ANALYSE – De faillissementsaanvraag heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld als een geducht incassomiddel. Maar een faillissementsaanvraag is niet in alle gevallen het juiste incassomiddel, zo blijkt uit een zaak die onlangs speelde bij de rechtbank Den Haag.

Advocaat insolventierecht Hein Hoogendoorn van AMS Advocaten bespreekt de uitkomst van een verzoek tot faillietverklaring dat daar onlangs diende.

De wet bepaalt dat voor een faillietverklaring is vereist dat de schuldenaar aantoonbaar is opgehouden met betalen. Daarvoor moet voldaan zijn aan twee voorwaarden:

  • 1. Er moet sprake zijn van meer dan één schuldeiser en de schuldenaar betaalt niet meer
  • 2. Bij een verzoek om faillietverklaring door een schuldeiser is ook vereist dat het vorderingsrecht van de aanvrager uit een simpel onderzoek moet kunnen blijken

Faillietverklaring vanwege alimentatie

In dit geval ging het om een man die kennelijk geen kinderalimentatie betaalde. Op het moment dat de advocaat van de vrouw het verzoekschrift tot faillietverklaring indiende had de vrouw namelijk een vordering uit hoofde van kinderalimentatie van (slechts) 125,86 euro.

Voorafgaand aan de zitting had de man het grootste gedeelte van de vordering overigens voldaan, zodat tijdens de zitting nog een vordering van slechts € 2,79 resteerde. De man betaalde de vrouw dit bedrag met klinkende munt op de zitting.

Nodeloos

Ondanks het feit dat de hele vordering dus ter zitting was voldaan en partijen dat als zodanig ook erkenden, weigerde de vrouw het faillissementsverzoek in te trekken en wilde zij het verzoek aanhouden om te zien of man ook aan zijn toekomstige verplichtingen zou voldoen.

De rechtbank maakte met dat verzoek korte metten en stelde vast dat de faillissementsaanvraag nodeloos was gehandhaafd.

Wie betaalt de proceskosten?

Gelet op de houding van de vrouw in de hele procedure (zij vroeg faillissement aan voor een vordering van slechts 125,86 euro en zij handhaafde nodeloos het verzoek tot faillietverklaring) veroordeelde de rechtbank de vrouw daarnaast ambtshalve tot betaling in de proceskosten van de man.

Hein Hoogendoorn studeerde Nederlands recht en Fiscaal recht en is sinds 2008 advocaat. Sinds november 2013 is hij verbonden aan AMS Advocaten. Hein legt zich voornamelijk toe op het procederen en adviseren op het gebied van ondernemingsrechtinsolventierechtverbintenissenrecht en incasso