

Als het over tanks gaat, denkt het grote publiek al gauw dat het grootste kanon de beste vuurkracht heeft. Maar zo eenvoudig is het niet. Een zware gevechtstank zoals de Amerikaanse M1 Abrams of de T-72 van Sovjetmakelij is bewapend met kanonnen voor 120-mm of 125-mm munitie. Daarmee kunnen andere tanks op kilometers afstand worden uitgeschakeld.

Deze tanks hebben echter een beperkt aantal vuurrondes en de hoofdkanonnen hebben een beperkte vuursnelheid. Bovendien zijn de hoofdkanonnen van de zwaarste tanks voor veel doelen op het slagveld minder geschikt.

Tanks met grote kanonnen laten jagen op verspreide doelen zoals infanterie-eenheden is vaak minder effectief. Daarom hebben tanks ook machinegeweren om infanterietroepen aan te vallen of voertuigen zoals vrachtwagens uit te schakelen.

Tegelijk zijn juist de lichtere pantservoertuigen van belang vanwege hun wendbaarheid. Snelvuurkanonnen met een middelgroot kaliber, zoals het M242 Bushmaster 25-mm kettingkanon op het Amerikaanse M2 Bradley infanteriegevechtsvoertuig, combineren de vuursnelheid van een machinegeweer met de zwaardere granaten van een kanon.

De oorlog in Oekraïne is in zekere zin een testcase geworden voor de effectiviteit van verschillende soorten pantservoertuigen. Daarbij is duidelijk geworden dat gevechtsvoertuigen met kanonnen voor middenkalibermunitie een belangrijk element blijven in het arsenaal van grondlegers.

Michael Peck is een defensie-auteur. Zijn werk verscheen onder meer in Forbes, Defense News, Foreign Policy magazine, en andere publicaties.

LEES OOK: Een Oekraïense legerofficier belde een Russische helpdesk op, toen een buitgemaakte Russische tank niet wilde starten – dit gebeurde er