10 september 2006 was een memorabele dag voor Spyker Cars. De
sportwagenfabrikant had zojuist de overname van het Formule 1-team van
Midland beklonken. De kosten: 106,6 miljoen dollar.
Topman Victor Muller kon overduidelijk zijn geluk niet op. Tussen het geluid
van gierende banden – in Monza werd toen een Grand Prix gereden – kon hij
nog net door de telefoon roepen dat zijn onderneming door de racerij
winstgevend zou worden. Het betreft hier een winstgevende business, zo
verklaarde hij.
De beloofde winst kwam er: over 2006 boekte Spyker een winst van 760
duizend euro, de eerste winst in het zevenjarige bestaan van de onderneming
uit Zeewolde. Het jaar ervoor was nog een verlies van bijna 2 miljoen euro
geleden.
Het optimisme uit Monza is nu echter ver te zoeken bij de sportwagenfabrikant.
Spyker kwam dinsdag aan het einde van de middag plotsklaps met de mededeling
dat er wel eens een einde kan komen aan het Formule 1-avontuur. De
onderneming heeft van meerdere partijen aanbiedingen ontvangen. Die worden
nu in overweging genomen.
De directie moet ook wel. In hetzelfde persbericht meldt de
sportwagenfabrikant krap bij kas te zitten. Een grootaandeelhouder heeft
daarom voor 2 miljoen euro moeten bijspringen. Saillant daarbij is dat het
hier gaat om de investeringsmaatschappij van Jan Mol, de vader van
Spyker-topman Michiel Mol, die nu een van de gegadigden is om het het
Formule 1-team over te nemen. Michiel Mol heeft, om belangenverstrengeling
te voorkomen, zijn functie neergelegd. Hij is de zoveelste bestuurder die
opstapt. In mei trok Victor Muller al gefrustreerd de deuren achter zich
dicht.
Wat is er in de afgelopen maanden misgegaan? Spyker werd geconfronteerd met
een opeenstapeling van problemen, variërend van berichtgeving over
financiële problemen, een ineenstorting van de beurskoers tot directieleden
die opstapten. Nu blijkt ook nog eens het Formule 1-team, het paradepaardje
van de onderneming, in financieel opzicht ondermaats te presteren.
In de laatste drie maanden van vorig jaar droeg de aankoop van het
Formule 1-team nog 4,8 miljoen euro bij aan de nettowinst. Dit was echter
vooral te danken aan aanpassing van contracten die de vorige eigenaar had
afgesloten in het F1-circus. Dit leverde Spyker voor belastingen 11,2
miljoen euro op.
Daarmee was niet gezegd dat de racerij op de lange termijn winstgevend zou
worden. Spyker beloofde alleen dat er dit jaar evenveel geld zou binnenkomen
als uit zou gaan. Van die belofte is de directie dinsdag teruggekomen. De
onderneming wijt dit onder meer aan hogere uitgaven aan de ontwikkeling van
een nieuwe raceauto - nodig op de belabberde prestaties van de huidige
coureurs op te vijzelen - en lager dan verwachte inkomsten uit
televisierechten en sponsoring. Daarnaast zijn ook nog eens "op grote
schaal" voorzieningen getroffen voor kosten na de acquisitie van het
Formule 1-team.
Spyker wil niet verder toelichten hoe groot de schade is. Daarover komt
meer duidelijkheid bij de presentatie van de halfjaarcijfers op 31 augustus,
zei een woordvoerder.
Een lichtpuntje kon Spyker dinsdag nog wel melden. In 2008 zullen de inkomsten
uit de Formule 1-tak hoger zijn, vooral als gevolg van een gunstigere
verdeling van de televisierechten. De grote vraag is echter of de
sportwagenfabrikant daar nog van kan profiteren. "De verkoop is geen
voldongen feit," reageert de woordvoerder. "Het gaat hier om
spontane aanbiedingen om het team over te nemen. Wij zijn niet op zoek
gegaan."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl