ANALYSE – Dat je door te sparen of beleggen in een BV soms belasting bespaart, is inmiddels wel bekend. Maar een spaar- of beleggings-BV heeft meer voordelen.

Het duurt nog tot op zijn vroegst 2021 voor we belasting betalen over het werkelijke rendement van ons spaargeld en beleggingen. Dat bleek afgelopen week uit een toelichting van staatssecretaris Wiebes van Financiën. Tot die tijd zitten we vast aan door de overheid bedachte neprendementen van 2,9 tot 5,5 procent, afhankelijk van de omvang van het vermogen. De daarvan afgeleide vermogensbelasting bedraagt vanaf volgend jaar 0,87 tot 1,65 procent.

Om te voorkomen dat je meer aan belasting betaalt dan je aan rendement op je spaargeld en beleggingen krijgt, kun je een spaar- of beleggings-BV oprichten. Eerder dit jaar schreef ik al over dit onderwerp. In een BV betaal je 40 procent belasting over het werkelijke rendement; een laag rendement betekent dus weinig belasting.

Beleggen via een BV

Beleggen in een BV is vooral aantrekkelijk als je een behoorlijk vermogen hebt en een laag rendement verwacht. Het oprichten – bij de notaris – en onderhouden van een BV kost namelijk geld.

Bovendien moet je naar de notaris als je het startkapitaal geheel of gedeeltelijk weer uit de BV wilt halen. Omdat je in box 3 niet 40 maar slechts 30 procent belasting betaalt – over een zogenaamd rendement van minimaal 2,9 procent, dat dan wel – is een BV alleen voordeliger bij een rendement van minder dan 2,5  tot 3 procent.

Nu was 3 procent rendement op beleggen tot voor kort weinig. Het was voor de meeste beleggers dan ook niet rendabel om een beleggings-BV op te richten. Maar de tijden zijn veranderd.

Drie procent rendement niet slecht

Een rendement van 3 procent is voor een niet al te risicovolle beleggingsportefeuille een mooi streven. Een beleggings-BV is dan ook voor een toenemend aantal beleggers interessant. En niet alleen omdat alleen het werkelijke rendement wordt belast. Een BV heeft meer, misschien wat minder in het oog springende voordelen boven box 3.

  1. De beleggingskosten zijn aftrekbaar. Denk aan de kosten die je betaalt aan je bank, broker en/of vermogensbeheerder. Het gaat al snel om 0,5 tot 1,5 procent aan beleggingskosten. Zeker nu het verwachte rendement op alle beleggingen een stuk lager ligt dan vroeger, maakt het nogal wat uit of je de kosten voor de belasting kunt aftrekken – zoals in een BV – of niet – zoals in box 3.
  1. Verliezen zijn aftrekbaar. Als je gaat beleggen, mik je natuurlijk op een mooi rendement. Maar het kan tegenvallen. In een BV betaal je geen belasting als je in een bepaald jaar verlies hebt gemaakt. Sterker, je mag de verliezen in slechte jaren verrekenen met vroegere of toekomstige winsten. Dit heet in jargon carry-back en carry-forward. In box 3 moet je altijd belasting betalen, ook al is de waarde van je beleggingen gehalveerd.

Doordat in een BV het werkelijke in plaats van het fictieve rendement wordt belast en doordat verliezen zijn te verrekenen, krijgt een spaar- of beleggings-BV een beetje het karakter van een clickfonds.De pieken en dalen worden namelijk gedempt.

Een BV is daarom niet alleen geschikt voor spaarders en beleggers die verwachten een rendement van minder dan 3 procent te behalen, maar ook voor beleggers die de waardeschommelingen (na belasting) van hun beleggingen willen beperken.

Nog wel een waarschuwing. Het is niet ondenkbaar dat de overheid spaar- en beleggings-BV’s aan banden zal leggen. Al zie ik nog niet zo voor mij hoe dat zal gebeuren.

Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Business Insider volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet.