China heeft na bijna drie jaar het uiterst strenge coronabeleid losgelaten. De heropening van de Chinese economie wordt volgens het Britse weekblad The Economist de belangrijkste economische gebeurtenis van 2023. De verwachte opleving van de Chinese economie is goed nieuws voor de wereldeconomie, maar de heropening heeft ook schaduwkanten.

Nu China de draconische coronamaatregelen heeft geschrapt, is het coronavirus flink rond aan het razen en raken elke dag naar schatting tientallen miljoenen Chinezen besmet.

Veel ouderen zijn niet gevaccineerd, de Chinese coronavaccins zijn minder effectief en de overheid heeft ook niet gezorgd voor genoeg medicijnen en bedden op de intensive care. Het gebrek aan betrouwbare data maakt het erg lastig om schattingen te maken, maar Amerikaanse zorginstituten houden rekening met 1 miljoen sterfgevallen in China.

Reizigers uit China mogen vanaf dinsdag 10 januari alleen Nederland in met een negatieve coronatest, zo maakte minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid afgelopen week bekend. Ook wordt iedereen per direct gevraagd om een mondkapje te dragen in het vliegtuig van en naar China. Andere EU-landen hebben vergelijkbare maatregelen genomen.

Als het virus in de loop van het jaar eenmaal is uitgeraasd, zal de Chinese economie naar verwachting een scherpe opleving kennen. Daarmee zal China een groot deel van de wereldwijde economische groei voor z’n rekening nemen. Zo rekenen economen van de Wereldbank voor China op een slappe groei van 2,7 procent over 2022, maar zien ze een herstel naar 4,2 procent groei dit jaar.

Chinese vraag naar grondstoffen kan inflatie aanjagen

De heropening van China heeft echter pijnlijke bijwerkingen, schrijft The Economist. In veel delen van de wereld zal het niet leiden tot meer groei, maar tot hogere inflatie en hogere rentetarieven.

Centrale banken zijn hun beleidsrentes al in hoog tempo aan het opschroeven om de inflatie te bestrijden. Als prijzen van tal van grondstoffen als gevolg van de toenemende Chinese vraag omhoog gaan, zal het verkrappende monetaire beleid langer volgehouden moeten worden. Vooral landen die grondstoffen importeren, zoals de meeste westerse landen, lopen dat risico.

Diverse marktanalisten hebben al aangegeven dat de olieprijs door een heropening van de Chinese economie weer kan stijgen tot boven de 100 dollar per vat. Dat is een kwart hoger dan nu en zal een nieuwe hindernis vormen bij het indammen van de inflatie.

Europa moet zich ook zorgen maken over de gasleveringen later dit jaar. Door het strenge coronabeleid was de Chinese vraag naar gas relatief laag en was het voor Europa in 2022 makkelijker om alternatieven te vinden voor Russisch gas, bijvoorbeeld via de import van vloeibaar aardgas per schip.

Maar een sterk herstel van China betekent meer concurrentie op de markt voor vloeibaar aardgas (liquified natural gas, lng). Afgelopen maand waarschuwde het Internationaal Energie Agentschap voor een scenario waarin Europa te maken krijgt met koud weer in het najaar en Rusland helemaal geen gas meer levert aan Europa. Dat kan leiden tot een gastekort van zo'n 7 procent in Europa.

Maar ook voor China zelf zal het niet 'business as usual' zijn, schrijft The Economist. De draconische coronamaatregelen en het in toenemende mate repressieve politieke klimaat in China maken het land een groter risico voor buitenlandse investeerders. Buitenlandse bedrijven zullen huiverig zijn voor maatregelen van de Chinese overheid die hun activiteiten schaden. Veel bedrijven zullen bereid zijn wat meer te betalen om elders te produceren, als dat politieke risico's kleiner maakt.

LEES OOK: Verenigde Staten, Europa en China kampen in 2023 allemaal met inzakkende economie: pittig jaar voor de boeg, volgens IMF