Autobezitters betalen volgend jaar samen 147 miljoen euro wegenbelasting meer. Dat komt doordat het aantal auto’s toeneemt, de tarieven omhooggaan en er een fijnstoftoeslag voor dieselauto’s komt.

Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe cijfers.

De wegenbelasting bestaat uit een deel voor het Rijk en uit een deel voor de provincies. Het Rijk int volgend jaar 131 miljoen meer door een inflatiecorrectie van het tarief, een groeiend wagenpark en door de invoering van de fijnstoftoeslag, ook wel roettaks genoemd, in 2020.

De provincies profiteren niet van de fijnstoftoeslag, zij verwachten in 2020 gezamenlijk 16 miljoen euro meer te ontvangen. In de provincies Flevoland en Zuid-Holland dalen de opbrengsten. In Flevoland komt dat door het vertrek van een leasemaatschappij terwijl Zuid-Holland de opbrengsten ziet slinken door onder meer vrijstelling van belasting voor personenauto’s met een lage emissie.

Verschillen per provincie

De motorrijtuigenbelasting die autobezitters betalen, verschilt sterk tussen provincies omdat zij het opcententarief, een heffing bovenop de motorrijtuigenbelasting, zelf mogen bepalen. Iemand met een benzineauto van 1200 kilogram betaalt in Noord-Holland 139 euro per kwartaal, terwijl die in Drenthe 156 euro kwijt zou zijn.

Door de fijnstoftoeslag, ook wel roettaks genoemd, gaan bezitters van dieselauto's flink meer betalen. Ter indicatie: een eigenaar van een 1200 kilogram zware dieselauto betaalt in Drenthe dit jaar 314 euro en dat stijgt volgend jaar naar 366 euro.

In Friesland gaat de motorrijtuigenbelasting volgend jaar het sterkst omhoog. Dan verloopt namelijk een tijdelijke lastenverlichting die vanaf 2015 gold.

Bekijk hier hoe de wegenbelasting per provincie in 2020 zich verhoudt tot die in 2019.

Lees meer over auto's: