- De premie voor de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zzp’ers kan lager, stelt het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG).
- Volgens de beroepsvereniging kan de premie 5,6 procent van de winst uit onderneming bedragen, in plaats van de door het ministerie geschatte 6,5 procent.
- Het AG komt door verschillende redenen tot een lagere premie, onder meer omdat de toetsing om in aanmerking te komen voor een uitkering strenger is.
- Lees ook: Minder zzp’ers zien verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering zitten: hoge premie is struikelblok
De premie voor de omstreden verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zzp’ers, kan goedkoper dan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) tot nu heeft ingeschat. Dat schrijft het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG) in een brief aan de Tweede Kamer en het kabinet.
Het ministerie schat dat de premie 6,5 procent van de belastbare winst uit onderneming, inclusief MKB-winstvrijstelling en ondernemersaftrek, moet bedragen. Met een maximum van 195 euro per maand.
De beroepsvereniging voor actuarissen komt op een premie van 5,6 procent voor de Basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (Baz), zoals de conceptwet is gedoopt. De beroepsvereniging vindt dit een realistische premie bij een wachttijd van één jaar, op basis van de huidige data en inzichten.
Dat de vereniging de premie lager inschat komt onder meer doordat de drempelfunctie strenger is dan bij de WIA, de arbeidsongeschiktheidsuitkering voor werknemers. Bij de verplichte AOV kom je niet in aanmerking voor een uitkering als je met één andere functie het minimumloon kan verdienen. Bij de WIA zijn dat drie functies.
Daarnaast verwacht de beroepsvereniging dat de doelgroep bepaalde kenmerken heeft waardoor minder snel een beroep zal worden gedaan op de verzekering. Zo blijkt uit onderzoek dat zelfstandigen minder psychische klachten hebben dan werknemers.
Uitkering tot maximaal het minimumloon
De AOV moet zelfstandigen beschermen voor inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid. Het moet 70 procent van de winst uit onderneming dekken, tot een maximum van het minimumloon. Het minimumloon van 21-plussers ligt in 2025 op 2.437,07 euro bruto per maand bij een 40 urige werkweek.
De bedoeling is dat verzekering per 1 januari 2027 verplicht wordt voor alle zelfstandigen, met uitzondering van degenen die al een arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben afgesloten.
Er geldt een wachttijd van een jaar. Na een jaar ziekte toetst het UWV of de zelfstandige nog (ander) werk kan verrichten waarmee het minimumloon kan worden verdiend (drempelfunctie). Lukt dat niet, dan wordt een uitkering toegekend.
De overheid wil een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering omdat veel zelfstandigen die niet hebben. Bij ziekte kunnen ze in de bijstand belanden en worden de kosten alsnog op de samenleving afgewenteld. Met een verplichte verzekering krijgen zelfstandigen een vangnet en betalen ze mee aan de collectieve verzekering, zo is het idee.
Niet alle zelfstandigen zitten echter op een verplichte verzekering te wachten, onder meer omdat de premie te hoog zou zijn en de verzekering niet aansluit bij hun behoeften.