Voor huizenkopers wordt het inbrengen van eigen spaargeld bij de aankoop van een woning steeds belangrijker.

In 2017 mag je nog maar 101 procent van de de waarde van de eigen woning lenen en volgend jaar wordt dat 100 procent.

“De bijkomende kosten bij het kopen van een woning zijn gemiddeld 5 à 6 procent, dus is er in 2017 bij een koopsom van 245.000 euro al snel 11.000 euro aan spaargeld nodig. En dat staat nog los van benodigd spaargeld voor de inrichting en verhuizing”, stelt Van Bruggen Adviesgroep deze week in een nieuwsbrief.

Dit komt er dus al snel op neer dan je pakweg 20 duizend euro eigen geld achter de hand moet hebben bij de aankoop van een nieuwe woning, om alle bijkomende kosten te dekken.

Voor starters op de huizenmarkt met rijkere ouders is dat wellicht geen probleem. Vanaf dit jaar mogen ouders eenmalig tot 100 duizend euro schenken als bijdrage voor de aankoop van een woning.

Sparen voor eigen woning

Maar wat als je zelf moet sparen om geld in een eigen huis te steken? De spaarrente is momenteel erg laag en ligt voor kortere looptijden om en nabij de 1 procent.

Stel dat je binnen pakweg twee jaar genoeg eigen spaargeld wilt hebben voor een eigen woning en mikt op een vermogen van zo'n 20 duizend euro. Hoeveel moet je dan dagelijks opzij zetten, als de spaarrente 1 procent is?

Een snelle rekensom leert dat ruim 27 euro per dag apart houden voldoende is - of zo'n 191 euro per week. Aan de slag!

LEES OOK: Klem tussen kopen en huren: dit is het grootste knelpunt op de woningmarkt