Philips gaat veel minder beademingsapparaten leveren aan de Amerikaanse overheid dan eerder afgesproken.

Een order van 43.000 beademingsapparaten wordt teruggebracht tot 12.300.

Het vervallen van de order raakt de financiële prestaties van Philips in 2020.

De Verenigde Staten schrappen een groot deel van een eerdere bestelling voor 43.000 beademingsapparaten van Philips door het Amerikaanse ministerie van Volksgezondheid. Philips levert nu in totaal 12.300 van die apparaten. De rest van het contract komt te vervallen.

Philips gaf geen reden voor het besluit van het Amerikaanse ministerie van Volksgezondheid om de rest van de bestelling te schrappen. Het bedrijf had juist de productie van beademingsapparaten in de VS sterk opgeschroefd om zo aan de grote vraag vanwege het coronavirus te kunnen voldoen. Met de oorspronkelijke deal was bijna 647 miljoen dollar gemoeid.

Philips zegt dat het terugtrekken van de Amerikaanse order de financiële prestaties in dit jaar zal raken. De onderneming rekent nu op een bescheiden vergelijkbare omzetgroei, met een operationele winstmarge die ongeveer gelijk zal zijn aan vorig jaar.

Eerder werd op een hogere marge gerekend. Topman Frans van Houten zegt dat de orderportefeuille van Philips nog altijd solide is.

Het aandeel Philips zakte maandagochtend bij de opening van de beurs. Philips noteert 1 procent lager.

Hoorzitting in Congres over beademingsapparaten Philips

De aankondiging komt op een opmerkelijk moment. Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden heeft de topman van Philips in de VS onlangs opgeroepen om zich op 16 september te verantwoorden over de megadeal die zijn bedrijf dit voorjaar sloot over beademingsapparaten.

Democraten beschuldigen Philips ervan de apparaten te duur te hebben verkocht. Met de deal was 650 miljoen dollar gemoeid, omgerekend 544 miljoen euro.

De Amerikaanse Philips-baas Vitor Rocha wordt op 16 september verwacht voor de hoorzitting in het Congres in Washington samen met Peter Navarro, de handelsadviseur van president Trump.

Philips lijkt onderdeel te zijn geworden van de strijd tussen Democraten en Republikeinen over het regeringsbeleid in aanloop naar de presidentsverkiezingen van begin november, schreef het Eindhovens Dagblad eerder deze maand.

“We zijn bezorgd dat de regering meer dan 500 miljoen dollar te veel heeft betaald voor het contract met Philips voor de levering van beademingsapparatuur en dat er een aanzienlijke vertraging is opgetreden bij het leveren van de benodigde beademingsapparaten”, betoogde de Democraat Raja Krishnamoorthi in de uitnodiging voor de hoorzitting. Hij is voorzitter van het comité dat de zaak onderzoekt.

Philips ontkent prijsverhogingen

Philips ontkende eind juli nadrukkelijk de prijs van beademingsapparaten te hebben verhoogd tijdens de coronacrisis.

Het bedrijf stelt dat de catalogusprijs voor het apparaat inclusief toebehoren meer dan 21.000 dollar bedraagt, terwijl de Amerikaanse overheid 15.000 dollar per stuk betaalt.

Dat er in 2014 veel lagere prijzen golden voor de regering van Barack Obama komt volgens Philips omdat het toen ging om het ontwikkelingstraject van het destijds nieuwe apparaat.

Philips-topman Frans van Houten heeft op eerdere vragen van het Amerikaanse onderzoekscomité in alle toonaarden ontkend dat de crisis is misbruikt: “Ik wil duidelijk maken dat Philips op geen enkel moment prijzen heeft verhoogd om te profiteren van de crisissituatie. Philips is juist trots een bijdrage te leveren aan de strijd tegen de pandemie met acute patiëntenzorg en diagnostische producten”, stelde hij vorige maand in een schriftelijke verklaring.

LEES OOK: Donald Trump verwacht precies rond de verkiezingen een coronavaccin – wetenschappers vrezen ongepaste druk van het Witte Huis