Duitsland heeft Rusland tijdens de eerste honderd dagen van de oorlog in Oekraïne ruim 12 miljard euro betaald voor de aankoop van olie en gas, zo blijkt uit een analyse.

Rusland verdiende tussen 24 februari en 3 juni in totaal 93 miljard euro aan de export van fossiele brandstoffen, zo blijkt uit een analyse van het Centre for Research on Energy and Clean Air (CREA), een in Finland gevestigde denktank.

In deze periode was Duitsland de grootste afnemer van gas, via pijpleidingen in Moskou, met een importwaarde van ongeveer 8 miljard euro voor Russisch aardgas.

Uit de analyse blijkt echter dat China Duitsland is voorbijgestreefd als de grootste importeur van fossiele brandstoffen uit Rusland. Volgens de analyse is de Duitse import van olie en gas uit Rusland met respectievelijk 25 procent en 31 procent gedaald sinds Rusland Oekraïne binnenviel.

Duitsland blijft voor 35 procent van zijn aardgas afhankelijk van Rusland, maar is van plan om tegen eind 2024 van de Russische brandstofinvoer af te stappen, zo schreef de Duitse minister van Economie in een persbericht van 25 maart.

Wat betreft de betalingen voor olie en gas uit Rusland in de eerste 100 dagen van de oorlog in Oekraïne maakten ook Italië en Nederland forse bedragen over: beide landen namen voor iets minder dan 8 miljard euro fossiele brandstoffen af uit Rusland. Daarna komt Turkije, dat bijna 6,7 miljard euro uitgaf aan import, volgens de analyse van CREA.

In totaal hebben landen uit de Europese Unie ongeveer 57 miljard euro uitgegeven aan de inkoop van Russische brandstoffen.

De leiders van de Europese Unie bereikten eind mei een akkoord om tegen eind 2022 ongeveer 90 procent van de olie-invoer uit Rusland te beperken.

De Russische president Vladimir Poetin zei afgelopen week dat Europese landen de komende jaren nog niet zonder Russische energiebronnen kunnen, meldde persbureau Interfax.