Het kabinet helpt ondernemers die getroffen zijn door de coronacrisis met staatsgegarandeerde leningen, maar dat zadelt bedrijven op met schulden.

Een slimmere manier om steun te verlenen is het eenmalig verlagen van de belastingen. Zo hoeven bedrijven geen aflossingen te doen, waardoor de kasstroom op peil blijft.

Bedrijven kunnen dan sneller de draad weer oppakken als de crisis achter de rug is.

Een belastingverlaging hoeft voor de overheid niet duurder uit te pakken. Doordat bedrijven sneller herstellen en er meer de crisis overleven, nemen de belastinginkomsten toe.

ANALYSE – De economie is op slot gezet. Bedrijven produceren minder of in het geheel niet, want het coronavirus moet onder controle komen.

Wanneer je daardoor schade oploopt, is er steun. Voor ondernemingen betreft dat staatsgegarandeerde leningen die moeten worden terugbetaald. De schade van de ondernemingen wordt dus niet vergoed, maar de financiële gevolgen uitgesteld.

Bovendien wordt de staatssteun via de banken gedistribueerd en dat gaat traag. Het bedrijfsleven heeft bij drastisch omzetverlies geen tijd om te wachten.

Steun verstrekken via belastingteruggave kan effectiever zijn en kost de staat waarschijnlijk geen extra geld.

Wat zijn de effecten van de huidige steunmaatregelen via de banken?

  • Het grote punt bij de steunmaatregelen is dat het leningen zijn en geen steun in de vorm van eigen vermogen. In plaats van inkomsten krijgen bedrijven dus leningen. Leningen hebben het effect dat de schade niet in één klap komt, maar in meer behapbare delen.
  • Het nadeel van de aflossingen van de leningen is dat die de cashflow belasten en er dus minder geld beschikbaar is voor investeringen. Die worden uitgesteld, waardoor leveranciers van investeringsgoederen pas later omzet gaan maken. Het herstelproces van de economische cyclus wordt vertraagd en dat is wat we niet willen.
  • Banken verstrekken de leningen die door de staat worden gegarandeerd. Dat brengt banken in een spagaat, omdat door het omzetverlies van hun klanten hun risico toeneemt. De staatsgegarandeerde leningen leveren de benodigde liquiditeit, maar daardoor verslechtert wel de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen, wat een belangrijk criterium voor banken is.
  • Elke onderneming wordt door zijn bank opnieuw beoordeeld en dat duurt te lang voor ondernemers die van de ene op de andere dag zonder omzet zitten.
  • De overheid vraagt de banken om bedrijven in leven te houden gedurende de lockdown met de gegarandeerde kredieten. En dat is iets anders dan wat een bank normaal doet: het verstrekken van leningen voor investeringen en groei. Wat nu door de staat gevraagd wordt, verlangt van de bank een andere houding.

Via belastingverlaging geef je sneller liquiditeit en eigen vermogen aan ondernemingen

Eigenlijk is de oplossing veel eenvoudiger dan de maatregelen die nu getroffen zijn: geef eenmalig steun door middel van een belastingverlaging over het laatste belastingjaar (2018 of 2019), waarvan de aanslag is vastgesteld. Keer deze teruggave direct of eventueel voorlopig uit.

De hoogte van de verlaging kan bepaald worden aan de hand van de inschatting van de tijd dat de maatregelen duren. Achteraf kun je dat eventueel corrigeren. De voordelen zijn:

  • Je compenseert daadwerkelijk verliezen en vult een gat ontstaan door omzetverlies niet op met schulden, maar met eigen vermogen.
  • Met deze vorm van compensatie verslechtert de verhouding eigen en vreemd vermogen niet.
  • Eigen vermogen is het economisch immuunsysteem en de sleutel tot herstel.
  • Er is geen sprake van langdurige beoordelingsprocessen voor risico, slechts die voor de belastingaangifte. En die kunnen achteraf plaatsvinden. Een groot aantal is al uitgevoerd.
  • Er is geen sprake van leningen, dus ook niet van aflossingen, waardoor toekomstige cashflow beschikbaar is voor investeringen. Bedrijven kunnen snel de draad weer oppakken. Dit is economisch herstel.

Belastingverlaging moet verder gaan dan compenseren voor het wegvallen van bedrijfswinst

De hoogte van die belastingverlaging is nog wel nader uit te werken, omdat alleen compenseren voor het wegvallen van winst niet voldoende zal zijn. De vaste kosten moeten immers nog steeds worden betaald. Vaste kosten zijn onafhankelijk van de omzet en lopen in principe door.

Van deze kosten is een deel personeelskosten, die via de NOW-regeling gereduceerd worden. Ten aanzien van de afschrijvingskosten heb ik in een eerder artikel al de suggestie gedaan dat de termijn verlengd kan worden, dan wel gedurende de periode van lockdown de afschrijving te stoppen. Hiermee reduceer je de kosten, maar wel slechts beperkt.

Er zijn nog andere vaste kosten, zoals bijvoorbeeld huur van onroerend goed en het leasen van auto’s. Als je per onderneming kijkt, is het verstandig op deze kosten te besparen. Maar op korte termijn kan dat niet gemakkelijk, want er zijn afspraken over. Daarnaast je wil de ondernemingen zo snel mogelijk weer open hebben. Ze moeten dus stand-by zijn en niet dicht, zodat de economische cyclus snel weer op gang komt.

Is belastingverlaging voor de staat een duurder alternatief dan de staatsgegarandeerde leningen?

Een eenmalige belastingverlaging is een gift en daarmee verdwijnt dat geld definitief uit de staatskas. Van een lening is het de bedoeling dat deze wordt terugbetaald en daarmee komt het geld weer terug in de staatskas. Het lijkt dus dat leningen voor de staat minder kostbaar zijn. Maar er moet rekening gehouden worden met het volgende.

Met een gift in plaats van een lening is er meer cashflow beschikbaar voor investering na de lockdown. Het herstel van de economische cyclus is sneller. Het effect daarvan is dat meer bedrijven in kortere tijd meer winst maken. Gevolg daarvan is weer dat de belastinginkomsten sneller hoger zijn.

Er gaan door lagere belastingen ook minder bedrijven failliet, waardoor er dus meer zijn die belasting betalen. Ook zijn er minder oninbare belastingontvangsten.

Steun geven door middel van een belastingverlaging is niet per se duurder voor de staat dan het verstrekken van gegarandeerde leningen, als je kijkt naar de snelheid waarmee je economisch herstel gerealiseerd hebt.

Bij de bankencrisis heeft herstel een jaar of acht geduurd en het niveau van voor die crisis is nog niet gehaald. Alle reden om deze crisis op een andere manier aan te pakken, zodat de schade voor alle partijen in het arbeids- en ondernemingsproces zo beperkt mogelijk blijft.

Ronald van Tol schreef het boek Cijfers bijten niet over het lezen van een jaarrekening en het begrijpen van een onderneming. Hij is zelfstandig organisatie-adviseur onder de naam Levende Cijfers. Voorheen werkte hij bij Capgemini Management Consultants en was hij kredietanalist bij ABN Amro en Rabobank.

Lees meer van Ronald van Tol: