• De rentes beginnen weer wat op te lopen op kapitaalmarkten: sinds kort is de rente op de 10-jarige Nederlandse staatslening weer positief.
  • Het Centraal Planbureau verwacht dat de staatsschuld in Nederland in de periode tot 1960 oploopt tot 90 procent van het nationaal inkomen.
  • Op de korte termijn hoeft de Nederlandse overheid echter niet te vrezen voor sterk stijgende rentelasten, signaleert valuta-expert Joost Derks van iBanFirst.

ANALYSE – De Nederlandse overheid moet sinds afgelopen week weer rente gaan betalen als het Rijk een nieuwe 10-jarige staatsobligatie uitschrijft. Vlak nadat de negatieve rente omsloeg in een positieve rente, voorspelde het CPB bovendien dat de staatsschuld in de toekomst flink kan toenemen.

Toch hoeven we ons geen zorgen te maken dat een groot deel van de begroting binnenkort wordt opgeslokt door hoge rentebetalingen.

Naar verwachting komt de staatsschuld eind dit jaar uit op bijna 58 procent van het nationaal inkomen. Het nieuwe kabinet Rutte IV maakt echter veel geld vrij voor het aanpakken van grote problemen op vlakken zoals klimaat en stikstof.

Het CPB heeft becijferd dat de verhouding tussen de staatsschuld en de omvang van de economie de komende decennia kan uitdijen tot 92 procent in 2060. Dat niveau ligt een stuk hoger dan de 60 procent die Europese begrotingsregels voorschrijven.

Nederland staat er financieel beter voor dan veel andere Europese landen

Bij die toename van de staatsschuld moeten echter twee kanttekeningen geplaatst worden. In de eerste plaats steken de Nederlandse overheidsfinanciën zelfs in het CPB-scenario gunstig af bij die van andere Europese landen. In Frankrijk en België is de verhouding tussen staatsschuld en et nationaal inkomen bijvoorbeeld al opgelopen tot meer dan 100 procent. Daar komt bij dat er in 38 jaar heel veel kan gebeuren.

In 1990 was de economie van China bijvoorbeeld slechts 10 procent groter dan die van Nederland. Achteraf is makkelijk praten, maar er zijn weinig mensen die indertijd voorspelden dat het land zou uitgroeien tot een economische wereldmacht die mogelijk zelfs de Verenigde Staten naar de kroon gaat steken.

Hogere rente op korte termijn geen probleem voor de overheid

Ook de stijging van de rente op obligatiemarkten is niet direct een bron van zorgen. Omdat de rente jarenlang op een heel laag niveau schommelde, heeft Nederland veel obligaties uitgegeven met een heel gunstige rente. Het gevolg is dat we in het lopende jaar slechts 3,4 miljard euro kwijt zijn aan rentelasten. Dat is minder dan 1 procent van de totale begroting, oftewel nog geen 200 euro per Nederlander.

Momenteel hebben de obligaties waarmee de staatsschuld is gefinancierd een gemiddelde resterende looptijd van acht jaar. Zelfs als de rente plotseling omhoog schiet, vertaalt dat zich dus niet meteen in veel hogere rentelasten.

Een van de gevolgen van de oplopende rente is dat de euro mogelijk wat aan kracht wint. Toegegeven: dat kan nadelig zijn voor de internationale concurrentiepositie van de exportsector. Maar Nederland is als doorvoer- en exportland vooral groot geworden dankzij de handelsgeest en gunstige ligging. Als een valutavoordeeltje de doorslag moet geven voor toekomstig succes, gaan er een paar dingen helemaal verkeerd.

Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld.