• De bouwkosten blijven stijgen, waardoor bouwbedrijven en ontwikkelaars met grotere risico’s en kleinere marges geconfronteerd worden.
  • In veel Nederlandse gemeenten blijft de woningbouw fors achter bij de gestelde doelen, ondanks enkele positieve uitzonderingen zoals Amsterdam en Purmerend.
  • Optimistische plannen stranden regelmatig in de realisatiefase door onvoldoende inzicht in de kostenontwikkeling, wat leidt tot uitstel of afstel van projecten.
  • Lees ook: Woningtekort bedraagt bijna 400.000: vooral krapte in Amsterdam, Utrecht, Hilversum en Amersfoort

De bouwsector krijgt steeds harder te maken met oplopende kosten voor arbeid en materiaal. Hoewel verwacht wordt dat de vraag naar woningen op termijn iets zal afnemen, blijven deze kostenposten structureel hoog, zo meldt het AD.

Dit legt extra druk op ontwikkelaars en aannemers, die gedwongen worden scherp te offreren op projecten. Daarbij komt dat lopende projecten regelmatig duurder uitvallen dan begroot, terwijl contractuele afspraken de mogelijkheid om deze kosten door te rekenen vaak beperken. Het gevolg: grotere financiële risico’s voor bouwbedrijven en een groeiend aantal faillissementen.

Daarbij komt nog dat ook dit kabinet ambitieuze doelen heeft voor de woningbouw, die zo echter steeds verder in het gedrang komen. Tijdens de woontop sprak minister Mona Keijzer vorig jaar met partners nog af te werken aan 100.000 nieuwe woningen per jaar.

Doelstellingen woningbouw worden niet gehaald

Sinds 2022 zijn er landelijk bijna 280.000 nieuwe woningen gerealiseerd, waar dit er volgens de overheidsdoelen 360.000 hadden moeten zijn. Vooral in de Randstad en kleinere gemeenten blijft de bouw ver achter.

Een belangrijk knelpunt ligt volgens experts bij het onderschatten van kosten in de vroege projectfase. Zonder grondig inzicht in de ontwikkeling van bouwkosten lopen veel plannen vast nog voor of tijdens de uitvoering.

Ingenieursbureau Arcadis ziet in de praktijk talloze projecten stranden zodra ze gerealiseerd moeten worden. Dit weerspiegelt zich ook in de algemene cijfers: in 2024 daalde de totale bouwproductie met 3 procent. De woningbouw kromp met 5 procent, en ook de aanleg van infrastructuur en bedrijfsgebouwen nam af.