Jeroen Dijsselbloem behoort niet meer tot de favorieten om Christine Lagarde op te volgen als directeur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF).

Volgens Politico zijn zijn kansen danig geslonken na informele besprekingen in het Franse stadje Chantilly tussen ministers van Financiën en centrale bankiers van de G7-landen. Vooral Italië en Groot-Brittannië zouden hem niet zien zitten.

Toen bekend werd dat Lagarde de ECB zou gaan leiden, werd Dijsselbloem direct genoemd als een van de grote kanshebbers om haar op te volgen. Al werd gelijk ook grote weerstand vanuit Zuid-Europa verwacht en dan vooral vanuit Griekenland.

In de nasleep van de financiële crisis heeft Dijsselbloem als voorzitter van de eurogroep een stevig bezuinigingspakket opgelegd aan de Grieken. In de Noord-Europese landen heeft hij juist daardoor een stevige reputatie opgebouwd.

Politico meldt ook dat gouverneur Mark Carney van de Bank of England uit de race lijkt te zijn. Als belangrijkste kandidaten worden nu genoemd huidig eurogroepvoorzitter Mário Centeno uit Portugal, de Spaanse minister Nadia Calviño van Financiën en Olli Rehn, het hoofd van de Finse centrale bank.

Christine Lagarde stapt op 12 september formeel op, maar de Europese ministers van Financiën willen voor het eind van deze maand een beslissing nemen over haar opvolging. Het IMF wordt van oudsher geleid door een Europeaan en de Wereldbank door een Amerikaan.

Bij de verdeling van de baantjes voor hoge Europese posten, greep Nederland begin deze maand naast de hoofdprijzen. Frans Timmermans was een van de belangrijkste kandidaten om de Europese Commissie te gaan leiden, maar moest zich tevreden stellen met het vicevoorzitterschap.

Lees meer: