Elektrische campers en bestelbussen kunnen een gewild vervoermiddel worden voor allerlei mobiele professionals. Maar worden ze ook betaalbaar of kunnen alleen de superrijken er straks de weg mee op?

Volkswagen blijft verbazen, ook in positieve zin. De automaker presenteerde op de technologiebeurs CES de conceptauto Budd-e, schrijft Smartdriving.nl. Het is de opvolger van de legendarische ‘hippie’ VW-bus, het oermodel van de camper.

Ook Fiat, Renault en andere fabrikanten komen met steeds grotere elektrische auto’s die om te bouwen zijn tot camper. Maar een echte elektrische camper is er nog niet.

De Budd-e lijkt sterk op de Bulli, de eerste elektrische VW-camper die al jaren geleden werd aangekondigd voor 2016, maar er nog steeds niet is. Alternatieven zijn er echter nauwelijks. Het Franse Renault heeft VW met de elektrische Kangoo en Trafic afgetroefd als het gaat om elektrische bestelbusjes. Ook Fiat was op dit gebied sneller dan VW (met de e-scudo en e-Ducato).

En Citroën (Berlingo), Piaggio (Porter) en Nissan (de e-NV200) zijn eveneens verder dan de Duitsers, maar zij hebben allemaal een manco ten opzichte van VW: het zijn geen campers, ze zijn nauwelijks te koop in Nederland en de actieradius is zeer beperkt (circa 100 kilometer tot de volgende laadbeurt).

Slimme auto

Elektrische auto’s zijn niet alleen beter voor het milieu, maar ook nog eens veel slimmer dan de gemiddelde brandstofauto. Navigatie- en audiosystemen in elektrische auto’s innoveren voortdurend en zijn overal verbonden met internet. Zelfrijdende auto’s komen in een stroomversnelling door elektrisch rijden. Wat lijkt er dan logischer om ook een elektrische camper op de markt te brengen?

Gezien de behoefte aan flexibele kantoor- en woonruimte, kan een elektrische bestelbus, annex camper, natuurlijk een uitermate gewild vervoermiddel worden voor digitale nomaden, zakenmensen en zzp’ers. Auto’s als de Tesla Model S en de VW Budd-e zijn altijd verbonden met het internet en beschikken over grote (aanraak)schermen waarmee de bestuurder tijdens een (zelfrijdende) rit gewoon kan doorwerken. Een auto met chauffeur is dan niet meer nodig.

Maar ook voor bedrijven die actief zijn in een branche waarin ze producten naar klanten moeten vervoeren, zijn elektrische busjes aantrekkelijk. De energiekosten zijn laag, er zijn subsidies en belastingvrijstellingen beschikbaar en ze hebben geen last van milieuzones in steden. En die subsidies zijn natuurlijk bedoeld om diezelfde binnensteden leefbaarder te maken, dus het mes snijdt aan twee kanten. Duurzaam rijden biedt bovendien een mogelijkheid om nieuwe klantgroepen aan te boren en het bedrijfsimago op te poetsen.

Campers en campings

Er is echter een groot vraagteken te plaatsen bij de doorbraak van grotere elektrische auto’s en campers. De prijzen van brandstofcampers zijn al erg hoog. Combineer dit met de prijzen voor elektrische auto’s en naar verwachting zijn grote elektrische auto’s en campers alleen weggelegd voor zeer kapitaalkrachtige bedrijven en particulieren.

Daarnaast zijn er (nog) geen campings met de elektrische infrastructuur om een groot aantal campers op te laden tijdens piekuren. Zoals bekend arriveren de meeste kampeerders rond het avondeten. Maar wie door het buitenland heeft gereden met de Tesla Model S, weet dat daar heel veel mouwen aan te passen zijn: de (snel)laadstations schieten momenteel als paddenstoelen uit de grond in Europa en de VS.

En elektrisch laden is nog altijd veel goedkoper dan diesel of benzine tanken, dus laden hoeft echt niet op campings te gebeuren. Sterker nog: elektrische auto’s hebben zo veel energie aan boord, dat ze in de toekomst wellicht niet eens meer een camping nodig hebben voor het bijladen.

Zonne-energie

Campers worden vooral zomers gebruikt in zonnige landen. Dit betekent dat er meestal een groot overschot is aan duurzame zonne-energie. VW heeft dit ook goed begrepen en heeft zonnepanelen op het de dak van de Budd-e geplaatst. Het zal ongetwijfeld niet genoeg zijn om de hele route op zelf opgewekte energie te rijden, maar het zal in ieder geval van pas komen voor het opladen van de nodige gadgets.

Gezien de prestaties van de Nederlandse zonnewagen Nuna in Australië bieden zonnepanelen op auto’s zeker toekomstperspectieven voor autarkisch rijden. Hoewel er specialisten zijn die beweren dat volledige autarkie niet de slimste oplossing is om een duurzame energievoorziening te bereiken.

Oplaadtechnologie

VW wil de Budd-e voorzien van nieuwe oplaadtechnologie van dochterbedrijf Porsche. Deze werkt op 800 volt en kan de accu’s binnen een half uur laden. De actieradius van de Budd-e met een 101-kWh batterij ligt zelfs al rond de 600 kilometer, dus verre reizen met de nieuwe VW-camper, die naar verwachting in 2017 op de markt komt, behoren zeker tot de mogelijkheden.

Volkswagen gebruikt een nieuwe flexibele basis voor de auto’s, het Modular Electric Platform (MEB), dat geschikt is voor plug-in hybrides en volledige elektrische auto’s, zodat het altijd kan switchen naar de aandrijftechnologie die bij de marktintroductie het grootste kans op succes biedt. De Budd-e kan een topsnelheid van 150 kilometer per uur halen.

Al met al duidt de Budd-e op verdergaand samengroeien van auto- en ICT-industrie. Het feit dat de auto werd gepresenteerd op de Consumer Electronics Show (CES) in Las Vegas, symboliseert wat dat betreft genoeg. Daar was bijvoorbeeld ook hardwarebedrijf Nvidia actief met een nieuwe supercomputer voor zelfrijdende auto’s die net zo krachtig is als 150 MacBook Pro’s. De auto-industrie wordt net zo hard opgeschud door de ICT-branche als voorheen is gebeurd met de muziek- en entertainmentindustrie.