De aanhoudend hoge inflatie in de Verenigde Staten jaag beleggers schrik aan. De kans op forse renteverhogingen van de Amerikaanse centrale bank blijft hiermee groot en dat is ongunstig voor aandelen.

De Amsterdamse AEX-index verloor dinsdag 1,8 procent en noteerde woensdag 0,4 procent lager op 681 punten.

Hogere rentes maken vooral voor groeibedrijven uit de techsector financiering duurder voor investeringen die pas verder in de toekomst winst opleveren. Daarnaast remmen hogere rentes in algemene zin de vraag van consumenten en bedrijven af, omdat lenen duurder wordt. En dat kan gevolgen hebben voor de bedrijfswinsten.

De consumentenprijzen in de VS zijn in augustus met 8,3 procent gestegen op jaarbasis, zo bleek dinsdag. Economen hadden echter gerekend op een afvlakking van de inflatie tot 8,1 procent.

De aandelenbeurzen in New York gingen hierop met dieprode cijfers de handel uitgegaan. Daarmee kwam een abrupt einde aan de recente reeks van winsten.

De Dow-Jonesindex eindigde uiteindelijk 3,9 procent lager op 31.104,97 punten. De brede S&P 500 zakte 4,3 procent tot 3.932,69 punten en de technologiebeurs Nasdaq kelderde 5,2 procent tot 11.633,57 punten. Het zijn de grootste verliezen in meer dan twee jaar.

Zwaarwegende techbedrijven als Amazon, Apple, Facebook-moeder Meta en Microsoft kregen rake klappen met koersdalingen tot wel 9 procent. Tesla verloor 4 procent.

Google-moeder Alphabet werd bijna 6 procent lager gezet. Google wordt geconfronteerd met schadeclaims tot 25 miljard euro in twee collectieve rechtszaken. De claims worden naar verwachting volgende week officieel ingediend. De twee zaken worden aangespannen namens uitgevers in het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie die zeggen dat ze zijn benadeeld door Google met praktijken rond digitale advertenties.

Ook flinke verliezen op beurzen in Azië

Woensdag kregen ook de beurzen in Azië harde klappen. In Tokio zakte de grote Japanse techinvesteerder SoftBank ruim 4 procent, elektronicabedrijf Sony verloor bijna 5 procent en chiptester Advantest raakte ook meer dan 4 procent kwijt.

De Japanse Nikkei-index werd daardoor 2,7 procent lager gezet ondanks een onverwachte stijging van de Japanse machineorders in juli.

De euro stond op 0,9973 dollar, tegen 1,0006 dollar bij het slot in Europa. Een vat Amerikaanse olie zakte 0,3 procent in prijs tot 87,53 dollar per vat. Brentolie kostte 0,7 procent minder op 93,38 dollar per vat.

LEES OOK: Beursgoeroe Jeremy Grantham waarschuwt: de finale fase van het barsten van de ‘superzeepbel op de beurs’ komt er spoedig aan