De Nederlandse industrie zie een sterke toename van het aantal nieuwe orders in december.

Bedrijven kopen meer voorraden in, waarmee ze voorsorteren op herstel van de economie in 2021.

Voor werknemers zit er dit jaar nog geen sterke loongroei in het vat, blijkt uit de ontwikkeling van nieuwe cao’s.

De bedrijvigheid in de Nederlandse industrie is in december met het sterkste tempo gegroeid sinds september 2018. Met name het aantal nieuwe orders nam behoorlijk toe.

Dat meldt de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi). Ook de werkgelegenheid nam toe, zij het bescheiden.

De groei van de orders leidde tot de op een na grootste toename van de productie in twee jaar. Bedrijven kochten duidelijk meer voorraden in.

Maar door de coronacrisis zijn ook de verstoringen in de leveringsketen toegenomen. Volgens Nevi is sprake van de grootste “verlenging” van de levertijden sinds april.

De inkoopmanagersindex van de Nevi, die de bedrijvigheid meet, kwam uit op een stand van 58,2 tegenover 54,4 in november. Als deze graadmeter boven 50 uitkomt is er sprake van groei, daaronder van krimp. Zowel bij de orders van de import als export was sprake van de grootste groei sinds februari 2018.

"Hoewel de coronacrisis allerminst voorbij is, laat de industrie een krachtig herstel zien", zegt Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO. "Het lijkt erop dat de vraag naar industriële producten toeneemt doordat de economische vooruitzichten zijn verbeterd als gevolg van de komst van werkende vaccins. Het is duidelijk dat ondernemers rekenen op een krachtig economisch herstel in 2021."

De werkgelegenheid groeide in december voor de tweede maand op rij. Veel bedrijven maken werk van het uitbreiden van de personeelsbestanden om de grotere huidige en toekomstige vraag te kunnen verwerken. Wel was er hier sprake van grote verschillen binnen sectoren, met onder andere banenverlies in de branche consumptiegoederen.

Loongroei cao's blijft dit jaar achter

Het verwachte economische herstel na de coronacrisis gaat nog niet gepaard met een sterke groei van de lonen.

De contractlonen stijgen dit jaar vooralsnog gemiddeld met 1,21 procent. Dat blijkt uit een analyse van werkgeversorganisatie AWVN van 26 reeds afgesloten cao's, die heel het jaar van kracht blijven.

Begin vorig jaar werd er nog verwacht dat de lonen met 3 procent zouden stijgen, ruim boven de inflatie.

Door de coronacrisis viel die stijging veel lager uit. Volgens voorlopige cijfers van AWVN, een belangrijke adviseur van werkgevers op het gebied van arbeidsvoorwaarden, stegen de cao-lonen over heel 2020 met 2,4 procent. De gemiddelde plus in december kwam nog maar op 1,5 procent uit.

In grotere cao's met veel werknemers stijgen de lonen minder dan in kleinere. Acht van de 26 cao's zitten op de nullijn.

AWVN ziet verder een tweedeling: bij bedrijven waar het slecht gaat, blijft de loonstijging laag of uit, maar bedrijven waar het wel goed gaat, komt de loonstijging boven de inflatie uit. Aan de stijging van de cao-lonen is ook af te lezen dat het in de industrie beter gaat dan in de dienstensector.

In het geval van geen of een beperkte loonstijging blijven werkgevers investeren in de medewerkers, maar dan op een andere manier. Bijvoorbeeld in de vorm van een hoger persoonlijk budget, tijdelijk meer vrije dagen, een vorm van baangarantie of een eenmalige uitkering, aldus AWVN

LEES OOK: Wacht met bezuinigen tot economie hersteld is van coronaklap, zegt DNB-president Knot