• Met adoptie uit het buitenland kun je een hond een beter leven geven.
  • Zorg er wel voor dat je in zee gaat met een betrouwbare stichting en informeer ook goed naar eventuele ziektes en karaktereigenschappen.
  • Business Insider behandelt 8 vragen die je moet stellen, als je overweegt een hond uit het buitenland te adopteren.
  • Lees ook: Kind of kat…of allebei: dit zijn de kosten van een extra huisgenoot

Tijdens de coronapandemie is het aantal huisdieren fors toegenomen. Inmiddels telt ons land ongeveer 1,8 miljoen honden, zo blijkt uit de laatste Pet Monitor, een rapport van Aeres Hogeschool Dronten en de HAS Hogeschool Den Bosch. Dat betekent dat ongeveer 1 op de 5 huishoudens een hond heeft.

Je kunt een hond kopen bij een fokker, maar ook overwegen om er een te adopteren uit het buitenland, zoals Spanje, Roemenië, Griekenland of Bulgarije. Dat is niet alleen een stuk voordeliger, maar je kunt hiermee ook een hond die het ellendig heeft een beter leven geven.

Let wel op het woordje ‘kunt’. Het gaat ook geregeld mis. Hoe voorkom je een mismatch?

1. Wat kost een hond eigenlijk?

Een hond is niet goedkoop, dus verdiep je vooraf goed in de kosten voordat je naar een nieuw huisdier op zoek gaat. De kosten voor de aanschaf van een adoptiehond uit het buitenland lopen nogal uiteen.

Gemiddeld moet je rekenen op 300 tot 400 euro, met uitschieters naar boven en onderen. Hier zijn de reiskosten en de kosten voor inentingen en castratie of sterilisatie bij inbegrepen.

Voor oudere honden of dieren met een beperking betaal je vaak een gereduceerd tarief.

Daarmee is een adoptiehond een stuk voordeliger dan een pup van een fokker, waarvoor je gemiddeld zo’n 1.400 euro kwijt bent.

Met de aanschaf van de hond ben je er natuurlijk nog niet. Voor de inventaris (mand, voederbakjes, riem en dergelijke) moet je rekenen op ongeveer 215 euro. Daarnaast ben je gemiddeld 620 euro per jaar kwijt aan voeding, de dierenarts en dergelijke.

In totaal kost een hond gedurende z'n leven dus ongeveer 10.000 euro, uitgaand van een levensverwachting van vijftien jaar.

2. Wat zijn de risico's van een geadopteerde hond?

In Zuid- en Oost-Europa leven veel zwerfhonden in schrijnende omstandigheden. Ze zwerven op straat, waar ze worden opgejaagd, of moeten hun dagen slijten in een overvol en sober asiel. Met adoptie kun je een hond uit deze situatie redden en hem of haar een beter leven geven.

Maar hoe zielig asielhonden in het buitenland ook kunnen zijn, het is wel belangrijk om ook goed stil te staan bij de nadelen en risico’s, voordat je er een in huis neemt.

Veel honden hebben een rugzakje. Ze zijn bijvoorbeeld angstig, kunnen schrikken van harde geluiden, zijn niet zindelijk, agressief of hebben verlatingsangst.

Om daar een relaxte hond van te maken, moet je de hond veel aandacht en begeleiding geven en vooral veel geduld hebben. In sommige gevallen gaan de gedragsproblemen nooit (helemaal) over, hoe hard je je best ook doet. Bedenk vooraf of je dat risico wilt nemen.

3. Hoe vind ik een betrouwbare stichting?

Er zijn heel veel stichtingen die honden uit het buitenland plaatsen. Helaas zitten daar ook organisaties bij die kwantiteit bovenaan hebben staan, in plaats van kwaliteit. Zij zijn erop gericht om zo veel mogelijk honden te plaatsen, zonder goed te kijken of er wel een match is. Als je met zo’n stichting in zee gaat, is de kans groot dat het voor zowel de hond als jou op een teleurstelling uitdraait.

Ga daarom op zoek naar een betrouwbare stichting. Een goed startpunt is op internet op zoek gaan naar reviews en om advies vragen bij mensen in jouw omgeving die al een buitenlandse hond hebben geadopteerd.

Een tweede stap is checken of de stichting door de Belastingdienst is erkend als ANBI (algemeen nut beogende instelling). Stichtingen met deze status moeten zich onder andere voor minimaal 90 procent inzetten voor het algemeen nut, mogen geen winstoogmerk hebben en de bestuurders mogen slechts een onkostenvergoeding en vaste vergoeding voor vergaderingen ontvangen. Ga ook na of de de stichting transparant is over hun activiteiten en de besteding van hun geld.

Een ander belangrijk aandachtspunt is de werkwijze. Een goede stichting gaat niet over één nacht ijs, maar kijkt goed of jouw thuissituatie aansluit bij de behoeften van de hond. Een vrijwilliger vraagt bijvoorbeeld of jij bijvoorbeeld al ervaring hebt met honden, hoe je woonsituatie is (of je in een flat woont of in een huis met tuin) en of er kinderen of andere huisdieren wonen. Er zijn ook stichtingen die vooraf een huisbezoek afleggen.

Verder is een goede nazorg een must, zodat je daar later terecht kunt met vragen of ondersteuning.

4. Wil ik rechtstreeks adopteren of via een opvangadres in Nederland?

Veel stichtingen laten honden op afstand adopteren. Op grond van de beschrijving en een foto maak je een keuze. Dit brengt wel extra risico's met zich mee, omdat je maar moet afwachten of de beschrijving klopt.

Er zijn ook stichtingen die werken met opvangadressen in Nederland. Ze laten de hond eerst opvangen in een pleeggezin en gaan vervolgens op zoek naar een nieuwe eigenaar. Die werkwijze heeft veel voordelen. Ten eerste is er veel meer over de hond bekend. Het gastgezin kan jou meer vertellen over het gedrag en het karakter.

Ten tweede is de hond alvast gewend aan een huiselijke omgeving en de omgang met mensen. Ten derde kun jij alvast kennismaken met de hond, voordat je de knoop doorhakt. Dat maakt het makkelijker om een weloverwogen beslissing te nemen.

5. Is de hond gezond?

Laat je niet teveel meeslepen door zielige verhalen of foto’s, maar probeer goed te kijken of de hond die je op het oog hebt bij jou past en probeer onaangename verrassingen te voorkomen. Aan een mismatch op basis van medelijden heeft niemand iets.

Leishmania, hartworm, anaplasmose… Er kunnen in andere landen ziektes voorkomen die in Nederland niet bekend zijn. Zorg dat je goed op de hoogte bent van eventuele ziekten. Niet elke ziekte is (goed) behandelbaar. In sommige gevallen zal een hond blijvend medicijnen moeten slikken. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar het is wel belangrijk dat je dit vooraf weet.

Houd er wel rekening mee dat de medische voorgeschiedenis vaak niet bekend is, omdat het vaak om zwerfhonden gaat. Je loopt dus altijd het risico dat je hond tóch iets mankeert, ondanks zorgvuldig testen op veel voorkomende ziektes in het land van herkomst.

6. Wat is het karakter?

Vraag ook goed door naar de karaktereigenschappen van de hond. Is de hond ergens bang voor? Is hij waaks? Is hij erg gericht op het baasje? Heeft hij last van verlatingsangst? Kan hij goed overweg met andere honden of met katten? Is hij al zindelijk? Hoe is de hond met kleine kinderen? En heeft hij veel uitdaging en beweging nodig?

Natuurlijk kun je je hond in zekere mate trainen met een hondencursus, maar net als mensen hebben honden ook unieke karkaktereigenschappen. Bedenk goed welke eigenschappen voor jou belangrijk zijn en met welke eigenschappen je moeite hebt.

Kijk ook of jouw thuissituatie aansluit bij de behoeften van de hond. Een hazewindhond heeft bijvoorbeeld veel beweging nodig. Heb jij tijd om elke dag lange wandelingen met hem te maken? Heeft een hond veel verlatingsangst, dan is het niet handig als jij vaak van huis bent. Is een hond gewend aan het platteland, dan moet je je afvragen of hij gelukkig wordt in een appartement in de stad.

7. Kies ik een puppy of een volwassen hond?

Veel mensen hebben een voorkeur voor een pup. Puppy’s zijn niet alleen schattig, maar je kunt ze ook nog helemaal 'kneden'. Bedenk wel dat dit tijdrovend is.

Maar heb je ook weleens aan een oudere hond gedacht? Oudere honden zijn vaak al zindelijk, ze zijn vaak wat rustiger en al meer gewend.

8. Wat wordt het: een rashond of een vuilnisbakje?

Veel adoptiehonden zijn een ‘vuilnisbakkenras’: een kruising van verschillende hondenrassen. De term 'vuilnisbakje' klinkt nogal negatief. Maar bastaarden zijn vaak gezonder dan rashonden, omdat bastaarden niet zijn doorgefokt met erfelijke kwalen die bij een specifiek hondenras horen.

Wil je een rashond, kijk dan goed welke erfelijke aandoeningen bij dat ras veel voorkomen. Zo lijden veel Mechelse herders aan gewrichtsaandoeningen, komt epilepsie vaker voor bij bordercollies en hebben veel chihuahua’s last van hun knieschijven.

Daarnaast hebben rashonden specifieke karaktereigenschappen. Zo staan beagles erom bekend dat ze behoorlijk eigenwijs kunnen zijn en een groot jachtinstinct hebben. Duitse herders zijn vaak loyaal aan hun baas, maar willen ook worden uitgedaagd en hebben een consequente opvoeding nodig. Teckels zijn vaak waaks en hebben een groot jachtinstinct. En chihuahua’s kunnen behoorlijk temperamentvol zijn en ze zijn niet graag alleen.

Overigens blijkt uit onderzoek van Amerikaanse wetenschappers dat het ras van de hond minder invloed heeft op het gedrag dan vaak wordt gedacht, dus enige nuance is wel op zijn plaats.

Laat je hond rustig wennen

Door je goed te verdiepen in de behoeften van de hond, is de kans het grootst dat je hond bij jou een gelukkig leven krijgt.

Voor een succesvolle adoptie is het wel van belang dat je je hond rustig laat wennen aan zijn nieuwe thuis. Het leven in een asiel, de inentingen en de sterilisatie of castratie en het transport, zijn zeer stressvol geweest.

Geef je hond daarom de eerste weken veel rust en ontvang de eerste tijd geen bezoek. Ga in het begin alleen kleine, vaste rondjes wandelen, op rustige momenten en breid dit steeds verder uit. Geef je hond ook een duidelijke structuur, door voeding en wandelingen op vaste momenten in te plannen.

Vergeet uiteraard de veiligheid niet uit het oog. Zorg dat je hond goed (dubbel) is aangelijnd, laat hem niet onbeheerd in de tuin lopen en zorg ervoor dat je tuin goed is omheind: honden kunnen verrassend hoog springen.

Overweeg verder een hondencursus en heb bovenal veel geduld. Het duurt maanden en soms zelfs jaren voordat je hond is gewend. Maar als dat is gelukt, heeft je hond waarschijnlijk de tijd van zijn leven. En daar is het uiteindelijk om begonnen.

Lees meer over huisdieren: