• Het inkomen van vrouwen daalt vaak na het krijgen van kinderen, maar meer kinderopvang is geen sluitende oplossing.
  • Traditionele opvattingen over de rolverdeling in een gezin spelen een grote rol bij de keuze om minder te gaan werken, meer dan gebrek aan opvangmogelijkheden, zo stelt het Centraal Planbureau.
  • Het CPB waarschuwt dat minder werken na de geboorte van een kind ook minder economische zelfstandigheid betekent.

Veel werkende vrouwen gaan er na het krijgen van kinderen in inkomen op achteruit. Dat ligt echter niet per se aan een tekort aan kinderopvang, zo blijkt uit een studie van het Centraal Planbureau (CPB).

De inkomensachteruitgang lijkt vooral te maken te hebben traditionele opvattingen over de rolverdeling tussen mannen en vrouwen.

Het CPB keek naar de effecten van kinderopvang op de inkomensongelijkheid in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Meer kinderopvangplekken zorgen er wel voor dat de inkomsten van moeders minder hard dalen, maar volgens het CPB is het effect maar beperkt. Een groot deel van de inkomensafname ligt dus niet bij een gebrek aan goede opvangmogelijkheden.

In het onderzoek is onder meer gekeken naar het effect van de uitbreiding van plekken in de kinderopvang op de inkomsten van moeders. Vanwege de verhoging van de kinderopvangtoeslag nam het aantal plekken in de opvang fors toe in de periode 2006 tot en met 2009.

In gemeenten waar dat aanbod steeg was de inkomstendaling van moeders minder sterk dan in gemeenten waar dat niet het geval was, maar dat effect is volgens het CPB dus te gering om te verklaren waarom inkomens van vrouwen zo sterk dalen. Het bureau wijst in plaats daarvan naar de traditionele opvattingen over de rolverdeling waardoor vrouwen minder uren gaan werken.

SER adviseerde 2 dagen zekere kinderopvang

De Sociaal-Economische Raad (SER) adviseerde begin deze maand dat alle kinderen sowieso de kans zouden moeten krijgen om twee dagen per week naar de opvang te gaan. Dat zou de arbeidsparticipatie van vrouwen ten goede komen.

Opvang kan ook helpen om achterstanden te verkleinen en om kinderen meer kansen te bieden als ze opgroeien, zo stelde de SER. Wel wijst ook de SER erop dat Nederland een notoire deeltijdcultuur heeft waarbij traditionele rolpatronen een rol spelen.

Zomaar standaard twee dagen kinderopvang regelen vanuit de overheid kan er volgens de raad zelfs voor zorgen dat de opvattingen over deeltijdwerk verder verstevigd worden. Twee dagen opvang kan dan de norm worden, in plaats van een opstap. Daarom moet het hele stelsel van opvangvoorzieningen uiteindelijk op de schop.

Stellen met twee vrouwen zien gelijkmatiger inkomensveranderingen

Uit eerder onderzoek kwam naar voren dat het inkomen van moeders zeven jaar na de geboorte van hun eerste kind gemiddeld 46 procent lager ligt dan dat van vergelijkbare vrouwen zonder kinderen. Dat komt vooral doordat vrouwen minder uren gaan werken. Bij mannen geldt dit niet.

In stellen met twee vrouwen zijn de veranderingen in het inkomen na het krijgen van het eerste kind meer gelijk verdeeld tussen de partners.

Onder mensen die vaker een bezoek brengen aan een kerk of een andere religieuze bijeenkomst leeft doorgaans een traditioneler beeld over de verdeling van arbeid en zorg tussen moeders en vaders. In gemeenten waar het kerkbezoek hoger ligt, daalt het inkomen van vrouwen gemiddeld gezien ook harder.

Verder is ook naar migratieachtergrond gekeken. Moeders met een migratieachtergrond in Suriname of de Nederlandse Antillen blijven na het krijgen van kinderen meer uren werken dan moeders zonder migratieachtergrond. Moeders met een migratieachtergrond in Marokko of Turkije stoppen juist vaker helemaal met werken. De verschillen treden ook op onder hoogopgeleide moeders.

De inkomensdaling in Nederland is volgens het CPB in vergelijking met landen als Zweden en Denemarken relatief groot, maar nog niet zo sterk als in Oostenrijk en Duitsland. Het CPB waarschuwt dat minder werken na de geboorte van een kind ook minder economische zelfstandigheid betekent. Het kan ook effect hebben op de verdere carrière en pensioenopbouw.

Lees ook: