Philips-topman Frans van Houten zou veel nauwer betrokken zijn geweest bij een kartel van producenten van televisies en computerbeeldschermen dan tot nu toe bekend was, meldt Trouw.

Het kartel kreeg in 2012 een gezamenlijke boete van 1,47 miljard euro, toen de hoogste boete die de Europese Commissie ooit uitdeelde. Philips zelf kreeg een boete van ruim 500 miljoen euro.

Het kartel ontstond aan het einde van de jaren 90, toen Aziatische concurrenten van Philips, zoals Samsung en LG, voor het eerst bijeen kwamen om de moeilijke omstandigheden in de markt voor consumentenelektronica te bespreken. De winstmarges waren dun en dus besloten producenten dat er samenwerking nodig was. Volgens Trouw waren ze ook niet vies van wat extra inkomsten.

De Europese Commissie schreef in 2012: “De belangrijkste zorg was het voorkomen van prijsdalingen, maar de mededingers probeerden wanneer de kans zich voordeed ook de prijzen te verhogen.”

De bedrijven wisten dat wat ze deden, verboden was. In notulen is te lezen dat de producenten niet wilden dat de Europese Commissie op de hoogte kwam en dat de bijeenkomsten “stil moesten worden gehouden”.

Rol Philips bij beeldbuiskartel

Pas in 1997 woonden ook vertegenwoordigers van Philips een van de bijeenkomsten van het computerkartel bij. In 1999 schoven de vertegenwoordigers volgens de krant aan bij het overleg rond televisieschermen. Vanaf dat moment ontmoetten de bedrijven elkaar regelmatig over de hele wereld.

De claimorganisatie Consumentenclaim schat dat consumenten dankzij het kartel tussen 1996 en 2006 ongeveer een tiende te veel betaalden voor tv- of computerschermen.

Dat Van Houten niet van die ontmoetingen wist, lijkt volgens Trouw onwaarschijnlijk. Werknemers uit alle lagen van de bedrijven schoven aan bij de overlegbijeenkomsten. In 1999 werkte Van Houten in Singapore voor Philips als directeur consumentenelektronica.

En ook later bekleedde Van Houten een functie waarbij de kans volgens Trouw groot lijkt dat hij van het kartel afwist; hij maakte in 2004 een aantal maanden deel uit van een raad van commissarissen. De banden tussen die raad en een samenwerkingsverband met LG, dat namens Philips kartelafspraken maakte, waren volgens het Europees Hof "zeer hecht".

Philips: betrokkenheid Van Houten 'klinkklare onzin'

Philips ontkent tegenover Trouw dat Van Houten betrokken was bij het kartel en zegt dat hij zich op dat moment alleen bezighield met algemene zaken. De suggestie dat Van Houten zou hebben geweten van het kartel is "klinkklare onzin en nergens op gebaseerd", laat een woordvoerder tegenover Trouw weten.

In een verdere toelichting tegenover Business Insider zegt de woordvoerder. "De Europese Commissie heeft in 2012 niet vastgesteld dat er kennis bij hogere bestuurslagen zou zijn. De Europese Commissie heeft met volledige medewerking van Philips deze zaak zes jaar onderzocht."

Het bestaan van het kartel was volgens de woordvoerder slechts bekend bij een klein aantal werknemers. "Het is inherent aan kartels dat zij alleen kunnen voortduren als hun bestaan verborgen blijft, ook voor andere werknemers binnen de onderneming. Het kartel werd ook voor de RvC van de joint venture verborgen gehouden."

Wat betreft de rol van Van Houten wijst de woordvoerder erop dat deze slechts korte tijd lid van de RvC was (zeven maanden: april 2004 - oktober 2004) en in die periode slechts twee RvC vergaderingen Heeft bijgewoond. "Zoals in het officiële verslag van het faillissement van de joint venture LG.Philips Displays uit 2009 van de heer Deterink valt te lezen, keek de RvC als geheel meer naar de algemene zaken en was een kleine delegatie van de RvC meer belast met het dagelijkse toezicht. Frans van Houten maakte geen deel uit van deze delegatie. Zoals de heer Deterink beschreef in zijn verslag, beschouwde Philips de joint venture als een van Philips onafhankelijke en zelfstandige financiële participatie."

Philips blijft zich dan ook verdedigen volgens het bedrijf onterechte claims, zoals die van de Consumentenbond en Consumentenclaim.

Lees meer over Philips: