• Aandelen maken deel uit van vrijwel iedere beleggingsportefeuille.
  • Maar wie kiest voor aandelen, komt voor een aantal nieuwe keuzes te staan: op welke sectoren zet je in, kies je voor cyclische of defensieve beleggingen en hoe selecteer je aandelen?
  • Op deze vragen geeft Business Insider antwoord in het kader van de educatieve serie Beter Beleggen.

Je leest het derde artikel van Beter Beleggen, een reeks beleggingsartikelen van Business Insider, die erop is gericht om je voor te bereiden op je financiële toekomst. Indien je het tweede stuk nog niet gelezen hebt, bekijk dan: Dit moet je weten over 5 fundamentele bouwstenen waarmee je een beleggingsportefeuille kunt samenstellen: van aandelen tot crypto’s

In het vorige artikel zijn we ingegaan op de verschillen tussen de volgende vermogensklassen: aandelen, obligaties, vastgoed, grondstoffen en cryptomunten.

Bij het samenstellen van beleggingsportefeuilles wordt de keuze tussen deze vijf categorieën gezien als het meest bepalend voor je rendement op de lange termijn. Als je bijvoorbeeld een groot deel van je geld in aandelen stopt en een klein deel in obligaties, dan levert dat een hoger verwacht rendement op, maar ook een hoger risico.

Dit keer zoomen we specifiek in op het beleggen in aandelen. Daarbij kom je voor nieuwe keuzes te staan: op welke sectoren zet je in, kies je voor cyclische of defensieve beleggingen en hoe selecteer je aandelen?

Aandelen: spreiden over sectoren

De verdeling van aandelen op basis van sectoren kan flinke invloed hebben op je rendement. In augustus publiceerde beleggingsspecialisten Michael Nabarro en Gökhan Erem deze sectoranalyse op Business Insider. Daaruit bleek dat onder meer dat de technologische sector een duidelijke voorloper was.

Over het algemeen geldt: spreiden is risico mijden. Met een breed gespreide aandelenportefeuille ben je minder kwetsbaar als een van de fondsen onderuit gaat dan wanneer je slechts een handvol aandelen bezit.

Lees ook: Spreiden is belangrijk bij beleggen: dit is het ideale aantal aandelen om in portefeuille te hebben, volgens een beleggingsexpert

Hierbij is de regel dat spreiden naar sector een betere optie is dan spreiden naar regio. Hoewel internationaal spreiden het risico wel verlaagt, is een portefeuille met twintig bankaandelen uit twintig verschillende landen nog altijd risicovoller dan een portefeuille met twintig Nederlandse aandelen uit verschillende sectoren. Want soms zit een complete sector in mineur, zoals we tijdens de coronapandemie hebben gezien met de reis- en luchtvaartsector.

Let er wel op dat je niet doorslaat in het spreiden. Wanneer je heel veel aandelen bezit, raak je sneller het overzicht kwijt en wordt het lastiger om de markt te verslaan dan wanneer je een paar heldere keuzes maakt.

De 11 verschillende hoofdsectoren

Goed, spreiden is dus belangrijk om je risico’s te beperken en het liefst spreid je over verschillende sectoren. Maar uit welke markten kun je kiezen?

Op de beurs wordt vaak gesproken van elf belangrijke hoofdsectoren, die op hun beurt weer onderverdeeld kunnen worden in submarkten. Hieronder vatten we ze voor je samen.

  1. Vastgoed: Binnen een bredere beleggingsportefeuille wordt vaak gekozen voor (beursgenoteerde) vastgoedfondsen. Dit zijn aandelen van bedrijven die investeren in de exploitatie van bijvoorbeeld winkelcentra, kantoren of woningen. Als je het aandeel van zo’n vastgoedfonds koopt, beleg je dus indirect in een portefeuille van verschillende vastgoedobjecten.
  2. Technologie: Dit is een steeds groter en belangrijker wordende markt. Enkele bekende voorbeelden van bedrijven in deze sector zijn Facebook, Amazon, Apple, Netflix en Google – beter bekend als de ‘FAANG-aandelen’.
  3. Grondstoffen: De prijzen van grondstoffen hebben vaak weinig correlatie met die van aandelen. Verder worden grondstoffen vaak gezien als een bescherming tegen inflatie. Een typische karakteristiek van grondstofprijzen is dat ze zeer beweeglijk kunnen zijn en je dus rekening moet houden met forse koersschommelingen op de korte termijn.
  4. Basisconsumptie: In deze sector vallen bedrijven die actief zijn op de markt van consumptiegoederen, zoals Ahold en Unilever. Doorgaans zijn deze aandelen minder gevoelig voor schokken op de beurs.
  5. Luxeconsumptie: Naast de dagelijkse consumptiegoederen worden er ook luxere consumptiegoederen gekocht. Denk aan auto’s, dure handtassen of merkkleding. In tegenstelling tot de vorige sector, is deze markt wel gevoelig voor een schommelende conjunctuur.
  6. Financiële bedrijven: In deze sector vallen onder meer verzekeringsmaatschappijen, brokers, banken en andere kredietverstrekkers. Waar consumptiebedrijven baat hebben bij lage rentes (en dus veel uitgaven van consumenten), is voor bijvoorbeeld banken het verschil tussen kortlopende rentes en langlopende rentes van belang, omdat dit hun zogenoemde rentemarge bepaalt.
  7. Energie: Deze sector heeft soms overlap met de markt voor grondstoffen. Zo behoren tot ‘Energie’ ook schaliegas en olie. De laatste jaren is de markt voor groene energie een steeds belangrijkere rol gaan spelen, denk aan producenten van zonnepanelen of windturbines.
  8. Nutsbedrijven: Dit zijn bedrijven die mensen voorzien van water of energie in de vorm van gas of elektriciteit.
  9. Telecom: Deze sector focust zich op het verbinden van burgers via communicatienetwerken. Denk aan providers van 5G-netwerken zoals Vodafone, maar ook aan kabelbedrijven en ontwikkelaars van satellieten.
  10. Gezondheidszorg: Deze sector telt een groot aantal submarkten. Biotech is de snelst groeiende hiervan. Voorbeelden van bedrijven in deze markt zijn Philips (zorgapparatuur) en vaccinproducenten als AstraZeneca.
  11. Industrie: Dit zijn de ontwikkelaars van het machinepark van de bedrijven in de bovenstaande sectoren.

