Klanten met vaste energiecontracten waarbij de prijs van gas en stroom bijvoorbeeld 1 jaar vastligt, hebben momenteel geen keuze meer als het vaste contract afloopt: energieleveranciers zijn massaal gestopt met het aanbieden van nieuwe vaste contracten, waardoor steeds meer huishoudens met een variabel contract te maken krijgen.

Minister Rob Jetten van Klimaat en Energie wil daar iets aan doen, maar dat gaat niet heel soepel.

Uit een rondgang van het Financieele Dagblad blijkt dat energieleveranciers er nog niet klaar voor zijn om vanaf januari 2023 weer vaste contracten aan te bieden. Essent geeft tegen het FD aan dat dit per 1 januari 2023 niet haalbaar is. Eneco pleit voor uitstel tot april 2023 en Vattenfall wil dat er concrete regels komen voor overstappers, als het aanbieden van vaste contracten wordt verplicht.

Punt is namelijk dat markttoezichthouder ACM moet aangeven wat er gebeurt, als klanten met een vast contract tussentijds willen overstappen naar een andere, goedkopere energieleverancier. Er moet dan een ‘opzegvergoeding’ komen om de aanbieder van het vaste contract schadeloos te stellen. Hoe zo’n opzegvergoeding er precies uit komt te zien, is volgens energieleveranciers echter nog niet duidelijk.

Prijsplafond energie en vaste contracten in 2023

Voor consumenten moet vanaf 1 januari 2023 sowieso het prijsplafond van kracht worden, waarbij je maximaal 1,45 euro per kuub gas en 0,40 euro per kWh stroom betaalt bij een jaarverbruik tot respectievelijk 1.200 kuub gas en 2.900 kWh stroom.

De vraag is in hoeverre het dan überhaupt interessant is om vaste contracten af te sluiten. Dit zal mede afhangen van de marktprijzen in 2023.

Als de marktprijzen voor stroom en gas bijvoorbeeld dalen tot onder het niveau van het prijsplafond en een huishouden verwacht meer dan 1.200 kuub gas en 2.900 kWh stroom te verbruiken, kan het interessant zijn om prijzen wat langer vast te zetten. Dan dek je je voor het verbruik boven het prijsplafond in tegen extreme stijgingen van de energieprijs.

Maar er zijn ook andere strategieën mogelijk met bijvoorbeeld de variabele contracten. Bij de huidige variabele contracten passen energieleveranciers de prijzen doorgaans om de paar maanden aan, en soms zelfs elke maand. De prijsontwikkeling is dan gebaseerd op de inkoopprijzen gedurende één of enkele maanden eerder.

Hierdoor gaan bijvoorbeeld de variabele tarieven voor bestaande klanten bij Vattenfall per 1 januari 2023 omhoog, omdat deze energieleverancier in augustus en september 2022 nog tegen relatief hoge kosten energie heeft ingekocht.

Klanten merken daar in eerste instantie echter niet heel veel van, want er wordt vanaf januari in eerste instantie afgerekend tegen de maximumtarieven van het prijsplafond, te weten 1,45 euro per kuub gas en 0,40 euro per kWh stroom.

Zolang marktprijzen boven het niveau van het prijsplafond liggen en je niet méér dan de volumelimieten van het prijsplafond verbruikt, is een variabel contract niet per se onvoordelig. De leveringskosten van energie zijn immers afgedekt door de maximumtarieven van het prijsplafond. Het geeft ook flexibiliteit als de prijzen van stroom en gas weer dalen.

Een verhaal apart zijn de contracten met zogenoemde 'dynamische tarieven'. Daarbij wordt de prijs voor de klant direct gekoppeld aan de groothandelsprijzen op dagbasis. De groothandelsprijzen zijn sinds oktober fors gedaald en leveren momenteel tarieven op voor consumenten die onder de maxima van het prijsplafond liggen.

Met een dynamisch energiecontract profiteer je dus direct van prijsdaling op de groothandelsmarkt, maar het omgekeerde geldt ook als prijzen in 2023 weer fors zouden stijgen.

LEES OOK: 4 scenario’s voor de energierekening in 2023: dit betaal je als prijzen gas en stroom onder of juist boven prijsplafond komen