Wie geen deugdelijke urenregistratie kan laten zien, loopt het risico zijn zelfstandigenaftrek te verliezen. De rechtbank haalde onlangs een streep door deze aftrekpost, die de exploitant van een aantal huurwoningen had opgevoerd bij zijn belastingaangifte.
Ondernemers met een eenmanszaak, een v.o.f. (vennootschap onder firma) of maatschap kunnen 7.280 euro van hun inkomen aftrekken als zij jaarlijks minstens 1.225 uur met hun bedrijf bezig zijn.
Deze zelfstandigenaftrek, eventueel nog vermeerderd met de startersaftrek van 2.123 euro, verlaagt het belastbaar inkomen, zodat de ondernemer minder inkomstenbelasting hoeft te betalen. Mede dankzij deze aftrek betaalt een startende ondernemer over de eerste 25.000 euro maar zo’n 2.500 euro ofwel 10 procent aan inkomstenbelasting plus zvw-premie.
Ter vergelijking: een werknemer betaalt over de eerste 25.000 euro zo’n 5.000 euro aan belasting, het dubbele dus. Begrijpelijk dat veel ondernemers deze aftrekpost standaard opvoeren. De bijbehorende urenregistratie wordt vaak gezien als een overbodige formaliteit. Maar de Belastingdienst ziet het bijhouden van het aantal gewerkte uren helemaal niet als overbodig.
Bij bovengenoemde exploitant was de urenregistratie volgens de rechtbank niet erg overtuigend. Zo blijkt uit de uitspraak op 23 december 2014 van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De ondernemer had namelijk alleen een overzicht gemaakt van bepaalde taken en het aantal uren dat hij daaraan besteedde in een gemiddelde week. Wat iets anders is dan het daadwerkelijk bijhouden van de gewerkte uren.
Bovendien kon hij niet uitleggen wat hij bedoelde met uren die hij besteedde aan de door hem opgevoerde post ‘diversen’. De rechtbank besliste dan ook dat hij geen recht heeft op de zelfstandigenaftrek.
Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet. Ook schrijft hij tweewekelijks een column over personal finance.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl