Nu het jaar ten einde loopt, struikelen de adviseurs over elkaar heen in het geven van eindejaarstips aan ondernemers. Een van die tips is steevast het verhogen van de fiscale oudedagsreserve (for). Die tip kunnen veel ondernemers beter negeren, schrijft Paul van der Kwast.
Als zelfstandige mag je maximaal 12 procent van de brutowinst voor de belasting aftrekken om daarmee een spaarpot voor je pensioen op te bouwen. Over wat je jaarlijks aan die reserve toevoegt, hoef je geen inkomstenbelasting te betalen. Dat is precies ook de reden dat boekhouders ondernemers vaak op de mogelijkheid wijzen. En welke ondernemer wordt niet enthousiast als hij hoort dat hij zominder belasting hoeft te betalen?
Maar let op, want een fiscale oudedagsreserve is meer dan een aftrekpost. Je gaat de verplichting aan om te zijner tijd – uiterlijk als je stopt met je bedrijf of met pensioen gaat – een bedrag ter grootte van de oudedagsreserve te gebruiken voor je pensioen.
Tegenwoordig gebeurt dat voornamelijk door het geld op een bankspaarrekening te zetten. Je kunt er ook een lijfrentepolis mee kopen, maar dat zijn achterhaalde producten die (veel) minder pensioen opleveren. In elk geval moet je hoe dan ook ooit een geldbedrag ter grootte van de oudedagsreserve overmaken naar een bank.
Gevaarlijke regeling
Het lijkt een mooie regeling: zo kan ook de kleine zelfstandige fiscaalvriendelijk sparen voor zijn pensioen, hoewel hij het geld daarvoor nog niet kan missen. Maar het is ook een potentieel gevaarlijke regeling. Hier mijn voornaamste bezwaren:
Zoals gezegd komt er ooit een moment dat je de oudedagsreserve moet omzetten in een lijfrente of een ander product. Probleem is dat veel ondernemers de oudedagsreserve alleen maar zien als een jaarlijks terugkerende aftrekpost, maar vergeten dat ze die reserve ooit met cash moeten omzetten in een pensioen.
Die reserve zelf bestaat vaak alleen maar boekhoudkundig. Het geld is er vaak niet. Als de zaken tegenvallen en je te weinig geld in kas hebt om een bedrag ter grootte van de fictieve oudedagsreserve in een pensioenregeling te investeren, heb je een probleem. Of beter gezegd: heb je twee problemen:
1. Je bouwt minder of helemaal geen pensioen op.
2. De Belastingdienst wil wel geld zien. Je moet dan alsnog inkomstenbelasting betalen over de bedragen die je ooit van je brutowinst hebt afgetrokken voor de opbouw van de oudedagsreserve.
Voorbeeld: als je 5 jaar lang jaarlijks 5.000 euro van je brutowinst hebt afgetrokken voor de opbouw van een oudedagsreserve, heb je daardoor een belastingvoordeel gehad van in totaal, stel, 10.000 euro. Als jouw bedrijf op een gegeven moment slecht gaat draaien en je geen winst meer maakt, wil je stoppen en iets anders beginnen. Probleem is dat je nog met die oudedagsreserve zit van 25.000 euro. Als je dat geld niet beschikbaar hebt om ergens op een bankspaarrekening te zetten, zul je alsnog over die 25.000 inkomstenbelasting moeten betalen. Dat zal ook rond de 10.000 euro liggen. Die moet je dan maar net wél hebben. Zoniet, dan heb je een belastingschuld.
Moet je als ondernemer dan maar niet aan pensioenopbouw doen? Ja, wel degelijk. Maar daarvoor zijn twee andere manieren waarbij je geen risico op een double whammy hebt.
- Zet jaarlijks geld op een bankspaarrekening door de jaarruimte te benutten. De jaarruimte geeft aan hoeveel je jaarlijks rechtstreeks op een bankspaarrekening mag zetten voor je pensioen.
- Vaak nog beter: ga sparen en/of beleggen voor je pensioen in Box 3. Dan staat het geld niet vast, zoals bij banksparen, maar kun je er mee doen en laten wat je wilt. Voor, en na je pensionering.
Paul van der Kwast is econoom en financieel planner. Hij schrijft voor Z24.nl tweewekelijks een column over financiële zaken.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl