Het fenomeen van de zogenoemde ‘omgekeerde rentecurve’ doet zich ook voor op de hypotheekmarkt. Het gaat hierbij om de situatie dat lenen met een kortere rentevaste periode duurder is dan lenen met een langere rentevaste periode.

In een ‘normale’ wereld kost het meer als je voor langere tijd geld leent. De uitlenende partij wil onder meer dat de koopkracht van het uitgeleende bedrag waardevast blijft. Met het oog op de inflatie, die de koopkracht van geld uitholt, geldt dan doorgaans een hogere rentevergoeding bij een langere rentevaste periode.

Inflatie drijft kortlopende rentes op

Met de inflatie is er echter iets raars aan de hand. We leven niet in een tijd met bijvoorbeeld de verwachting dat de inflatie zich stabiel ontwikkelt, met bijvoorbeeld gemiddelde prijsstijgingen van 2 procent of 3 procent per jaar.

De inflatie is in 2022 ongekend hard omhoog gegaan en kwam afgelopen jaar in Nederland uit op gemiddeld 10 procent, volgens de meetmethode van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De verwachting is nu veelal dat de inflatie afkoelt, maar voorlopig wel hoger kan blijven dan bijvoorbeeld 2 procent per jaar.

Anders gezegd: economen en financiële analisten rekenen erop dat de inflatie op de korte termijn substantieel hoger is dan op de langere termijn. Dit weerspiegelt zich op financiële markten in de rente-ontwikkeling, waarbij rentes met kortere looptijden relatief hoog zijn vergeleken met rentes met langere looptijden.

Ter illustratie: het marktrendement op de 10-jarige Nederlandse staatsobligatie ligt momenteel rond de 2,5 procent. De rente op de 2-jaars staatsobligatie is even hoog, terwijl de rente op de 5-jaars staatsobligatie slechts 0,15 procentpunt lager is dan de 10-jaars staatsrente.

Hypotheekrente: bijna geen verschil tussen 5 jaar vast en 10 jaar vast

Deze marktsituatie heeft ook invloed op de hypotheekmarkt, signaleert financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep in zijn nieuwsbrief van deze week.

Opvallend is bijvoorbeeld dat de gemiddelde hypotheekrente voor vijf jaar vast bijna even hoog is als de gemiddelde hypotheekrente voor 10 jaar vast. Het verschil bedraagt slechts enkele honderdsten van een procent.

Gemiddelde hypotheekrente mét NHG-verzekering (per 15 januari 2023)

  • 5 jaar vast: 4,15%
  • 10 jaar vast: 4,19%

Gemiddelde hypotheekrente zonder NHG, tegen 100% marktwaarde (per 15 januari 2023)

  • 5 jaar vast: 4,62%
  • 10 jaar vast: 4,65%

Van Bruggen ziet dat er door de onzekere situatie op financiële markten veel verschillen zijn tussen geldverstrekkers wat betreft de aanpassing van hypotheekrentes. Afgelopen week waren er per saldo meer verlagingen dan verhogingen van de hypotheekrente.

Opvallend is dat bij een aantal geldverstrekkers de 10-jaars hypotheekrente lager is dan de 5-jaars hypotheekrente. Zo is bijvoorbeeld de 5-jaars hypotheekrente met NHG-verzekering bij Venn 4,01 procent, terwijl deze aanbieder met 10 jaar vast op 3,93 procent zit, volgens de site actuelerentestanden.nl

Dat veel aanbieders van hypotheken ervoor kiezen om scherp in de markt te zitten met 10 jaar vast heeft volgens Van Bruggen mede te maken met de populariteit van deze rentevaste periode. "Geldverstrekkers weten daardoor dat ze voor 10 jaar hun scherpste tarief neer moeten zetten om door de consument overwogen te worden."

Uit data van de aanbieder van hypotheeksoftware HDN blijkt bijvoorbeeld dat bij recente hypotheekaanvragen bijna de helft van de huiseigenaren koos voor 10 jaar vast, terwijl nog geen 3 procent koos voor 5 jaar vast.

LEES OOK: 2 griezelgrafieken over de hypotheekrente die laten laten zien hoe ongekend hard de rente is gestegen