ANALYSE – Nederlandse werknemers hebben alle reden om tijdens salarisonderhandelingen in te zetten op een mooie loonstijging. De arbeidsmarkt staat namelijk onder hoogspanning.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek becijferde afgelopen week dat de werkloosheid is gedaald tot 2,9 procent. Dat is ook het niveau van voor de coronacrisis. Voor elke 100 werkzoekenden waren er in het derde kwartaal maar liefst 126 vacatures.

In veel andere landen is de spanning op de arbeidsmarkt ook om te snijden. In het Verenigd Koninkrijk is de werkloosheid in het afgelopen kwartaal bijvoorbeeld gedaald van 4,8 naar 4,3 procent. Daar zitten de salarissen al flink in de lift.

In oktober lag het mediane maandloon volgens de Britse tegenhanger van het CBS 4,9 procent hoger dan een jaar eerder. Ten opzichte van februari 2020 komt die loongroei zelfs uit op 7,8 procent.

Daar kunnen Nederlandse werknemers nog wat van leren. In ons land lagen de CAO-lonen in het derde kwartaal slechts 1,9 procent hoger dan een jaar eerder. Terwijl juist in de eurozone alle werkenden alle reden hebben om in te zetten op een mooie salarisverhoging.

De hogere energieprijzen, onderbrekingen in toeleveringsketens en tekorten op onder meer de chipmarkt doen overal ter wereld pijn. Maar in onze regio komt daar nog de zwakte van de euro bovenop.

De euro is in het afgelopen jaar met ruim 8 procent gedaald ten opzichte van de Chinese renminbi. Ten opzichte van de dollar verloor de euro bijna 5 procent en in vergelijking met het pond is dat 7 procent. De zwakke euro is gunstig voor de internationale concurrentiepositie van exportbedrijven.

Maar een ander gevolg van deze koersbeweging is dat importbedrijven die hun valutarisico’s niet afdekten, de kosten flink zien oplopen. De winstmarge kan alleen op peil gehouden worden door het verhogen van de verkoopprijzen. Als je ook kijkt naar alle andere zaken die de prijzen opdrijven, is een salarisverhoging eigenlijk hard nodig om de koopkracht op peil te houden.

Hogere prijzen, hogere lonen?

Als de lonen echt oplopen, zullen bedrijven die kosten doorberekenen in de prijzen. Net zoals importbedrijven nu doen met stijgende wisselkoersen. Door de krapte op de arbeidsmarkt, kan dat weer een nieuwe loonsverhoging uitlokken. Een dergelijke loon-prijsspiraal leidt ertoe dat de inflatie langere tijd hoog blijft.

Veel mensen zullen blij zijn met het vooruitzicht van een mooie loonstijging. Maar veel centrale bankiers liggen hier juist wakker van. Ze komen dan namelijk niet meer weg met het argument dat een hogere inflatie een tijdelijk corona-effect is.

Om de inflatie in toom te houden, zullen ze de rente moeten verhogen. De kans is echter groot dat ze daar heel terughoudend mee zijn.

In de Verenigde Staten is de staatsschuld sinds eind 2019 bijvoorbeeld omhoog geschoten van bijna 23.000 miljard dollar naar bijna 29.000 miljard dollar. Zodra de rente omhoog gaat, wordt het financieren van begrotingstekorten en aflopende leningen een stuk duurder.

Zoals het er nu naar uitziet, staat centrale bankiers in 2022 een uitdagende balanceeract te wachten in plaats van een mooie salarisverhoging.

Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld.