• De Europese centrale bank moet ervoor zorgen dat de inflatie in de eurozone weer afkoelt tot circa 2 procent.
  • Hoewel de inflatie de afgelopen maanden iets is afgenomen, is de stijging van prijzen van goederen en diensten nog altijd zeer fors.
  • Business Insider sprak met drie economen over de vraag of de huidige, hoge inflatie een tijdelijk fenomeen is.
  • Lees ook: Stevige renteverhogingen van de ECB kunnen economie in 2024 extra pijn doen

De Europese Centrale bank (ECB) wil de beleidsrente dit jaar verder verhogen om de hoge inflatie in de eurozone beter onder controle te krijgen. Maar het duurt waarschijnlijk nog even voordat we weer terug zijn bij de gematigde stijgingen van prijzen van goederen en diensten die in het afgelopen decennium gebruikelijk waren.

Voor januari komt de inflatie in de eurozone volgens een eerste raming uit op gemiddeld 8,5 procent. Dat is weliswaar iets lager dan de 9,2 procent van december, maar nog steeds zeer fors.

In de meest recente raming verwacht de ECB dat de inflatie weer het niveau van 2 procent bereikt in de tweede helft van 2025. Voor de kerninflatie, waarbij voedsel en energie uitgesloten zijn, verwacht de centrale bank een normalisatie eind 2025.

Het streven is echter om de inflatie sneller naar het doel van 2 procent te brengen, aldus Niels Gilbert, hoofd van de afdeling Monetair beleid van De Nederlandsche Bank (DNB), tegen Business Insider.

De verwachting is dus dat de inflatie in de eurozone niet blijft hangen op een structureel hoog niveau. "De inflatie is inmiddels dalende en de ECB werkt hard om dat proces te versnellen", aldus Gilbert.

Econoom Elwin de Groot van Rabobank vindt dat het op zeer korte termijn onwaarschijnlijk is dat de inflatie in de eurozone naar 2 procent zal dalen. Maar tegen het einde van het jaar ziet hij de kans daarop wel wat toenemen. "Ik denk dat we de komende maanden zullen we zien dat inflatie verder naar beneden gaat", aldus De Groot. "Er zijn wel wat verschillen tussen landen binnen eurozone. Maar grosso modo komt het allemaal naar beneden."

De belangrijkste factoren die volgens De Groot de daling van de inflatie veroorzaken, zijn de afgenomen verstoringen in de productieketens en de gedaalde energieprijzen.

De Groot: "Met name de Europese gasprijzen zijn fors gedaald. In de zomer van vorig jaar zagen we prijzen op niveaus van 200 euro tot 300 euro per megawattuur, nu hebben we het over 60 euro per megawattuur. Het is nog steeds vier tot zes keer zo hoog vergeleken met een paar jaar geleden, maar het is wel veel minder hoog dan in de vorige zomer. Dat werkt langzaam door inflatiecijfers."

Gilbert geeft de daling van energieprijzen ook aan als de belangrijkste reden waarom de inflatie afkoelt. Of de daling van energieprijzen via indirecte effecten doorwerkt in de kerninflatie is een moeilijker vraag, vindt de DNB-econoom. "Wat er met kerninflatie gaat geburen is spannender."

Inschatten inflatie lastig door reeks onzekere factoren

Econoom Lex Hoogduin wil geen uitspraken doen over waar de inflatie over een jaar zal zijn. Hij benadrukt dat er te veel onzekerheden zijn om zulke voorspellingen te doen. "We weten niet in hoeverre de dalende trend van inflatie zich doorzet of stabiliseert, of dat er een beweging de andere kant komt."

Hoogduin vindt de trend van de kerninflatie eveneens onzeker: "In december was de kerninflatie 5,2 procent in de eurozone. De opwaartse druk daarop blijft bestaan vanwege stijgende lonen en omdat consumentenbestedingen hoog blijven. Of gaan lagere energieprijzen zich vertalen in een lagere kerninflatie? Het blijft een onzeker plaatje."

