Banken verdienen een fors deel van hun geld met het verschil tussen rentes die ze ontvangen op hypotheken en bedrijfskredieten en rentes die ze betalen voor spaargeld en anderen leningen. De alsmaar dalende rentes vormen wat dit betreft een probleem.

Grootbank ING weet dat vooralsnog aardig onder controle te houden. Dat bleek donderdag uit de jaarcijfers van ING over 2019.

Over heel 2019 kwamen de netto rente-inkomsten (dus het verschil tussen ontvangen en betaalde rentes) uit op iets meer dan 14 miljard euro. Daarmee lagen de netto rentebaten 163 miljoen euro hoger dan een jaar eerder.

Onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van de zogenoemde netto rentemarge. Dat is het verschil tussen de gemiddelde rente die ING krijgt en de gemiddelde rente die de bank betaalt. Deze rentemarge wordt uitgedrukt in basispunten, waarbij 100 basispunten gelijk staat aan 1 procentpunt.

Te zien is dat de netto-rentemarge in het vierde kwartaal van 2019 iets is gestegen naar 157 basispunten, ofwel 1,57 procentpunt. Maar gemiddeld is deze winstmarge stabiel gebleven op 1,54 procentpunt.

ING wijst er in een toelichting op dat de rente-inkomsten in het vierde kwartaal positief uitvielen bij het bedrijfsonderdeel voor financiële markten. Ook weet wist de bank betere marges te halen op verstrekte leningen.

Negatieve rente is ook voor ING een probleem

Net als andere grootbanken kampt ING met het probleem van de negatieve rente. Zo moet de grootbank zelf een boetrente betalen van 0,5 procent voor geld dat bij de Europese Centrale Bank wordt gestald. Verder is het zo dat als ontvangen rentes op hypotheken en andere kredieten dalen, ING ook een lagere vergoeding wil geven aan spaarders om de rentemarge op peil te houden.

Dit laatste brengt het probleem van de negatieve spaarrente voor particuliere klanten in beeld. Als de bank ontvangen rentes ziet dalen, maar de spaarrente op nul procent houdt en niet verder verlaagt, komt er druk op de winstmarge.

ING kondigde daarom onlangs in Nederland aan een negatieve spaarrente te rekenen voor klanten met rekeningen waarop meer dan 1 miljoen euro staat. Voor gewone spaarders, met een bedrag tot 100.000 euro op de rekening, verandert er nog niets.

ING koos ervoor om de spaarrente voor deze groep op 0,01 procent te houden. Daarmee volgde ING niet het voorbeeld van rivaal ABN Amro, die onlangs besloot om voor deze spaarders de rente op nul te zetten.

ING ziet winst dalen door hoge kosten voor beter antiwitwasbeleid

Topman Ralph Hamers sprak donderdag van een uitdagend kwartaal slotkwartaal van 2019. ING heeft zijn winst in het laatste kwartaal van vorig jaar flink zien terugvallen. Het bankbedrijf maakte veel extra kosten in verband met zijn inspanningen om witwassen tegen te gaan. Ook kreeg ING een boete in Italië in verband met gebreken in het antiwitwasbeleid.

Dat ING in Italië een schikking had bereikt, kwam eind vorig jaar al naar buiten. Naar verluidt betaalde ING 30 miljoen euro om een punt te zetten achter de kwestie. Maar de bank had dit zelf nooit bevestigd.

Volgens ING valt het boetebedrag binnen een eerder genomen voorziening van 40 miljoen euro, maar er is afgesproken dat de financiële details niet worden vrijgegeven. De in verband met het hele proces ingestelde klantenstop in Italië is nog steeds van kracht. ING verwacht dat deze over een aantal maanden pas mag worden opgeheven.

De bank moest ook geld opzijzetten in verband met leningen die mogelijk nooit terugbetaald worden. Er werd tevens een voorziening genomen in verband met een mogelijke fraudezaak bij een klant in Azië.

De nettowinst zakte in het vierde kwartaal van 2019 met bijna 31 procent ten opzichte van een jaar eerder, tot 880 miljoen euro. De bank was ook de voorgaande kwartalen al veel geld kwijt aan het verbeteren van de checks van klanten en geldstromen. Wereldwijd zijn daar nu ongeveer 4.000 medewerkers mee bezig.

Over heel 2019 kwam de nettowinst uit op 4,78 miljard euro, waarmee een plus van 1,7 procent werd neergezet vergeleken met een jaar eerder.

LEES OOK: ING gaat negatieve spaarrente rekenen vanaf €1 miljoen – daarmee komt de lat een stuk lager te liggen