Het aandeel ouderen met een eigen woning is in de afgelopen tien jaar fors gestegen. Uit een analyse van Van Bruggen Adviesgroep op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat 65-plussers vorig jaar 28 procent van alle koopwoningen in Nederland bezaten, terwijl dat in 2010 nog 19 procent was.

Vergeleken met ouderen bezitten jongere mensen relatief weinig eigen woningen. Dat was altijd al zo, maar doordat het steeds lastiger wordt om in te stappen op de huizenmarkt is het aandeel van mensen onder de 35 jaar met een eigen woning het afgelopen decennium verder gedaald.

In 2021 bezat slechts 11,5 procent van de Nederlanders onder de 35 jaar een eigen huis. In 2010 was dat 14,1 procent. Overigens is ook het aandeel van het huizenbezit in de middengroep tussen de 35 jaar en 65 jaar gedaald.

Van Bruggen Adviesgroep constateert ook dat senioren gemiddeld over een grote overwaarde beschikken, dankzij de gestegen huizenprijzen en de veelal kleine hypotheek die ze nog hebben. De overwaarde staat hier voor het verschil tussen de geschatte marktwaarde van woningen en de hoogte van de hypotheek.

Zo hebben 85-plussers vrijwel hun hele hypotheek afgelost en daardoor een gemiddelde overwaarde van bijna 352.000 euro. Maar ook in de leeftijdsgroep van 65 tot 75 jaar is er sprake van een flinke overwaarde van gemiddeld bijna 300.000 euro.

Voor jongere huiseigenaren tot 35 was de gemiddelde overwaarde in 2021 tussen de 80.000 en bijna 100.000 euro.

LEES OOK: Bijna 1 miljoen mensen willen verhuizen, maar kunnen geen goede woning vinden: vooral toename bij thuiswonende jongeren en 40-minners