Prijsstijgingen van minder duurzame woningen blijven achter in vergelijking met duurzamere woningen, zo blijkt uit een analyse van Het Kadaster.

De prijzen van huizen met een energielabel C of hoger stegen in het derde kwartaal van dit jaar met meer dan 10 procent op jaarbasis. Woningen met energielabel G, het laagst mogelijke label, stegen met minder dan 4 procent in prijs. Het verschil tussen deze twee categorieën wat betreft de prijsstijging bedraagt bijna 10 procentpunt.

In de bovenstaande grafiek is rechts de prijsontwikkeling van vergelijkbare woningen per energielabel in het derde kwartaal van 2022 te zien. In het het midden en links is de prijsontwikkeling voor respectievelijk het derde kwartaal van 2021 en 2020 weergegeven.

Te zien is dat het verschil in prijsontwikkeling tussen huizen met een hoog energielabel (groene kleuren) en lagere energielabels veel minder aanwezig was in de afgelopen twee jaar vergeleken met dit jaar.

De recente aandacht voor energielabels bij de verkoopprijs van woningen is niet verwonderlijk, gelet op de torenhoge energieprijzen. Kopers letten veel scherper op de kosten van energie van woningen en die zijn bij huizen met een hoger energielabel en betere isolatie vaak beter in de hand te houden.

“De energieprijzen zijn een hot item”, zei Benno Kolt, mede-eigenaar en makelaar van Zelfverkopen.nl in september tegen Business Insider. “Het begon na de zomervakantie. Drie maanden geleden werd door de meer analytisch ingestelde kopers weleens gevraagd naar stookkosten. Nu gebeurt dat veel vaker in elke prijsklasse”, vertelde hij. 

Lees ook: Energieprijs ‘hot item’ onder huizenkopers: ze vragen naar verbruik gas en stroom en hoge energierekening kan dealbreaker zijn, zeggen makelaars

Energielabel verplicht bij verkoop woning

Sinds 2015 is het voor mensen die hun woning willen verkopen verplicht om een energielabel te registreren. Het aantal woningen dat werd verkocht met energielabel A, het meest duurzame label, bedroeg in het eerste kwartaal van 2015 nog 14 procent. In het derde kwartaal van 2022 kwam dat aandeel uit op ruim 24 procent.

Tegelijkertijd zag het Kadaster een afnemende vraag naar woningen met een "slecht" energielabel, D of lager. Zo bedroeg het aandeel verkochte woningen met een dergelijk label in het eerste kwartaal van 2015 nog 43 procent. In het derde kwartaal van 2022 was dat gedaald naar ruim 33 procent.

Naast de verschillen in energielabels tussen verkochte woningen, analyseerde het Kadaster ook in hoeverre de duurzaamheid verschilt per eigenaar. Daaruit blijkt dat woningcorporaties relatief veel duurzame woningen in bezit hebben, wat wil zeggen woningen met een energielabel A, B of C.

Kleine investeerders bezitten relatief veel woonruimte met een energielabel D of lager, evenals woningeigenaren die zelf in het huis wonen.

Ook ziet het Kadaster de bereidheid van woningeigenaren om te investeren in duurzaamheid met de jaren afnemen. Zo is 75 procent van de eigenaren tot 45 jaar bereid geld te stoppen in een duurzamer huis of appartement. Van alle 55- tot 64-jarigen is dat minder dan 60 procent. Slechts 27 procent van de woningbezitters ouder dan 75 jaar wil nog energiebesparende maatregelen nemen.

LEES OOK: Huizen met hoger energielabel leveren meer op: zoveel hoger ligt gemiddelde verkoopprijs met hoger label