• Het Fidelity Puritan Fund is een klassiek gemengd beleggingsfonds dat voor ongeveer 60 procent in aandelen en 40 procent in obligaties belegt.
  • Fondsbeheerder Dan Kelley behoorde de afgelopen vijf jaar tot de 7 procent beste presteerders in zijn categorie.
  • Kelley probeert met zijn selectiestrategie in te spelen op het extra rendement dat aandelen kunnen bieden en tegelijk de risico’s van forse dalingen te vermijden.
  • Lees ook: Beleggen in de zorgsector met een ETF of beleggingsfonds: 10 zaken om op te letten

Het Fidelity Puritan Fund van de gelijknamige Amerikaanse vermogensbeheerder Fidelity is een klassiek beleggingsfonds dat doorgaans rond de 60 procent van zijn vermogen in aandelen belegt en de rest in vastrentende waarden.

Fondsbeheerder Dan Kelley heeft het hiermee in de afgelopen vijf jaar beter gedaan dan 93 procent van zijn concurrenten en behoort dit jaar tot de 20 procent beste presteerders in zijn categorie, volgens databureau Morningstar.

Kelley was eerder werkzaam bij zakenbanken Goldman Sachs en Morgan Stanley, maar zit al weer 18 jaar bij Fidelity. In een gesprek met Insider geeft hij een inkijkje in zijn beleggingsstrategie.

“Op momenten dat iedereen vlucht, rentes oplopen, de werkloosheid toeneemt en veel particuliere beleggers willen verkopen, moet je extra scherp zijn. Dat zijn de momenten waarop je aandelen kunt kopen met zeer aantrekkelijke rendementskansen”, zegt Kelley.

Balans tussen aandelen en obligaties die schokbestendig is

Kelley is dus enigszins tegendraads, maar het belangrijkste geheim van het Fidelity Puritan Fund is de balans tussen aandelen en obligaties in de beleggingsportefeuille. Die moet ervoor zorgen dat deze in de meest markten schokbestendig is.

"Je hebt een basis van obligatiebeleggingen die voor stabiele inkomsten zorgt en daar voeg je aandelen aan toe die voor wat extra rendement zorgen", geeft Kelley aan. "De kunst is om te profiteren van opgaande aandelenmarkten én ervoor te zorgen dat je obligatiebeleggingen voor stabiliteit zorgen in dalende markten."

Eén van de weinige jaren dat deze aanpak niet goed werkte, was 2022. Voor het eerst in veertig jaar daalden zowel obligatiekoersen als aandelen door zeer sterk stijgende rentes. Maar dat ziet Kelley toch als een uitzondering, want in de meeste jaren werkt de balans tussen aandelen en obligaties prima.

Het aanhouden van een bepaalde portefeuilleverdeling tussen aandelen en obligaties, is op zich niet heel ingewikkeld. Maar dat kan niet gezegd worden van de specifieke selectie van aandelen en obligaties. Afhankelijk van de ontwikkeling van financiële markten en de economie, is de selectie van specifieke aandelen en obligaties bepalend voor het rendement van een beleggingsportefeuille.

De huidige markt kenmerkt zich door onzekerheid over de economische vooruitzichten en de bedrijfswinsten. Dat noopt tot voorzichtigheid, geeft Kelley aan. "Met de afkoeling van de economie nemen de risico's voor bedrijfswinsten toe, waarbij het effect van eerdere renteverhogingen door de Federal Reserve met vertraging doorwerkt. Dat rechtvaardigt een wat defensievere opstelling."

Kelley wilde tegenover Insider niet over individuele keuzes van aandelen uitweiden, maar een blik op de samenstelling van het Fidelity Puritan Fund laat zien dat ongeveer 62 procent van de beleggingsportefeuille is toebedeeld aan aandelen. Amerikaanse aandelen domineren hierbij, met als top 5 van grootste individuele participaties Microsoft, Nvidia, Mastercard, Apple en UnitedHealth.

Het obligatiedeel van de portefeuille bestaat voor bijna de helft uit Amerikaanse staatsobligaties en slechts voor 11,5 procent uit risicovolle bedrijfsobligaties met een hoger rendement.

Ondergewaardeerde aandelen met een sterk groeipotentieel

Bij de selectie van aandelen probeert Kelley te scoren door bedrijven te vinden die zijns inziens ten onrechte laag zijn gewaardeerd op de beurs, terwijl het groeipotentieel aanzienlijk is. Zijn aanpak, die zich richt op wat hij "mispriced growth" noemt, lijkt enigszins op de beleggingsstijl die 'growth at a reasonable price' wordt genoemd, ofwel GARP.

Toch is er een belangrijk verschil, volgens Kelley. GARP-beleggers zoeken vaak naar snel groeiende bedrijven die goedkoop zijn op de beurs. Zelf legt hij de nadruk op bedrijven waarvan de inkomsten en groeiverwachtingen zijns inziens verkeerd worden ingeschat, als je afgaat op de consensus onder analisten.

Kelley probeert dergelijke bedrijven te identificeren met eigen analyses van de waardering, de winstmarge, het rendement op het vermogen, de balans en de kasstromen. Scherp inzicht krijgen in het potentieel van individuele bedrijven is wat hem betreft uiteindelijk belangrijker dan de focus op economische indicatoren zoals de rente en de conjunctuur.

"Als je bedrijven met een aantrekkelijk groeiperspectief tegen redelijke waarderingen kunt kopen, dan zorgt dat op de lange termijn voor relatief hoge gemiddelde jaarlijkse rendementen. Tussentijdse dips van 10 procent, 20 procent of 30 procent, die op de korte termijn voor maagpijn zorgen, zien er bij dit soort aandelen op de lange termijn uit als kleine rimpelingen in een stijgende koersgrafiek", besluit Kelley.

LEES OOK: Beleggers zien rooskleurige combinatie van lagere inflatie en geen recessie: gaan aandelen jaartoppen aanscherpen?