OPINIE – “Ik zal er geen traan om laten als GeenStijl verdwijnt.”

Rosanne Hertzberger sprak vrijdagavond klare taal aan tafel bij Jeroen Pauw. De NRC-columnist zwengelde twee weken geleden de discussie aan over het vrouwonvriendelijke karakter van GeenStijl en Dumpert, twee websites uit de stal van de Telegraaf Media Groep.

Ze kreeg bijval van Volkskrant-collega Loes Reijmer, econoom Heleen Mees en uiteindelijk ruim honderd andere vrouwen uit de media, die een opiniestuk ondertekenden met de titel: ‘Beste adverteerders op GeenStijl en Dumpert, u betaalt mee aan vrouwenvernedering.’

Onder meer presentatrice Eva Jinek, actrice Georgina Verbaan en cabaretier Claudia de Breij roepen bedrijven op hun advertentiebeleid tegen het licht te houden. Vind je het als onderneming echt oké dat jouw logo naast berichten staat als: “Met haar armen op haar rug gebonden en een stevig stuk grijze tape over haar mond geplakt zou ik haar zeker doen!”

Adverteerders trekken zich terug

Dat ging over Loes Reijmer, de Volkskrant-journalist die het waagde om een kritisch stuk over GeenStijl te schrijven. Ze kwam prompt op de website te staan, met foto, met daarbij de vraag: zou u haar doen? “Online verkrachting”, aldus Mees.

Nee, dat vinden we niet oké, zeiden Grolsch, het Wereld Natuur Fonds, Honig, Renault, TUI, IKEA, Hak, KWF en na veel wikken en wegen ook het ministerie van Defensie. Ze trokken hun advertenties voorlopig terug van GeenStijl en Dumpert.

Daarmee lijkt de actie die Hertzberger begon vooralsnog effect te hebben. Dat kan de Telegraaf Media Groep wel eens enkele miljoenen euro's aan inkomsten schelen, becijferde Mathijs Smit van RTL Z.

Is dit middel geoorloofd? Mag je als journalist een oproep doen om andere media te boycotten?

Persvrijheid is belangrijk

De term boycotten gaat mij te ver. Zoals Hertzberger zelf zegt, vraagt ze alleen aan adverteerders of ze zich met deze inhoud willen associëren. Een legitieme vraag, die recent nog YouTube in verlegenheid bracht.

GeenStijl is bovendien wel de laatste die over boycotten mag zeiken. De site riep namelijk in 2010 op tot een boycot van NRC Handelsblad. "Als we van iemand die smerige tactiek hebben geleerd, dan is het GeenStijl zelf", zegt Hertzberger bij Pauw.

De website, die als ondertitel 'tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend' heeft, schrijft zelf aanstootgevende artikelen onder het mom van de persvrijheid. Maar als iemand anders zoals Hertzberger van datzelfde recht gebruikmaakt, zijn de rapen gaar. Dan is de vrijheid van meningsuiting in het geding.

GeenStijl op zwart

Toch kan ik me vinden in de argumentatie van Roderick Veelo, die vrijdag ook te gast was bij Pauw. "Het doel van jouw actie is om adverteerders weg te krijgen bij GeenStijl [...] en de geldstroom op te laten drogen", aldus de RTL-journalist, die zich eerder in de week in een column daarover verbaasde. "Dan is dus uiteindelijk het doel om GeenStijl op zwart te krijgen. Daar ben ik niet voor. Ik vind het een gotspe dat journalisten daarvoor op de tafel gaan staan."

De Nederlandse Vereniging voor Journalisten is het daarmee eens. "Het potentieel monddood maken van media - óók de ons niet welgevallige media - strookt niet met de voortdurende strijd voor de vrijheid van meningsuiting", schrijven Marjan Enzlin en Thomas Bruning van de NVJ zaterdag.

Normen en waarden

Maar is de vrijheid van meningsuiting echt in het geding? Is er sprake van censuur, zoals reaguurders op GeenStijl beweren?

Nee, de Nederlandse regering probeert niet te reguleren wat er wel en niet gezegd mag worden, zoals Erdogan in Turkije meer en meer doet. Artikel 7 van Thorbeckes grondwet is niet in het geding.

Deze discussie gaat over de normen en waarden van onze samenleving. Hoe gaan we fatsoenlijk met elkaar om? Wat is oké om te zeggen en wat niet?

Uiteindelijk kom ik steeds terug bij deze pakkende cartoon van XKCD:

Bij Pauw legt Hertzberger uit wat ze vraagt: "Hoe vinden jullie in jullie bedrijf dat je met vrouwen dient om te gaan, en met minderheden, en met vrouwen van kleur, en met homo's. En als je dat beleid doortrekt, hoe zou je dan jouw advertentiebeleid daarop aanpassen?"

Dat is een legitieme kwestie, die je bedrijven en organisaties mag voorleggen. Want uiteindelijk bepalen we gezamenlijk - de overheid, bedrijven, organisaties en burgers - hoe onze maatschappij eruitziet. Wie zich als een lul gedraagt, mag daar best op aangesproken worden.