• Per 1 juli gaat het bruto minimumloon in Nederland met ruim 3 procent omhoog, maar wat betekent dat netto?
  • Voor mensen van 21 jaar en ouder die 36 uur per week werken, betekent de verhoging van het minimumloon dat ze er per maand 38 euro netto op vooruit gaan.
  • De loonstijging is relatief fors omdat berekeningen voor de loonsverhoging plaatsvinden op basis van het bruto uurloon.
  • Lees ook: Dit zijn de 10 best betaalde, populaire bijbanen in Nederland: van chauffeur tot bijlesdocent

Werkenden die het minimumloon verdienen, gaan er vanaf 1 juli maandelijks zeker 38,13 euro netto op vooruit. Dat is bijna 1,9 procent meer dan het huidige minimumloon. Dit heeft HR-dienstverlener Visma Raet berekend.

Mensen die het minimumsalaris verdienen en 40 uur per week werken, gaan er volgens de dienstverlener het meest op vooruit. Zij ontvangen straks 43,32 euro netto extra, een stijging van iets meer dan 2 procent.

Werkenden die 38 uur per week maken, zien een 39,76 euro hoger loon op hun bankrekening staan. Dat is ruim 1,9 procent meer.

Nederlanders die wekelijks 36 uur werken, zien 38,13 euro meer geld binnenkomen, ofwel net geen 1,9 procent.

Berekening minimumloon op basis van bruto uurloon

Dat mensen die meer werken er meer op vooruitgaan, komt volgens manager wet- en regelgeving Fred Asbroek bij Visma Raet doordat sinds januari wordt gewerkt met een bruto minimumuurloon, niet meer met een fulltime minimumsalaris. "Omdat medewerkers met een 40 uurscontract meer uren werken dan die met een 36 uurscontract, stijgt hun brutosalaris sneller."

Het bruto minimumuurloon gaat vanaf volgende maand met bijna 3,1 procent omhoog, van 13,27 euro naar 13,68 euro. Er waren plannen om dat extra te verhogen, maar de Eerste Kamer stemde daar in april tegen. Hoewel de grotere verhoging niet doorgaat, is de stijging vanaf 1 juli relatief groot volgens Visma Raet. De afgelopen vier jaar is het minimumloon vanaf 1 juli gemiddeld minder hard gestegen.

LEES OOK: Belastingambtenaar krijgt per ongeluk te veel salaris en wil dat niet terugbetalen: dit zegt de rechter