De Groot en Hoogduin vinden dat je niet kunt zeggen dat de huidige daling van inflatie veroorzaakt is door het verkrappende monetaire beleid van de ECB.

Hoogduin: "Het beleid van centrale banken werkt vertragend door. De rente is nog veel te laag om te zeggen dat de huidige daling van de inflatie veroorzaakt is door de ECB. Ze zijn pas recent begonnen met het verhogen van de rente."

De Groot vind dat de effecten van het monetair beleid over het algemeen lang onzichtbaar blijven en het effect daarvan is onzeker. "Dat inflatie nu naar beneden komt, is het gevolg van gunstigere omstandigheden in energiemarkten. In onze economische modellen nemen we aan dat het effect van een rentestijging maximaal zijn effect bereikt tussen vier kwartalen en twee jaar. We moeten nu dus de eerste effecten zien."

DNB-econoom Gilbert vindt dat er eerlijk gezegd mag worden dat de grote klap omlaag voor de inflatie voortkomt uit energieprijzen die flink gedaald zijn en niet uit het beleid van de ECB. Hij geeft ook aan dat het meestal één tot anderhalf jaar duurt voordat je effecten van monetair beleid ziet op inflatie. Volgens Gilbert zijn er al de eerste tekenen dat het verkrappend monetair beleid werkt. "Je ziet dat er minder geleend wordt."

ECB moet voorzichtiger zijn met renteverhoging dan Amerikaanse centrale bank

Moet de ECB dan niet sneller de rente verhogen, zoals de Federal Reserve in de VS? Gilbert vindt van niet. De situatie in Europa is volgens hem anders dan in de VS. "Daar heeft de overheid de economie tijdens de pandemie meer gestimuleerd. Wij worden in Europa meer geraakt door de oorlog in Oekraïne. Bovendien is de ECB vrij agressief geweest met zijn verkrapping. Het is nog nooit eerder zo snel gegaan."

De Groot vindt dat de ECB voorzichtiger moet opereren dan de Fed. Hij merkt op dat de inflatie hardnekkiger is in de VS. "Voor de eurozone als geheel is het graadje minder erg dan in de VS. Er is meer ruimte om te groeien in Europa."

Daarnaast ziet De Groot risico's voor de ECB als de centrale bank te hard op de rem trapt. Dan kunnen bijvoorbeeld de rentes op staatsleningen in Italië oplopen. "Ik verwacht dan ook dat de rente van de ECB onder die van Fed zal blijven."

Hoogduin denkt dat de ECB de rente met grotere stappen van 0,75 procentpunt had moeten verhogen, in plaats van de stappen van 0,5 procentpunt. Omdat de Europese monetaire autoriteit later is begonnen met renteverhogingen, loopt de ECB achter bij andere centrale banken zoals de Fed. "De grote vraag is hoe ze nu doorgaan en of ze niet te snel gaan stoppen. Mijn zorg is dat de ECB te snel stopt."

De centrale banken hebben naast het verhogen van de rente een ander kanaal om monetair beleid te voeren: de afbouw van schuldbezittingen op de balans van de centrale bank. Daarmee zijn ze voorzichtig, vertelt De Groot. De Federal Reserve heeft hier wel een begin mee gemaakt en de ECB wil zijn balans vanaf maart gaan verkleinen. "De ECB wil niet in de situatie komen dat ze de rentes op obligatiemarkten laten oplopen. Maar wat we in de VS zien is dat de effecten meevallen."

Hoogduin vindt het spannend wat de afbouw van de balans gaat doen met de risicopremies op Zuid-Europese obligaties. "In theorie moet dit opwaartse druk geven voor de langlopende rentes. In de VS hebben we tot nu toe geen dramatische effecten gezien."

Lees meer over de ECB: