Je kunt als ondernemer een innovatieve startup hebben maar als je te laat of te vroeg de markt opgaat, zal je grandioze idee aan de wereld voorbijgaan.
De Zweedse Hjalmar Winbladh is medeoprichter en partner van EQT Ventures, dat zich met 566 miljoen euro onder beheer één van de grootste venture capitalfondsen in Europa mag noemen.
Een andere partner in dit fonds is Nederlander Kees Koolen, die Booking.com uitbouwde en verkocht aan de Amerikanen.
Business Insider vroeg Winbladh, die zelf in het verleden als ondernemer bij zeven startups was betrokken, wat volgens hem en zijn team het belangrijkste is om een startend bedrijf succesvol te laten worden.
Twee van de drie factoren die hij noemde, zul je bij veel andere investeerders ook horen: het team en de technologie.
Timing is het moeilijkste en belangrijkste
Vooral interessant is de derde factor die de investeerder noemt. Het is er een die we veel minder vaak horen maar wel “erg van belang” is, aldus Winbladh. We hebben het over timing. “Er zijn ontzettend veel ideeën te vroeg gestart, om welke reden dan ook. Ook ik heb die fout gemaakt”, vertelt de partner van EQT Ventures.
De 49-jarige serie-ondernemer begon in 1994 Sendit, het eerste mobiele internetbedrijf ter wereld. “Ik zei toen: we krijgen internet in onze zak. Nu klinkt dat logisch. Maar in 1994 was dat helemaal niet zo. Mensen waren destijds nog niet eens gewend aan SMS-en, dat net opkwam, en ik had het al over internet in je broekzak.”
Sendit was zijn tijd zeker ver vooruit. Iets te ver dus eigenlijk. Om een beeld te schetsen: in hetzelfde jaar werd Netscape gelanceerd, de eerste serieuze internetbrowser. En in 1992 - twee jaar daarvoor - werd de eerste sms verstuurd.
Niet voldoende kapitaal om zelfstandig door te gaan
Winbladh zag zich genoodzaakt om zijn onderneming in 1999 aan Microsoft te verkopen, het Amerikaanse bedrijf wilde graag de technologie van Sendit hebben.
De verkoop leverde 127 miljoen dollar op. Toch was Winbladh liever zelfstandig verder gegaan met Sendit. “Er was in die tijd alleen geen durfkapitaal beschikbaar in Europa om zelfstandig door te kunnen groeien. Dus moest ik het wel verkopen aan Microsoft.”
Winbladh adviseert op basis van eigen ervaring: “Hoe gedurfder het idee, hoe beter je moet kijken naar of er op dat moment wel genoeg krachten zijn die je kunnen ondersteunen.”
Bill Gates kan er over mee praten. Op internet ging een aantal jaar geleden een plaatje rond waarin de oud-CEO van Microsoft al in 2002 een tablet in de lucht houdt. Pas in 2010, toen Apple de iPad lanceerde, leek de markt echter pas rijp voor dit product.
Te laat zijn is uiteraard ook niet goed.
Voor startups is timing nog belangrijker dan bij grote bedrijven, omdat startups meestal te maken hebben met een beperkte som geld en geen solide cash flow. “Je kan te vroeg schalen," verklaart Winbladh. "Dan brand je al het geld op. Of je schaalt te laat en iemand anders pakt dan de kans. Als ik een ondernemer was, zou ik over het aspect van timing een actieve dialoog voeren met mijn belangrijkste investeerder.”
Candy Crush Saga kwam op het juiste moment
Een product dat wel goed getimed werd, is de mobiele game Candy Crush Saga van ontwikkelaar King. Dit spel lifte volgens Winbladh precies op het juiste moment mee met de algemene acceptatie van smartphones en social media (Facebook in het bijzonder).
Lars Jörnow, de derde partner van EQT Ventures, naast Koolen en Winbladh, was bij King verantwoordelijk voor de ontwikkeling van dit spel.
King werd in 2003 opgericht, lanceerde Candy Crush Saga in 2012 en werd in 2016 voor bijna 6 miljard dollar overgenomen door Activison Blizzard. Er werken ongeveer 1400 mensen bij deze spelontwikkelaar, waarvan de meeste in thuisstad Stockholm.
De toekomst is aan AI en VR, maar wanneer precies?
EQT Ventures investeert op dit moment vooral in startups die zich bezighouden met kunstmatige intelligentie (AI) en virtual reality (VR). “We hebben nu een aantal bedrijven in de portefeuille die interessant onderzoek doen op het gebied van AI en VR. Uiteraard helpen wij deze ondernemers hun technologie te ontwikkelen, maar ook stellen we de vraag: wanneer moeten we schalen.”
Voor bedrijven en consumenten zijn artificial intelligence (AI) en virtual reality (VR) namelijk nog geen gemeengoed, net zoals mobiele telefonie in 1994 dat ook nog niet was. “Veel AI-bedrijven zijn nog veel te academisch en kunnen hun kennis niet vermarkten in een bruikbare vorm. Het bedrijf waar wij in geïnvesteerd hebben, is bezig met een platform waarop AI toegankelijk wordt voor klanten dankzij handige tools,” vertelt de investeerder.
“We zitten nu in zo’n timingdiscussie. Gelukkig kloppen er al veel klanten op de deur. Ik denk dat we het aan het einde van het jaar het platform gaan aanbieden."