Cyclisch versus defensief

Niet alle besproken sectoren worden gelijk beïnvloedt door conjunctuurschommelingen. Er valt een tweedeling te maken tussen cyclische sectoren en defensieve sectoren.

Cyclische sectoren bewegen mee met de economische conjunctuur. Anders gezegd: als consumenten veel te besteden hebben, doen bedrijven in deze sectoren relatief goede zaken. Voorbeelden van zulke bedrijven zijn Tesla, Burberry en KLM. Vaak zijn dit uitgaven waar consumenten als eerste op korten als het financieel tegenzit.

Anderzijds zijn er defensieve sectoren, die een lagere correlatie hebben met de economische conjunctuur. Bedrijven in deze sectoren, als Ahold en Unilever, zijn minder vatbaar voor schommelingen van de economie. Dat komt omdat de vraag naar hun producten nauwelijks afneemt in economisch mindere tijden. Je moet immers blijven eten.

Anders dan hun cyclische tegenhangers, kenmerken defensieve aandelen zich door minder prijsschommelingen. Het passieve inkomen, in de vorm van dividenduitkeringen, kan worden herbelegd om zo je portefeuille te laten groeien.

Fundamentele selectie van individuele aandelen

Een simpele manier om met één transactie een gespreide beleggingsportefeuille aan te schaffen is door te kiezen voor indexfondsen, in de beursgenoteerde variant ook wel ‘Exchange Traded Funds’ (ETF’s) genoemd.

Lees ook: 10 vragen over beleggen in ETF’s, hét must-have product voor elke particuliere belegger

Maar je kan ook zelf je aandelen kiezen, bijvoorbeeld aan de hand van een fundamentele analyse. Deze analyse geeft antwoord op de vraag ‘wat moet ik kopen tegen welke prijs?’ door het vergaren van kennis en inzicht in bedrijfstakken en individuele bedrijven.

Bij een fundamentale analyse zijn er diverse zaken waar je op kan letten. Hieronder vatten we er vijf samen.


  1. Een goede huidige en verwachte winstgevendheid. De financiële gegevens van een bedrijf – zoals de winst en cashflow – kunnen je helpen de huidige financiële gezondheid en toekomstige winstgevendheid in te schatten. Zo zijn hoge operationele marges doorgaans een teken dat een bedrijf efficiënt opereert en komt de cashflow per aandeel van pas bij het beoordelen of de aandelen van een bedrijf over- of ondergewaardeerd zijn.
  2. Rendement op het eigen vermogen (REV). Deze maatstaf geeft aan hoeveel rendement een onderneming weet te behalen uit het kapitaal dat beleggers hebben ingelegd. Aandelen met een hoge REV zijn populair en daarom vaak duurder.
  3. Conservatieve kapitaalstructuur. De kapitaalstructuur van een bedrijf verwijst naar de verhouding van de waarde van het eigen en het vreemde vermogen. Anders gezegd: hoe financiert een bedrijf zich? Een conservatieve kapitaalstructuur houdt in dat een bedrijf relatief hoge eigen buffers heeft (eigen vermogen) vergeleken met leningen (vreemd vermogen). Ook van belang is of een onderneming over voldoende liquide middelen beschikt om de lopende bedrijfskosten te kunnen dekken, terwijl ook genoeg middelen worden gereserveerd voor expansie op de lange termijn.
  4. Winstmomentum. Huidige winsten zijn enkel momentopnames. Het winstmomentum – de vertraging of versnelling van de winstgroei tussen periodes – kan duiden op patronen die iets zeggen over de structurele winstgevendheid. Bestudeer hiervoor de kwartaalverslagen van het bedrijf en de verwachtingen van analisten.
  5. Intrinsieke waarde. Analisten bepalen de intrinsieke waarde van aandelen met behulp van modellen. Het gaat hierbij om een inschatting van wat een bedrijf ‘fundamenteel’ waard is op basis van bijvoorbeeld de toekomstige kasstromen. Deze waarde kan verschillen van de actuele waarde van een bedrijf op de beurs, die wordt beïnvloedt door de perceptie van beleggers. Een intrinsieke waarde die hoger is dan de marktwaarde kan wijzen op een lage waardering van een aandeel.

De selectie van individuele aandelen gebeurt ook op basis van koerspatronen in grafieken. Dat is de zogenoemde technische analyse. Hierop gaan we een andere keer in deze serie in.

Beter Beleggen is een reeks beleggingsartikelen van Business Insider, die erop is gericht om je voor te bereiden op je financiële toekomst. Aan de hand van op elkaar aansluitende artikelen, nemen we je mee van de basis tot de beurs. Beter Beleggen wordt mede mogelijk gemaakt door LiteBit.