Afgelopen woensdag presenteerden de VVD, D66, CDA en ChristenUnie het nieuwe coalitieakkoord. Hierin zijn de partijen overeengekomen dat Nederlanders uiterlijk vanaf 2030 naar gebruik wegenbelasting gaan betalen. Met andere woorden: we gaan over op rekeningrijden.

In het akkoord wordt kort en bondig beschreven dat het plan is om de wetgeving de komende kabinetsperiode vast te leggen om rekeningrijden vanaf 2030 te laten ingaan. Het idee is om autogebruik te belasten op jaarlijks gereden kilometers onafhankelijk van locatie of tijd. Ook komt alle tol te vervallen, waardoor we gratis door de Westerscheldetunnel en de Kiltunnel en over de voorgenomen doorgetrokken A15 kunnen rijden.

Over de praktische invoering van het ‘Betalen voor Gebruik’ – zoals de coalitiepartijen het zo mooi noemen – wordt weinig gezegd. Ook wordt er met geen woord gerept over het wel of niet verdwijnen van de motorrijtuigenbelasting (bpm) bij de invoering van het rekeningrijden. Logisch zou zijn dat de bpm verdwijnt, want dat is mede een belasting op CO2-uitstoot, die ook bij het rekeningrijden wordt meegenomen in het bedrag dat je per gereden kilometer moet betalen.

Wel is duidelijk dat de overheid onderaan de streep niet minder wil verdienen aan de automobilist. Dat houdt in dat de regering stimuleert om minder of schoner te rijden, maar dat de verwachte daling van inkomsten uit accijnzen op diesel en benzine en de bpm worden verrekend in de kosten per gereden kilometer.

De inkomsten uit accijnzen en de bpm lopen terug, omdat er steeds meer elektrische auto's worden verkocht, waarbij beide vormen van belasting niet van toepassing zijn.

Coalitie wil een combinatie van een vlak- en ecotaks

De overheid heeft het al jaren over rekeningrijden. Dit zijn de drie meest gangbare opties:

  • Vlaktaks: Iedere kilometer wordt met hetzelfde bedrag belast, ongeacht waar of wanneer je die kilometer rijdt. 
  • Spitsheffing: Automobilisten betalen meer tijdens de spits en minder buiten de spits. 
  • Ecotaks: De hoogte van het te betalen bedrag hangt af van hoe energiezuinig de auto is. Eigenaren van ‘vieze’ auto’s zijn dus duurder uit.

In het coalitieakkoord staat dat het rekeningrijden niet locatie- of tijdsgebonden is. Dit zet een dikke streep door de spitsheffing. Men kan namelijk moeilijk achterhalen op welke tijden je waar gereden hebt.

Hiermee worden in eerste opzicht de privacyproblemen weggenomen. Het lijkt er hierbij namelijk op dat een in de auto gebouwd kastje dat meet waar, wanneer en hoe hard je rijdt, geen vereiste is in het nieuwe belastingstelsel.

Dan blijven er twee opties over. En het lijkt erop dat de betrokken partijen die samen gaan voegen. Een vast bedrag per kilometer ongeacht waar en wanneer, maar die wel afhankelijk is van wat voor auto je rijdt. Een kilometer afgelegd in een dieselauto zal hierdoor waarschijnlijk duurder uitvallen dan een kilometer in een elektrische auto. De stimulans om elektrisch te rijden moet er immers wel in enige vorm blijven.

Daarnaast wordt er niets gezegd over een vast bodembedrag. Het kan best zijn dat elke autobezitter een minimumbedrag per maand moet gaan betalen waar vervolgens verreden kilometers bij worden opgeteld. Anders is het straks mogelijk voor mensen met meerdere auto's om er ééntje mogelijk gratis voor de deur te hebben staan.

Onduidelijk hoe de gereden kilometers worden gemeten

Dan blijft er nog de vraag over hoe men de jaarlijks gereden kilometers gaat meten. Het simpelst lijkt om dit te doen via de kilometerstand die bij de jaarlijkse APK geregistreerd wordt. Daar zit al direct een valkuil, want nieuwe auto's hoeven de jaarlijkse keuring de eerste paar jaar van hun bestaan niet te ondergaan. Een klein euvel dat ondervangen kan worden door het invoeren van een jaarlijks registratiemoment.

Alle andere meetopties, zoals het eerder genoemde kastje in de auto, of camera's langs de weg die kentekens registeren zijn te duur om in te voeren of hebben overduidelijke problemen met de privacywetgeving.

Dan is er nog de vraag hoe de kilometers berekend gaan worden. Hierbij lijkt het meest logisch om dit na afloop van het jaar te doen en dat bedrag over het jaar daarop uit te spreiden. Een alternatief is om het te doen zoals de energieboeren: op basis van een schatting een maandbedrag bepalen voor het nieuwe jaar en dit aan het eind van dat jaar verrekenen met de daadwerkelijk gereden kilometers.

Alles bij elkaar heeft de regering nog een behoorlijke uitdaging om ervoor te zorgen dat rekeningrijden realiteit wordt. Maar gelukkig heeft de overheid nog even de tijd om deze problemen onder de loep te nemen.

Voor nu lijkt de invoering van rekeningrijden, onafhankelijk van de manier waarop, op veel steun te kunnen rekenen. Eerder dit jaar bleek uit onderzoek dat 58 procent van de Nederlanders voorstander is van de invoering van het 'Betalen naar Gebruik'.

LEES OOK: 1 op de 5 leaserijders denkt aan overstappen van elektrisch naar benzine door stijgende bijtelling voor elektrische auto’s