Nederlandse huizenprijzen zijn ook in het slotkwartaal van 2021 hard gestegen, met gemiddeld bijna 21 procent. Een huis werd afgelopen kwartaal voor gemiddeld 438 duizend euro verkocht.

Dat blijkt uit de donderdag gepubliceerde cijfers van makelaarsvereniging NVM.

De prijsstijging ging afgelopen kwartaal het snelst bij tussenwoningen. Een gemiddelde tussenwoning kost inmiddels 386 duizend euro. Dat is 22,5 procent meer dan een jaar geleden.

Vrijstaande woningen kenden een gemiddelde prijsstijging van 18 procent in het vierde kwartaal van 2021, vergeleken met een jaar eerder. Appartementen werden gemiddeld 19,9 procent duurder.

De enorme prijsstijging ging gepaard met aanhoudende krapte in het aanbod. Er werden in de laatste drie maanden van 2021 35.703 woning verkocht. Dat is 23 procent minder dan in het slotkwartaal van 2020. Wel is er sprake van een stijging van 10 procent vergeleken met het derde kwartaal van 2021.

Indicatief voor de krapte op de huizenmarkt is dat 4 op de 5 woningen in het slotkwartaal van 2021 boven de vraagprijs werd verkocht. De gemiddelde verkooptijd bedraagt 23 dagen.

Per saldo werden er afgelopen jaar door NVM-makelaars in totaal 140 duizend woningen verkocht. Dat is 32.000 minder dan een jaar eerder. De daling was vooral sterk bij 2-onder-1-kap woningen, waarvan er 24 procent minder werden verkocht.

"We constateren dat de oplevering en realisatie van nieuwbouw stagneert", zei NVM-voorzitter Onno Hoes donderdag in een toelichting op de cijfers. "Dus stokt de doorstroming en loopt de markt vast. De focus op een ruimer woningaanbod is cruciaal. Daarom moeten we ook de nieuwbouw snel op gang krijgen. Dan komt de doorstroming op de woningmarkt op gang."

LEES OOK: Makelaars zijn in 2021 gemiddeld €440 duurder geworden, maar verdienden niet meer – dat komt omdat er minder huizen zijn verkocht