Kredietbeoordelaar Standard & Poor’s (S&P) heeft woensdag de kredietwaardigheid van Turkije verlaagd. Door de mislukte couppoging vorige week is volgens het bureau een verscherpte tegenstelling in het politieke landschap ontstaan.

Dat heeft ook gevolgen voor het financiële systeem van het land. Volgens S&P staat Turkije een periode van ,,verhoogde onvoorspelbaarheid” te wachten. Daardoor zullen buitenlandse investeerders wel twee keer nadenken alvorens geld in de Turkse economie te pompen. Het land is echter sterk afhankelijk van de instroom van buitenlands kapitaal onder meer voor de financiering van het tekort op de lopende rekening.

Bijna junk status

Van BB+ is de kredietwaardigheid van Turkije nu gedaald tot BB, wat akelig dichtbij de zogenoemde ‘junk status’ komt. De vooruitzichten zijn bovendien ‘negatief’ volgens S&P, wat inhoudt dat de waardering nog verder omlaag kan gaan in de nabije toekomst.

Volgens S&P zullen beleidsmakers in Turkije zich de komende tijd inspannen om het land minder afhankelijk te laten zijn van externe financiers.

De couppoging is voor Moody’s reden om de rating van zeker negen Turkse bedrijven te herzien. Eerder gaf de kredietbeoordelaar al aan de kredietwaardigheid van Turkije zelf onder de loep te nemen.

Net als S&P is Moody's niet gerust op de situatie in het land. Economische hervormingen werden volgens het bureau al in een trager tempo uitgevoerd dan verwacht. De ontstane onrust maakt het er volgens Moody's niet makkelijker op om de bestaande problemen aan te pakken.

Erdogan gaat door met zuiveringen

Opnieuw zijn duizenden Turkse ambtenaren geschorst. Naar schatting 6.500 ambtenaren van het ministerie van Onderwijs zitten tot nader order thuis.

Het Turkse ministerie van Onderwijs heeft ook 626 onderwijsinstellingen gesloten als onderdeel van een campagne tegen aanhangers van de in de VS wonende geestelijke Fethullah Gülen. Turkije houdt hem verantwoordelijk voor de mislukte coup. De geestelijke heeft de afgelopen decennia een groot netwerk van scholen in Turkije en in het buitenland opgericht, die zijn gebruikt om zijn beweging te financieren en zijn religieuze leerstellingen te promoten, beweert Erdogans regering.

Sinds de mislukte coup van vrijdag zijn tienduizenden overheidsdienaren ontslagen of geschorst. Militairen, politiemensen en rechters waren de eerste beroepsgroepen die werden aangepakt. Dat gebeurde al in het weekeinde volgend op de couppoging. De ambtenaren in de onderwijssector werden dinsdag voorafgegaan door 12.500 collega's. Ook kregen 21.000 leraren te horen dat ze voorlopig niet voor de klas hoeven te gaan staan.

Bron: Z24/ANP

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl