Het Grondwettelijk Hof van Duitsland oordeelt dat het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank deels ongrondwettelijk is.

Volgens de Duitse rechters heeft de ECB onvoldoende duidelijk gemaakt of bepaalde nadelen van het opkoopbeleid zoals de lage rente wel in verhouding staan tot de voordelen.

Als de ECB niet binnen drie maanden kan aantonen dat de gevolgen van het opkoopprogramma proportioneel zijn, wordt de Duitse centrale bank daarvan uitgesloten.

De Europese Commissie gaat de Duitse uitspraak in detail bestuderen. De kwestie komt naar verwachting ook aan de orde in de Eurogroep.

Het stimuleringsbeleid waarmee de Europese Centrale Bank (ECB) de economie uit de vorige crisis wilde trekken, voldeed op bepaalde punten niet aan afspraken van de Europese Unie. Dat heeft het Grondwettelijk Hof van Duitsland bepaald.

De rechters bevelen de ECB nu het opkoopprogramma ter waarde van 2,7 biljoen euro op sommige punten aan te passen.

De uitspraak volgt op een jarenlange juridische strijd van Duitse zakenlieden en academici. Zij vinden dat de ECB zijn boekje te buiten ging door in 2015 te beginnen met het op grote schaal opkopen van staatsobligaties om de economie en inflatie aan te jagen.

Lees meer: Zo werkt het aanzetten van de geldpers door de ECB… en dit merken we ervan

Ze eisten dat de Duitse centrale bank, de Bundesbank, daarom niet meer mee zou doen aan deze zogeheten kwantitatieve verruiming. Het gaat hier niet om stimuleringsacties wegens de coronacrisis.

De Duitse rechters hebben nu bepaald dat het algehele opkoopprogramma van de ECB op zichzelf niet ongrondwettelijk is. Maar de centrale bank voor de eurozone heeft op bepaalde punten niet duidelijk gemaakt of bepaalde nadelen van het beleid wel in verhouding staan tot de voordelen, terwijl dat wel zou moeten. Zo wijzen tegenstanders van het ECB-beleid op lage rentes en het gebrek aan begrotingsdiscipline in bepaalde eurolanden door het opkoopprogramma.

Als de ECB niet binnen drie maanden kan aantonen dat de gevolgen van het opkoopprogramma proportioneel zijn, wordt de Duitse centrale bank daarvan uitgesloten. Dat betekent dat de Bundesbank niet meer Duitse staatsleningen zou mogen opkopen.

Duitse rechter gaan in tegen het oordeel van het Europees hof

Met het vonnis verwijst het Duitse constitutioneel hof een eerdere uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie naar de prullenbak, een hoogst uitzonderlijke stap. Het Europees hof in Luxemburg oordeelde in 2018 juist dat het opkoopprogramma zonder grote aanpassingen door de beugel kon.

De Duitse rechters vinden dat oordeel onbegrijpelijk en menen dat het niet juridisch bindend is

Volgens hen hebben de regering en het parlement in Duitsland ook te weinig gedaan om de ECB in het gareel te houden. Ze hebben dan ook de plicht tegen het opkoopprogramma in de huidige vorm op te treden, oordeelt het hof.

Het Europees recht heeft voorrang boven nationaal recht, aldus de Europese Commissie in een eerste korte reactie. Het dagelijks EU-bestuur wijst erop dat uitspraken van het Europees Hof van Justitie bindend zijn voor alle nationale rechtbanken en hoven.

De commissie gaat de Duitse uitspraak nu in detail bestuderen. De kwestie komt naar verwachting ook aan de orde in de Eurogroep, het overlegorgaan van de ministers van Financiën van de eurolanden.

"Het is de vraag welk konijn er nu in Frankfurt en Brussel uit de hoge hoed wordt getrokken, om ervoor te zorgen dat de Bundesbank toch kan blijven meedoen", zegt beurscommentator Durk Veenstra tegen RTL Z. "Want die stimulering blijft nodig."