Voor het jaar 2022 komt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uit op een gemiddelde stijging van prijzen van goederen en diensten van 10 procent. Dat is extreem, maar waarschijnlijk ook iets te hoog ingeschat. Het CBS overdrijft in zijn schatting namelijk de stijging van energieprijzen, zo erkent het statistiekbureau ook zelf.

Het inflatiecijfers van 10 procent is het hoogste sinds 1975. Vooral de energieprijzen zijn sinds de uitbraak van de oorlog in Oekraïne flink toegenomen. Ook werden boodschappen fors duurder en automobilisten waren veel meer kwijt aan de pomp.

De cijfers staan in schril contrast tot 2021 toen de jaarinflatie nog uitkwam op 2,7 procent. In 1975 waren consumentenproducten gemiddeld nog 10,2 procent duurder dan een jaar eerder.

Overschatting stijging energieprijzen door CBS in 2022

Bijna de helft van de hoge inflatie van afgelopen jaar komt voor rekening van de de prijsontwikkeling van energie, zoals elektriciteit, gas en stadsverwarming. Energie was gemiddeld 114 procent duurder dan in 2021.

Hier ligt echter ook een duidelijk probleem bij het meten van de prijsstijgingen. Het CBS kijkt namelijk naar de maandelijkse ontwikkeling van energieprijzen van contracten voor nieuwe klanten. Die zijn veel sterker gestegen dan de prijzen voor contracten van bestaande klanten. Daarbij speelt ook mee dat een deel van de huishoudens prijzen voor 1 jaar of langer heeft vastgezet.

De ontwikkeling van maandelijkse termijnbedragen die huishoudens betalen voor energie, laten dan ook een veel minder sterke stijging zien, dan de stijging van prijzen voor nieuwe contracten.

Het CBS heeft daar zelf onderzoek naar gedaan. Daaruit blijkt dat er het inflatiecijfer zoals dat momenteel wordt gepubliceerd ongeveer 3 procentpunt lager zou uitvallen in 2022, als je een meer realistische schatting maakt van de stijging van energieprijzen.

Boodschappen fors duurder

Voor voedingsmiddelen waren consumenten in 2022 liefst 10,8 procent duurder uit, zo schat het CBS. Die prijsstijging van voedingsmiddelen werd vooral veroorzaakt door vlees, zuivel, brood en granen, en groente. In 2021 daalden de prijzen van voeding nog met 0,2 procent.

Motorbrandstoffen gingen vorig jaar 18,1 procent in prijs omhoog. Dat was het tweede jaar op rij dat tanken flink duurder werd. In 2021 was de prijsontwikkeling al 16,8 procent. Een liter benzine kostte gemiddeld 2,07 euro in 2022, tegen 1,82 euro in 2021. De prijs van een liter diesel was 1,96 euro, tegen 1,46 euro een jaar eerder.

De loonstijgingen konden deze enorme inflatie niet bijbenen. Nederlanders gingen er daarom niet eerder zo veel op achteruit als in 2022, becijferde het CBS vorige week nog. Weliswaar stegen de cao-lonen met 3,2 procent het hardst sinds 2008, maar door de flinke prijsstijgingen hielden mensen in hun portemonnee toch veel minder over.

De laatste tijd gaan de prijzen wat minder snel omhoog. Vorige week kwam het CBS al met een snelle raming van de inflatie in december. Daaruit bleek dat de inflatie vorige maand was gedaald tot 9,6 procent. Dit was al de derde maand op rij dat de inflatie afnam. Dit cijfer heeft het CBS nu bevestigd.

De afname heeft alles te maken met de prijzen van gas, elektriciteit en ook benzine. Die liepen eerder vorig jaar nog heel hard op, maar laten de laatste tijd juist een daling zien. Wel is energie nog steeds fors duurder dan een jaar geleden.

LEES OOK: Lonen gingen in 2022 met iets meer dan 3% omhoog, maar inflatie was 10%: dus fors koopkrachtverlies