• Vanaf augustus krijgen belastingplichtigen die afgelopen voorjaar aangifte hebben gedaan over het jaar 2021, nog te maken met een staartje van de vermogensheffing in box 3.
  • De berekening van de vermogensheffing in box 3 wordt namelijk nog aangepast en vanaf augustus moet de software van de Belastingdienst daarop zijn ingericht.
  • Het kan met name voor fiscaal partners lonen om na te gaan of er nog extra fiscaal voordeel te behalen valt op basis van de nieuwe berekeningsmethode voor de vermogensbelasting.
  • Lees ook: Fiscaal gunstig beleggen voor extra pensioen: dit zijn de mogelijkheden en verschillen bij 4 aanbieders

Wie dit jaar in maart of april aangifte heeft gedaan over de inkomstenbelasting in het jaar 2021, moet langer dan normaal wachten op de definitieve aanslag van de Belastingdienst. Dit heeft te maken met de perikelen rond de compensatie voor de zogenoemde ‘spaartaks’ die het kabinet doorvoert.

Maar de Belastingdienst streeft er wel naar zijn systemen zo te hebben ingericht dat vanaf augustus alsnog een goede berekening kan worden gemaakt voor de belastingheffing in box 3 voor spaargeld en beleggingen. Er kunnen dan definitieve berekeningen worden gemaakt over het bedrag dat je moet betalen over het jaar 2021, als je meer dan 50.000 euro aan spaargeld en beleggingen hebt.

Wie eerder dit jaar de belastingaangifte heeft ingediend met een fiscaal partner, moet extra opletten, zo signaleert vermogensplanner René Bruel van ABN AMRO MeesPierson. Fiscale partners kunnen er namelijk voor kiezen om de verdeling van het vermogen bij de belastingaangifte aan te passen, door de ene partner een groter of juist kleiner deel van het totale vermogen van de partners toe te kennen.

Bij de belastingaangifte over 2021 van dit voorjaar is dat nog volgens de oude heffingsbeginselen gebeurd. Maar mogelijk loont het om op basis van de aangepaste heffing in box 3 voor een andere vermogensverdeling te kiezen.

Zodra de systemen van de Belastingdienst zijn ingericht voor de nieuwe heffingssystematiek in box 3, kun je als fiscaal partner desgewenst de eerder gemaakte vermogensverdeling nog aanpassen.

Teruggaaf belasting box 3 bij aangifte 2021

Staatssecretaris Marnix van Rij van Financiën heeft aangegeven dat er voor de vermogensbelasting in box 3 wat betreft het belastingjaar 2021 een alternatieve heffing gaat gelden. Die is gebaseerd op de daadwerkelijke hoeveelheid spaargeld en beleggingen van belastingplichtigen.

Hieronder leggen we nog even uit wat het verschil is tussen de oude en de nieuwe systematiek.

In oude systematiek van box 3 is het zo dat de fiscus een fictieve indeling maakt van de verhouding tussen spaargeld en beleggingen. Er geldt hierbij per persoon een vrijstelling voor de eerste 50.000 euro vermogen. Voor fiscaal partners is de totale vrijstelling dus 1 ton.

Per individu geldt dat boven de vrijstelling van 50.000 euro een schijvensysteem is ingericht, waarbij de Belastingdienst uitgaat van een fictieve, vaste verhouding tussen spaargeld en beleggingen, ongeacht de daadwerkelijke hoeveelheid spaargeld en beleggingen.

Om te beginnen is er de aanname dat voor het vermogen boven de vrijstelling van 50.000 euro tot een bedrag van 100.000 euro, dus voor een bedrag van een halve ton, 67 procent wordt gespaard en 33 procent wordt belegd.

Voor het vermogen tussen pakweg een ton en 1 miljoen euro veronderstelt de fiscus dat 79 procent wordt belegd en 21 procent wordt gespaard; voor vermogen boven de 1 miljoen euro is de aanname dat alles wordt belegd.

Op basis van deze indeling wordt een bepaald verondersteld rendement toegekend aan het spaardeel (0,03 procent) en het beleggingsdeel (5,69 procent) van het vermogen, waarover vervolgens belasting wordt geheven.

Anders dan in de oude systematiek, wordt bij de nieuwe, aangepaste heffing in box 3 gekeken naar de werkelijke verhouding tussen spaargeld en beleggingen. Hierop wordt vervolgens dan nog wel een fictief rendement losgelaten, dat voor sparen op 0,01 procent is gesteld en voor beleggen op 5,69 procent.

Hoe meer spaargeld je werkelijk hebt, hoe hoger de teruggaaf in box 3

Bij de vraag of en hoeveel compensatie belastingplichtigen krijgen op basis van het verschil in uitkomst tussen de oude en de nieuwe heffingsmethode, hangt dus veel af van het verschil tussen de werkelijke verhouding tussen spaargeld en beleggingen van belastingplichtigen en de veronderstelde verhouding volgens de oude heffing in box 3.

Grofweg kun je hierbij stellen: hoe groter het daadwerkelijke aandeel van spaargeld in het vermogen, hoe hoger de potentiële compensatie. Lees hier meer over hoe dat in specifieke gevallen kan uitpakken.

Vermogensplanner Bruel van ABN AMRO merkt op dat als fiscale partners de vermogensverdeling die ze bij de belastingaangifte van dit voorjaar hebben opgegeven, gelijk laten, ze in sommige gevallen minder gunstig uit kunnen zijn wat betreft de lagere belastingdruk in box 3 op basis van de nieuwe heffingsmethode. Door te kiezen voor een andere vermogensverdeling kan dan alsnog een (groter) voordeel ontstaan.

Het hangt sterk af van individuele situaties of er al dan niet extra voordeel te behalen valt met een andere verdeling van het vermogen in box 3. Maar voor fiscaal partners kan het de moeite waard zijn om de aangifte voor de inkomstenbelasting van dit voorjaar erbij te pakken en te kijken wat ze aan belasting moesten betalen in box 3 op basis van de oude heffingssystematiek en de destijds opgegeven vermogensverdeling.

Vervolgens kun je dan, zodra de Belastingdienst in augustus zijn aangiftesoftware heeft ingericht voor de nieuwe berekeningsmethode, met die software kijken of een andere vermogensverdeling nog extra voordeel oplevert.

LEES OOK: Compensatie voor te hoge ‘spaartaks’ in box 3: dit kun je verwachten als je voor 2021 belastingaangifte hebt gedaan