ANALYSE – De aanblik van de winkelstraat in Nederland verandert grondig. Het aantal fysieke winkels (etalages) neemt af en het aantal webwinkels steeg sterk de laatste jaren. Maar daarmee is het verhaal nog niet verteld.

Juist door een ander koopgedrag van klanten zal er ook een verdere verschuiving plaats vinden in kooplocaties en een transformatie van binnensteden.

Het aantal fysieke winkels in Nederland is tussen 2007 en 2016 gedaald van 100.070 naar 95.630, zo bleek deze week uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het aantal webwinkels steeg in dezelfde periode juist van ruim 5.000 naar meer dan 32.000.

Het CBS maakt wel een kanttekening:

“De algemene trend verbergt echter grote sectorale verschillen. Zo daalde het aantal fysieke winkels in audio en video met 68,1 procent, viel het aantal fotografiewinkels met 41,6 procent terug en zakte het aantal verkooppunten van baby- en kinderkleding in de winkelstraat met 38 procent.

Tezelfdertijd steeg het aantal winkels met orthopedische producten met 79,3 procent, nam het aantal warenhuizen met 56,5 procent toe en tikte het aantal telecomboetieks 37,3 procent hoger af.

Deze globale daling van het aantal fysieke verkooppunten wordt meer dan gecompenseerd door de toename van het aantal webwinkels. En ook daarin eisen kledingzaken een hoofdrol op."

De impact van online aankopen is een bekend gegeven, alleen deze impact vindt in specifieke sectoren plaats.

Kleding, schoenen, speelgoed en consumentenelektronica zijn aankopen die steeds meer op internet plaatsvinden, waardoor het marktaandeel online aankopen in deze sectoren sterk stijgt (met navenant effect op het aantal winkels) zoals blijkt uit de analyse van GFK/PostNL in de Thuiswinkel Markt Monitor 2016.

De impact op de winkelstraat is duidelijk waarneembaar, zowel bij stadsdeelcentra als winkelgebieden buiten de Randstad.

Het Koopstromenonderzoek 2016 van I&O Research brengt deze veranderingen in kaart: een sterke groei van online aankopen vooral in de non-foodsector en een toenemende attractiviteit van leuke winkelcentra en binnensteden, ten koste van veel andere binnensteden en winkelcentra.

Buitenstedelijke winkelgebieden groeien: opmars van outlets

Consumenten maken steeds meer een bewuste keuze waar en wanneer gewinkeld wordt. Binnensteden en winkelgebieden voelen de druk van deze verandering, waardoor juist de winkels in de genoemde segmenten steeds vaker de deuren sluiten in de winkelstraat, gedwongen of vrijwillig.

Langzaam voltrekt de transitie zich naar andere aankooplocaties en leidt dit tot een verandering van binnensteden. Outletcentra en winkelcentra buiten de steden zagen een sterke groei van hun omzetten gebaseerd op een sterke klantenvoorkeur.

Rosada bij Roosendaal heeft al 1,2 miljoen bezoekers en wil snel groeien, Roermond heeft al 6 miljoen bezoekers per jaar en is ook aantrekkelijk voor buitenlanders. Bataviastad bij Lelystad groeide afgelopen jaar met 13 procent en vergrootte haar aanbod deze maand weer met 45 winkels.

Naast de outlets komen er ook steeds meer luxe winkelcentra buiten de binnenstad, zoals Leidsenhage. De concurrentie voor de klassieke winkelgebieden komt niet alleen van de online aanbieders, maar ook van deze nieuwe centra, lange openingstijden veel vermaak en mooie winkels.

Functie binnenstad verandert

Een verdere driedeling zal de komende jaren steeds meer leiden tot een verandering van de binnensteden. In toenemende mate zijn binnensteden om te wonen (appartementen), voor cultuur, uitgaan, horeca en gerelateerde winkels (boetiekjes).

Ook de werkfunctie komt weer terug, vooral door de vele zzp'ers. Hiermee zullen de huidige fricties van bereikbaarheid, parkeren, milieu en de bevoorrading van winkels ook meteen opgelost zijn.

De cijfers van het CBS bevestigen dat er een transitie plaatsvindt in de winkelstraten. De effecten hiervan zullen sterker zijn buiten de Randstad en buiten de stedelijke kern van een grote plaats in de Randstad, zoals ook blijkt uit de grote leegstand in Emmen, Assen, Terneuzen en Den helder.

Wie neemt regie?

De ontwikkeling is gebaseerd op het consumentengedrag en de koopvoorkeuren. Dit gedrag verbieden leidt niet tot meer bezoek aan de oude winkelcentra.

Klanten motiveren om het gedrag aan te passen kan wel tot resultaten leiden. Dit vraagt een politieke wil, zowel bij gemeenten, de centrale overheid als bij allerlei (belangen)verenigingen.

Tegen de stroom inzwemmen kost veel energie zonder vooruitgang, met de stroom meegaan leidt tot de gewenste veranderingen. De uitdaging blijft natuurlijk: wie neemt de regie?

Cor Molenaar is hoogleraar E-Marketing aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en adviseur van gerenommeerde bedrijven, zowel in de retail als de dienstverlening. Daarnaast is hij directeur van het adviesbureau eXQuo consultancy, voorzitter van het RFID platform Nederland, en voorzitter van de Stichting Thuiswinkel certificering (thuiswinkelwaarborgmerk).