Het is een beetje haarkloverij. Maar ‘officieel’ is een land in recessie als de economische groei in twee opeenvolgende kwartalen negatief is. Dat lot blijft Duitsland net bespaard.
De Duitse economie zit nog niet in een recessie. In het derde kwartaal was in de grootste economie van de eurozone sprake van een groei van 0,1 procent op kwartaalbasis, zo meldde het Duitse statistiekbureau.
De groei was tegen de verwachting van economen in. Die gingen in doorsnee uit van een teruggang van het bruto binnenlands product met 0,1 procent, waarmee wel sprake zou zijn geweest van twee kwartalen op rij van krimp en daarmee van een recessie.
Duitse industrie heeft het zwaar
Dat de situatie in Duitsland al tijden minder is, is geen geheim. Eerder verlaagde het land al zijn verwachting voor de economische groei in 2020. Vooral de Duitse industrie heeft meer en meer te lijden van de handelsoorlog. De toename van protectionistische maatregelen drukt op de Duitse export, waardoor de vraag naar Duitse producten afneemt.
Het ministerie van Economische Zaken van Duitsland weet het mindere toekomstbeeld eerder aan de afzwakkende wereldwijde vraag, de Brexit en de aanhoudende handelsoorlog.
Gaat Merkel meer investeren?
Belangrijkste vraag is of de Duitse overheid méér gaat doen om het groeitempo van de economie aan te jagen. Binnen Europa is de nodige kritiek op het Duitse regeringsbeleid. Het land boekte afgelopen jaar een begrotingsoverschot van 1,2 procent en de Europese Commissie rekent voor komend jaar op een overschot van 0,6 procent van het nationaal inkomen.
Tegelijk is de overheidsschuld in Duitsland iets minder dan 60 procent van het nationaal inkomen, waarmee het land voldoet aan de Europese norm. En de overheid kan voor 10 jaar lenen tegen een negatieve rente. Dus als de Duitse overheid geld leent, krijgt ze geld toe in plaats van dat ze rente moet betalen.
Aangezien de infrastructuur van wegen, treinen en internet een flinke impuls kan gebruiken in Duitsland, klagen sommige economen dat het land verkeerde keuzes maakt door te weinig te investeren en een onnodig streng begrotingsbeleid te voeren.
